Feature

Terug naar de oorsprong: Kahn in Ahmedabad

Dertig jaar na een eerste bezoek in 1980, keerde Dirk Baalman terug naar Ahmedabad in India. Behalve vanwege enkele hoogtepunten uit het oeuvre van Le Corbusier (en de locale B.V. Doshi) is de stad bij architectuurliefhebbers bekend om het Indian Institute of Management (IIM) dat Louis Kahn eind jaren 70 ontwierp.

De vraag van locale ondernemers naar ondersteuning van de industrie kon in de jaren 70 diverse vormen aannemen: men wilde geld of kennis. In die tijd van Koude Oorlog visten zowel de USSR als de USA in de vijver die India heette. Het was de Ford Foundation (ideologisch vehikel van de Amerikaanse buitenlandse politiek) die in Ahmedabad financieel bijdroeg aan het vestigen van een managementschool voor, met name, de textielindustrie. Kahn werd aangezocht als ontwerper.

Zijn ontwerp behelsde een campus, met onderwijsgebouwen in een U-vorm aan een grote binnenplaats en studenten- en stafwoningen ten noorden en oosten daarvan. Kahn ontwierp eenvoudige geometrische volumes, die hij voorzag van de in die periode van zijn oeuvre kenmerkende openingen in de vorm van cirkels of cirkelsegmenten. Met een gelaagdheid van dubbele gevels die als schermen achter elkaar staan, regelde hij schaduw en briesjes, een effectieve oplossing voor een draaglijk binnenklimaat.

De geometrische vormen in plattegronden en gevels en de schakeling en lay-out van gebouwen geven het IIM alle kenmerken van een structuralistisch gebouw. Als bouwmateriaal koos Kahn voor baksteen, in combinatie met beton. Beroemd werd zijn geveldetail met een in koppenverband gemetselde toog, die met een trekstang van beton op zijn plaats werd gehouden: ‘de orde van de baksteen’, noemde hij dat. Het blijkt een rampzalige keus.

De steen is zo poreus dat de wapening die aan de bakstenen togen en lateien werd toegevoegd, is gaan corroderen. Zo werd de baksteen weggeduwd en vielen constructies uit elkaar. Een aardbeving deed de rest: de wankele gebouwdelen stortten eenvoudig in. Het resultaat is dat het complex na 30 jaar als een ruïne oogt. Soms wordt de constructie opgehakt, vernieuwd of netjes gerepareerd. Soms ook beschouwt men de vervuiling van de bakstenen gevels als total loss en worden deze rood geschilderd. Op aandoenlijke wijze worden daarop dan voegen geschilderd.

De inspiratie van Kahn kwam voor een belangrijk deel uit Rome. Alsof je Le Corbusiers geboden uit Vers une Architecture (1924) terugziet: Rome gaat over elementaire vormen, over baksteen en beton. Bij Kahn komt daar een passie voor de antieke ruïnes bij: de basilica van Maxentius bijvoorbeeld, maar ook voor Piranesi, wiens tekening van de Ponte Fabrizio in de gevels van IIM alom aanwezig is.

Zo is de cirkel rond: ruïneuze inspiratie leidde uiteindelijk tot ruïneuze gebouwen. IIM kan zich nu meten met de ruïneuze kwaliteiten van het oude Rome, waar Kahn ooit begon.