Nieuws

Archiprix 2011 genomineerd: Wonen met zorg

Nelleke Karst ontwierp voor haar afstuderen een kleinschalige woonzorginstelling in het dorp Stedum op het Groningse platteland. “Ik geloof niet dat architectuur de maatschappij kan veranderen, maar ik geloof wel dat architectuur een bijdrage kan leveren door aanleidingen te creëren en situaties uit te lokken.”

De overgang van een private woning naar een collectieve zorginstelling is groot. Te groot. Harm Tilman (hoofdredacteur van De Architect) merkte in 2006 op 'waar zorg toeneemt, neemt het wonen af'. De overgang is waarschijnlijk het grootst op het platteland, waar ouderen vaak moeten verhuizen naar een instelling ver van het dorp waar ze wonen. Ook is de huidige norm voor 'kleinschalige' woonvormen met 24 tot 48 woningen vaak niet (goed) in te passen in een dorpse structuur. Mijn opdracht was het ontwerpen van een kleinschalige woonzorginstelling op het platteland, waarin de overgang van privé naar openbaar centraal staat en de overgang van de private woning naar een collectieve instelling te verkleinen.

De bewoners van zorginstellingen zijn niet erg mobiel. Dorpse levendigheid dichtbij houdt bewoners betrokken bij het dagelijks leven en het ritme van de dag. Kenmerkend voor het dorp Stedum, de locatie voor deze studie, is de dynamiek. Door de restanten van de vroegere verzuiling zijn op gezette tijden veel kinderen onderweg van en naar de diverse basisscholen, clubs en sportverenigingen. Om binnen de instelling een dorpse levendigheid te bewerkstellingen, is een van de bestaande fiets- en wandelroutes in het plan geïntegreerd. Dit gebeurt ook door de collectieve functies uit het programma van de ouderenhuisvesting te koppelen aan een klein dorpshuisprogramma. Daarmee ontstaat een volwaardig dorpshuis dat zowel de bewoners van de zorginstelling als de andere dorpelingen bedient. Deze collectieve functies stimuleren de bewoners ook om naar buiten te gaan.

Het ontwerp volgt op diverse schaalniveaus het principe van stepping stones. Op stedenbouwkundig niveau herstelt het plan de historische relatie tussen het dorpshart op de terp en het open landschap. Op het niveau van de kavel worden de dorpelingen en bewoners gestimuleerd om hun huis uit te komen door op het terrein diverse collectieve gebieden aan te bieden, variërend van actief tot rustig.
Het plan bestaat uit twaalf woningen, enkele collectieve ruimten en een dorpshuis.
De compositie van het ensemble, de vormentaal, constructie, materialisatie en routes vinden hun oorsprong in het bestaande dorp, maar zijn uitgewerkt tot unieke en eigentijdse oplossingen. Ook is veel aandacht besteed aan de typologie van de individuele woning. Woningen van diverse grootte zijn opgenomen in een complex van losstaande gebouwen. Er is een trapsgewijze overgang van de openbare ruimte naar het private deel van de woning. Anderzijds is er een directe relatie met een privé buitenruimte en heeft elke woning zijn eigen voor- en achterdeur. De woning kent een flexibele ruimtelijke indeling en een zonering gebaseerd op het verlenen van zorg. In het ontwerpproces zijn veel keuzes gemaakt door vanaf ooghoogte te ontwerpen; wat zie je wanneer je loopt, staat, zit of ligt?

naam
Nelleke Karst
e-mail

opleiding / studierichting
Academie van Bouwkunst Groningen / architectuur

mentoren
Jaco Woltjer, Clemens Bernardt

wanneer begonnen met afstuderen
najaar 2007

wanneer klaar
najaar 2009

favoriete ontwerpers
Steven Holl, Alvaro Siza, Dick van Gameren, Herman Hertzberger, Sanaa en Klein Dytham architects

favoriete projecten
The High Line in New York. De vormgeving in combinatie met groen, de  verblijfskwaliteit, het hergebruik, zijn betekenis voor (het gebruik van) de stad: prachtig

wat doe je nu
Hogeschooldocent Vormgeving, Ruimtelijk Ontwerp bij de Hanzehogeschool