Olivier Vet ontwierp een onderzoeksinstituut voor aquacultuur dat wordt ingezet als strategisch element in de transitie van de Scheveningse vissershaven naar een kennishaven.
Het Huis van de Blauwe Revolutie biedt een strategie die inspeelt op veranderingen in de Scheveningse vissershaven. Het laat zien hoe de herwaardering van dit industrieterrein op verschillende schaalniveaus kan plaatsvinden, met groot respect voor de eigenheid en historie van de plek. Daarbij staat het onderzoeksinstituut voor aquacultuur centraal. Het is een broedplaats waar netwerken van onderzoek, marktpartijen, politiek en creativiteit op het gebied van aquacultuur elkaar kruisen.
Een belangrijk uitgangspunt voor het ontwerp is de strategische fasering van de gebiedstransformatie. Het instituut voor aquacultuur werkt daarbij als incubator. Met de transformatie van productiehaven naar kennishaven kan de Scheveningse haven een van de eerste volledige eco-effectieve bedrijvenzones in Nederland worden en een aantrekkingspool voor internationale investeerders in technologieën van de toekomst.
De Visafslagweg is een bijzondere plek voor Scheveningen, niet vanwege de hoogstaande architectuur, maar om de sfeer van traditie, ambacht en visserij. Uitgangspunt van dit project is dan ook niet de oude industrie af te breken en te vervangen door nieuwe, maar om juist een toevoeging te ontwerpen die zich binnen het proces van transformatie naar behoefte kan vullen. De invulling van deze gebouwen kan zich in het gewenste tempo voltrekken.
De nieuwe structuur wordt als een volgende laag over de haven met de bestaande functies heen gelegd en laat weinig littekens achter. Het project is een vertaling van diverse sociaaleconomische grafieken van verandering: de stijgende lijn van aquacultuur ten opzichte van de dalende lijn van de visserij, economische cycli en de opkomst van de kennistechnologie. Zowel de locatie, als het gebouw en het programma moeten in staat zijn deze veranderingen te kunnen huisvesten zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de plek en de betekenis ervan voor Den Haag.
De interactie tussen publiek en wetenschap wordt gevoed door het toevoegen van een publiek plein en dek waar de ontwikkeling van de oude visserij naar een innovatieve aquacultuur zichtbaar wordt. Het gebouw heeft drie soorten gebruikers: onderzoekers, professionele bezoekers en algemeen publiek. Voor de onderzoekers is het onderzoekscentrum een dagelijkse werkplek waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een nat (kweekvijvers) en droog (laboratoria en werkplekken) programma. Tot de professionele bezoekers behoren de viskwekers en producenten, beleidsmakers en financiers. Voor hen is het gebouw een marktplaats voor kennis.
Ook het algemene publiek kan in het onderzoekscentrum terecht. Voor de toevallige passant hebben plein en dek vooral waarde als verblijfsruimte. Voor de groeiende groep maatschappelijk geëngageerde, milieubewuste en kennisgerichte burgers is deze plek een uithangbord voor onderzoek en wetenschap en duurzame economie. Zij kunnen gebruik maken van het bezoekerscentrum, de tentoonstellingen in het visforum en rondleidingen door het instituut. Voor alle gebruikers is er op het dek een visbodega, waar de laatste soorten kweekvis kunnen worden geproefd.
Het gebouw van het onderzoekscentrum is opgevat als een verzameling klimatologische condities. De binnen- en buitengevel worden feitelijk van elkaar losgetrokken. Hierdoor ontstaat een tussenklimaat dat als buffer kan dienen om extreme omstandigheden te nuanceren. Door het gebruik van plaatselijk geconditioneerde ruimtes wordt het energieverbruik voor verwarming en koeling beperkt tot de ruimtes waar deze echt noodzakelijk zijn. Naar gelang de omstandigheden van het buitenklimaat kan het overschot aan warmte of koude worden opgeslagen in de bodem, of direct worden hergebruikt volgens het principe van betonkernactivering. Dit systeem is tevens toepasbaar voor nachtkoeling waarbij het totale gebouw wordt opengezet en zich kan volzuigen met gezonde koele zeelucht, zodat in de zomer binnen één dag een aangenaam binnenklimaat wordt verkregen.
naam
Olivier Vet
e-mail
opleiding / studierichting
AAS Tilburg / architectuur
mentoren
Koen Drossaert, Jan Willem van Kuilenburg, Pieter Feenstra
wanneer begonnen met afstuderen
september 2009
wanneer klaar
oktober 2010
favoriete ontwerpers
Andrea Deplazes
favoriete projecten
Kanagawa Institute of Technology van Junya Ishigami
wat doe je nu
Ik werk bij maxwan architects + urbanists