In Vlaanderen gebeurt veel op architectuurgebied. Meestal wordt vanuit Nederland gekeken naar de nieuwe projecten in de West-Vlaamse steden en naar Brussel. Maar ook in Belgisch Limburg is genoeg te genieten. Joep Gosen, een Nederlands architect die in België werkt, nam de Vlaamse dag van de Architectuur als aanleiding om zijn directe omgeving op architectonische kwaliteit te inspecteren.
Die 9e oktober was een miezerige dag en dat kwam niet alleen door de regen. Ook de deuren van het nieuwe Hasseltse Gerechtsgebouw (J. Mayer H. Architects) bleven op de Dag van de Architectuur gesloten. Dit bijzondere gebouw zou dé publiekstrekker geweest zijn; ware het niet dat de bouwheer/eigenaar de opvallende boomvormige toren nog niet had kunnen overdragen aan de huurder en toekomstige gebruiker. De eigenaar was niet van plan bezoekers toe te laten in deze onzekere fase tussen voorlopige oplevering en ingebruikname van het gebouw. Dat bracht teveel risicos met zich mee. Gelukkig waren er nog allerhande boeiende alternatieven. Zeker omdat de Dag anno 2011 maar liefst drie themas kende.
Duurzaamheid
Het begrip duurzaamheid duikt te pas en te onpas op. Media, politici en wetenschappers proberen ons te overtuigen om duurzamer te gaan bouwen. Maar wat houdt dat in? De indruk bestaat dat dit vooral neer komt op ingrepen van technische en materiële aard zoals alternatieve energie en materialen. Om in de toekomst onze huidige levenstandaard te kunnen behouden is er echter meer nodig. Het sociale en culturele aspect is net zo belangrijk. Immers een plek, gebouw of stad is pas écht duurzaam als we haar koesteren. Er is een mentaliteitswijziging nodig waarin individuele verworvenheden en gemeenschappelijke belangen een nieuw evenwicht vinden. Concrete voorbeelden hiervoor zijn de twee andere themas van de dag. De ene speelt meer in op beleidsvlak en de ander op de directe vormgeving van onze leefomgeving.
Op dé Dag werden verschillende renovatieprojecten opengesteld. Vanzelfsprekend zijn zij treffende voorbeelden van een duurzame benadering. In Hasselt waren dat De Silo (a2o), Kaai 16 (Lens° Ass), de verbouwing van de oude gevangenis tot Faculteit Rechten (noA). In Genk was dat de C-mine en de Stadbibliotheek (TV Vasconi Aries Gedas). Beide vormen op geheel eigen wijze een publiek forum in de stad. De Creative-mine is gevestigd in en rond het industrieel erfgoed van de mijn van Winterslag. Met het fabelachtig mooie cultuurcentrum (51N4E) gevestigd in de voormalige energiegebouwen, MAD-factulty (VMB – Bogdan & Van Broeck), de bioscoop in de ex-hoofdzetel (Vincent Cops Quirynen Jacobs), het schitterende overmaatse plein (Hosper) en de innovatieve toeristische attractie op en onder de schachtblokken (NU architectuur), is het een site die de ambitie heeft een creatief centrum van formaat te worden. Het oude hart van de wijk Winterslag wordt zo opnieuw een plaats waar een grote diversiteit van mensen, ideeën en disciplines elkaar ontmoeten en stimuleren.
Participatie
Om tot echte duurzaamheid te komen is het belangrijk dat de directe en indirecte gebruiker zich er thuis voelen. Architecten en beleidsmaker zien daarom steeds vaker het belang van participatie tijdens het ontwerpproces. Naast bouwheer en architect wordt ook de toekomstige gebruiker actief ingezet in het ontwerpproces. In een vroeg stadium betrok a2o architecten de leerkrachten en leerlingen van het Virga Jesse College in Hasselt bij het ontwerp. Na de renovatie en uitbreidingen zullen zij immers het gebouw gaan gebruiken.
Groepswoningbouw
Demografische evoluties (bevolkingsgroei, gewijzigde gezinssamenstelling, vergrijzing) en de huidige economische en ecologische ontwikkeling (stijgende grondprijzen, hogere mobiliteitskosten en energetische eisen) dwingen ons tot een andere omgang met beschikbare ruimte. Het Vlaamse woonideaal – het vrijstaande huis met ruime tuin buiten de stad – wordt steeds moeilijker haalbaar. Groepswoningbouw of meervoudig wonen is dé oplossing. Ze kan een meerwaarde bieden voor bewoner en omgeving. Extra voorzieningen zoals zwembad, fitness, parking en boodschappendienst kunnen gezamenlijk gefinancierd en gebruikt worden. De openbare ruimte maakt, door de schaalgrootte, vaak onlosmakelijk deel uit van deze projecten. Daardoor ontstaat de mogelijkheid ze een betekenis te geven voor bewoner en gebruiker.
De Steymer van LAVA architecten in Genk is een illustratief voorbeeld van collectief wonen. Hoewel het project los staat van zijn omgeving en het sociale woningbouw betreft is het er aangenaam wonen. Twee oostwest georiënteerde vijf verdiepingen hoge gebouwen slingeren tussen weg en voetbalveld. Ze staan op poten, er onder wordt geparkeerd. Een vanaf de straat oplopend dek, een collectief houten toegangsplein met vides en bomen, ontsluit beide gebouwen. Er is een mix van doorzon appartementen. Allemaal hebben ze een terras op het zuiden en optimale zichtrelaties met de groene omgeving.
Architectuurwijzer organiseerde ook een bustour langs een drietal groepswoningbouwprojecten. Een daarvan waren de 10 geschakelde woningen in Zichen-Zussen-Bolder (Egide Meertens). Naast de fraaie architectuur en gedegen uitvoering zit de kwaliteit vooral in de ruimtelijke vormgeving. Hoewel de woningen geschakeld zijn toont het project zeer luchtig. Dit komt door de ritmische afwisseling in bebouwingshoogten. Kortom; hoe kan er in een hoge dichtheid toch het gevoel van lucht en ruimte van de vrijstaande woningen bereikt worden.
Ondanks het druilerige weer kunnen we toch terug kijken op een geslaagd evenement met veel geïnteresseerde bezoekers. Helaas bleek er geen duidelijk onderwerp en standpunt te zijn. Drie themas, die weliswaar met elkaar samenhangen, is teveel. Daarnaast was bij veel projecten de vraag hoe representatief ze waren. Ook moeten de Limburgse steden kritisch kijken naar de gebouwen die ze openstellen. Kunnen dat werven zijn of krijgt de bezoeker een betere indruk als het gebouw al af is? Aan welke architectonische kwaliteit moet een project voldoen? Is het goed om zoveel mogelijk gebouwen open te stellen of moet er een selectie gemaakt worden? Hoe kan een teleurstelling als het wegvallen van dé attractie van de dag voorkomen worden?