Opinie

De Rietveld doet het zelf

Enige jaren geleden werden de studenten en de staf van de Amsterdamse Rietveld Academie opgeschrikt door het plan om de school te verplaatsen naar het GAK gebouw. Daar had men niet echt zin in. Die gedwongen verhuizing ging niet door, maar het ruimtegebrek bleef. Om niet weer een speelbal van goedbedoelende ambtenaren te worden, besloot de school het heft in eigen handen te nemen: De Rietveld doet het voortaan zelf, en zou daarmee wel eens een trendsetter kunnen zijn.

Rietveld legt het ontwerp ‘Rietveld Sandberg Parking’ uit. © Bas van Beek, Jeroen Kramer en Jasper de Haan.

Je kunt je als staf van een middelgrote school met een huisvestingsprobleem neerleggen bij de hedendaagse werkelijkheid van Europese Aanbesteding en door cultuur- en onderwijsambtenaren verzonnen oplossingen. Die aanbestedingsprocedure is in de kern natuurlijk helemaal niet verkeerd; mits goed uitgevoerd en betrokken begeleid, is het een transparante selectiemethode die tot een goed resultaat kan leiden. Maar in handen van risicomijdende ambtenaren en luie adviesbureaus is het een destructief wapen dat tot oplossingen leidt waar niemand echt blij mee is.
De met ruimtegebrek kampende Rietveld Academie had daar, na de slechte ervaring met het goedbedoelde advies om naar het veel te grote GAK gebouw te verhuizen – een plan waarmee de directie leek in te stemmen, maar waar studenten en docenten faliekant tegen waren –  even geen zin meer in.

De school reageerde geheel volgens haar eigenwijze traditie: Weet je wat? We doen het zelf!
Na een uitvoerige inventarisatie van de mogelijkheden, problemen en wensen van de huidige huisvesting is een interne ontwerpwedstrijd uitgeschreven voor uit(eigenlijk in-)breiding op eigen terrein. De wedstrijd stond open voor alle studenten, maar ook voor alumni en huidige en vroegere docenten. Daarmee kon de school een enorme creatieve bron aanboren.  
Onlangs werden de eerste resultaten gepresenteerd en zijn er zes ontwerpvoorstellen geselecteerd voor een volgende ronde. De Rietveld gemeenschap kan een winnaar uit die zes kiezen. Opvallend is dat grote namen ontbreken onder de geselecteerde plannen. De winnende teams zijn grotendeels samengesteld uit eigen studenten of stafleden, met steeds minimaal één architect en slechts een enkele ‘buitenstaander’.
De plannen zijn zoals te verwachten lekker eigenwijs, wars van pronk en praal, en in sommige gevallen opvallend praktisch van aard, zoals het advies om een parkeergarage te bouwen en die ook te gebruiken als onderwijsruimte (lekker veel vrije ruimte), of de copy-paste methode waarbij goed functionerende of geliefde onderdelen van het huidige gebouw domweg gekopieerd worden.

Wie er gaat winnen, en vooral of het winnende plan ook daadwerkelijk zal worden uitgevoerd, is op dit moment nog niet duidelijk. Of deze doe-het-zelf actie tot de meest optimale ontwerpoplossing leidt, is evenmin vanzelfsprekend. Maar dat is in dit geval bijzaak. Belangrijker is dat dit tot een oplossing leidt waarbij de betrokkenheid maximaal is en die hoogstwaarschijnlijk een nieuwe situatie oplevert waar men – ondanks de vele ongemakkelijkheden die er ongetwijfeld in zullen zitten – trots op kan zijn: ‘Dat hebben we toch maar mooi zelf gedaan.’
Wat dat betreft is het doe-het-zelf project van de faculteit Bouwkunde in Delft waarschijnlijk een inspirerend voorbeeld geweest. Het omzeilen van een Europese aanbesteding voor de (toen nog) tijdelijke huisvesting was in dat geval een noodzaak door de urgente situatie die door de brand was ontstaan. En het ontwerp kwam ook niet door studenten en alumni langs de weg van een open ontwerpwedstrijd tot stand. Toch is het vooral de ’we-doen-het-zelf’ houding geweest die een groot gevoel van ‘het is ons gebouw’ heeft opgeroepen. De vele onhandigheden, de behoorlijk uit de hand gelopen bouwsom, de torenhoge energiekosten en de nog steeds ‘suboptimale’ klimaatbeheersing; het wordt allemaal voor lief genomen. En begrijpelijk, want de doe-het-zelver heeft een ongelooflijke tolerantie voor ‘foutjes’.

Het is te hopen dat het allemaal goed verloopt met de aanpassing van de Rietveld, want het zou daarmee een tweede inspirerend voorbeeld kunnen zijn. En een goed voorbeeld doet goed volgen. Natuurlijk zullen er nog genoeg projecten langs de traditionele aanbestedingsweg tot stand komen. Je moet er ook niet aan denken dat iedereen alles zelf gaat doen. Maar wat mij betreft pakken veel meer instellingen en bewoners die lef hebben de handschoen op en wachten ze niet langer op wat ‘men’ voor ze bedenkt. En dat geldt helemaal voor architecten. Wat mij betreft stopt de architectengemeenschap met het gelamenteer over de malaise in de bouw en wordt 2012 het jaar van het grote Doe-Het-Zelven.

Er is niets te verliezen en een wereld te winnen. Kom op, handen uit de mouwen!