Nieuws

Blok 128 op IJburg

Onlangs werd op het Steigereiland in Amsterdam een blok van 71 sociale woningen opgeleverd dat tot stand is gekomen in een interactief proces met de toekomstige bewoners.

De bewonersparticipatie voor Blok 128 maakte deel uit van een herhuisvestingsproject van woningbouwcorporatie Stadgenoot waarbij een koppeling werd gemaakt tussen de vernieuwing van de Westelijke tuinsteden en de realisatie van grote aantallen nieuwbouwwoningen op IJburg. De ingrijpende renovatie van een woonblok van Dudok in Geuzenveld en de grote hieraan gekoppelde herhuisvestingsopgave was voor de corporatie aanleiding om bewoners een nieuw appartement op IJburg aan te bieden. Om de stap naar de andere kant van de stad aantrekkelijk te maken – veel bewoners hadden überhaupt nog nooit van IJburg gehoord – werd een verregaande vorm van bewonersparticipatie opgezet.

Het Steigereiland is vanuit de stad het eerste eiland in de reeks nieuw aangelegde eilanden van IJburg. De structuur van dit kleinere eiland wordt bepaald door een aantal lange lijnen die het eiland verdelen in verschillende buurten met een eigen en vaak experimenteel karakter. Blok 128 ligt in de Zuidbuurt die zich kenmerkt door een aantal brede groene lanen met formele straatwanden en binnengebieden met smalle achterstraten en kleinschalige losse bebouwing. Een groot deel van de bebouwing bestaat uit kavels waarop welstandsvrij kon worden gebouwd.
Blok 128 heeft een prominente ligging aan de centrale IJburglaan, met aan de zuidzijde uitzicht over het water en aan de oostzijde op een parkje. De stedenbouwkundige randvoorwaarden gaven een halfgesloten bouwblok aan met aan de noord- en oostzijde gestapelde bebouwing in vier lagen en aan de zuidzijde grondgebonden (en nog niet gerealiseerde) woningen in drie lagen. Op het binnenterrein moest het parkeren worden opgelost, en er bevinden zich nog drie kavels voor vrijstaande huizen.

De participatie startte al bij de keuze van de architecten, de bewoners hadden daarin de uiteindelijke stem en kozen voor DP6 architectuurstudio uit Delft. Samen met de architect, ontwikkelaar Delta Forte (nu Rochdale) en intercultureel managementbureau Mex-it werden workshops en excursies met de bewoners georganiseerd. In eerste instantie konden de bewoners in alle vrijheid hun wensen kenbaar maken, die over het algemeen verrassend eenvoudige en goed realiseerbare suggesties opleverden. Zo werd er onder meer gevraagd om een afzonderlijke ruimte voor de wasmachine, extra geluidsisolatie in toilet en badkamer, een berging in de woning, een balkon op de ochtendzon en grote ramen. Verrassend was de keuze voor een lichte, strakke gevel als reactie op de op IJburg veelal toegepaste donkere baksteenkleuren. Vanwege de nabijheid van het park met voldoende spelmogelijkheden ging de voorkeur uit naar een kijktuin.

Uitgaande van drie woninggroottes van respectievelijk 70, 80 en 100 m2 werden bovengenoemde wensen vertaald naar plattegronden. Wat vast lag waren de situering van de natte cellen (toilet, badkamer en aparte wasmachineruimte) en de dragende wanden. Alle overige onderdelen, zoals situering van de keuken en woonkamer, aantal slaapkamers, berging en de keuze voor een erker, groot balkon of klein balkon, waren vrij invulbaar resulterend in een catalogus van maar liefst vijfenveertig woningtypes. Bewoners konden hieruit een woning en een plek in het gebouw kiezen. Meest uitgesproken zijn de keuzemogelijkheden in de galerijwoningen aan de oostzijde. De woningen in een enkele beuk van 8.10 breed laten, vergelijkbaar met de ERA woningen van veertig jaar geleden, een vrijwel oneindige reeks indelingsvarianten toe.

Het resultaat ziet er stralend uit: met zijn strakke witte gevel, transparante lichtgroene balkons en de grote raampartijen die de heldere wolkenluchten boven het IJ weerspiegelen vormt het gebouw een baken van licht en rust tussen de vaak rommelig ogende bebouwing van de individuele zelfbouwkavels. De afwisseling van strakke galerijen met de als een resultante van de bewonerswensen schijnbaar willekeurig geplaatste erkers en balkons geeft de gevel een aangename combinatie van lichtvoetigheid en sereniteit.

De zorgvuldigheid waarmee de gevel is ontworpen lijkt te ontbreken in de wijze waarop de overgang naar de straat en het binnenterrein is vormgegeven. De positionering van de bergingen op respectievelijk de hoek en de kop bij het water maken ook de aansluiting van het blok aan de straat aan de buitenzijde van het blok weinig overtuigend. Als gevolg van de stedenbouwkundige eisen is ook de inrichting van het binnengebied moeizaam. Ronduit misplaatst zijn de vrije kavels met drie vrijstaande woningen die in alle opzichten verdwaald lijken te zijn tussen de hogere randbebouwing. De rest van het terrein wordt in beslag genomen door een grote hoeveelheid parkeerplaatsen waarbij de goedbedoelde pergola’s niet kunnen verhullen dat er voor de bewoners nauwelijks nog enige kijk- of verblijfsruimte is: de woningen op de begane grond hebben een minimaal terrasje aan de woning en de zogenaamde ‘kijktuin’ blijkt niet meer dan een smal strookje groen.

Rest de vraag wat het interactieve proces met de bewoners daadwerkelijk heeft opgeleverd. Het proces heeft van alle partijen de nodige inspanning gevraagd, niet in de laatste plaats van de bewoners die vijf jaar lang op hun nieuwe woning moesten wachten. Dat er voor de bewoners wel degelijk iets te kiezen viel mag blijken uit het feit dat zowel het uiterlijk van het blok als de plattegronden voor een niet onaanzienlijk deel het resultaat zijn van bewonerswensen. Hoewel innovatie geen directe doelstelling was is het jammer dat het proces niet heeft geleid tot meer toekomstgerichte, flexibele plattegronden. De eerste lichting bewoners is ongetwijfeld tevreden maar de volgende generaties huurders zullen het met deze keuzes moeten doen.
Belangrijke winst is dat een substantieel deel van de bewoners (bijna de helft van het blok) elkaar vooraf heeft leren kennen, volgens betrokkenen heeft dat er voor gezorgd dat al snel sprake was van een gemeenschap en 'buurtgevoel'.

Bedrijfseconomisch is dit intensieve participatieproces misschien niet de meest voor de hand liggende keuze, maar gezien zowel het architectonische als maatschappelijke resultaat is het goed te kunnen constateren dat er nog steeds opdrachtgevers zijn die zich samen met de ontwerpers en bouwers niet neerleggen bij een minimale standaard, maar met inzet en idealen tot het best mogelijke resultaat willen komen. Dat mag zeker in moeilijke tijden gekoesterd worden.

architect
DP6 architectuurstudio

adres project
Navigatiepad, John Hadleystraat en Halleylaan 1-61

functie gebouw
appartementen

opgave
Het blok bestaat uit 71 sociale huurwoningen. 32 huishoudens hebben meegedaan aan de bewonersparticipatie.

opdrachtgever
Rochdale Projectontwikkeling in opdracht van
Stadgenoot, Amsterdam

datum 1e schets
januari 2007

start bouw
februari 2010

in gebruik name
november 2011

tot hoever in proces betrokken
t/m esthetische directievoering

m2
10.330

trots op
Inspirerend ontwerpproces met de bewoners, met tevreden opdrachtgever en bewoners als resultaat.

volgende keer anders
We hadden ook graag de koopwoningen gerealiseerd willen zien.