Recensie

Brussel: ‘Een mooie vrouw die niet haar mooiste kleren aanheeft’

Op initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontwikkelden drie internationale teams van architecten, planologen en stedenbouwers ontwerpstrategieën voor het Brussel van de toekomst. De tentoonstelling Brussel 2040. Drie visies voor een metropool in het Paleis voor Schone Kunsten (Bozar) presenteert de aanpak van deze teams aan de hand van video’s, maquettes, foto’s en stadsplannen. Een pleidooi voor de herovering van een wat ongrijpbare stad.

Ondanks het sterk metropolitaanse karakter roept ‘de hoofdstad van Europa’ bij veel mensen niet direct een gevoel van weemoed op. De stad doet op het eerste gezicht rauw, grijs en vuil aan. Wie zich wel eens heeft gewaagd aan de Kleine Ring – een serie tunnels die voor een snelle ontsluiting van de binnenstad zorgt – weet dat mobiliteit er een groot probleem is. Eeuwig durende wegwerkzaamheden en frequent georganiseerde ‘Europese Toppen’ zorgen met zekere regelmaat voor een totaal verkeersinfarct. Het sociale karakter van de stad is diffuus: ‘echte Brusselaars’, EU afgezanten, kansarme migranten en – veelal Vlaamse – forenzen bewegen zich ieder binnen een eigen sociaal kader. Het ontbreekt de stad dan ook aan een uitgesproken identiteit.

Echter, wie weg dwaalt van de grote, grijze verkeersaders ontdekt een willekeur aan fraaie kerken, historische pleinen en publieke ruimten met een hoogwaardig architectuurniveau. De stad is dan ook rijk aan potentie. ‘Brussel is als een mooie vrouw die zichzelf niet goed verzorgd, die niet haar mooiste kleren aanheeft en die door een zwaar en Bourgondisch leven patina heeft gekregen’, aldus Kees Christiaanse van KCAP Architects & Planners in een videopresentatie op de tentoonstelling Brussel 2040. Drie visies voor een metropool. De drie uiteenlopende ontwerpstrategieën geven antwoord op vragen als: ‘Welke vorm zal Brussel aannemen in 2040 als de demografische groei zich doorzet?’, ‘Hoe kunnen we ons verplaatsen in de stad wanneer de auto niet langer een optie is?’ en ‘Hoe kunnen we de maatschappelijke tweedeling tegengaan en het sociale weefsel van de stad versterken?’.

Een eerste team, bestaande uit het Nederlandse KCAP in samenwerking met ARUP, Systematica SpA en ZUS [Zones Urbaines Sensibles], presenteert onder de slogan ‘Herover de stad’ een visie voor het versterken van de leesbaarheid  van de stad. Zij richtten zich op de compactheid van het stedelijk weefsel middels het opvullen van de bestaande ‘Emmentaler gaten’ (Christiaanse).  Voor het creëren van dit evenwichtige totaalbeeld vormen de gebieden Noordstation, kanaalzone en Europese wijk de sleutelstukken. Het Noordstation – ook wel het ‘Amerika’ van Brussel genoemd door de vele kantoortorens – zal hierbij worden verheven tot ‘cultuurhub’. De zware industrie in de kanaalzone wordt vervangen door meer innovatie bedrijvigheid passend bij het binnenstedelijk karakter, waardoor langs het waterfront kansen ontstaan voor recreatie. Door deze herwaardering zal de kanaalzone een belangrijke verbinding gaan vormen tussen het noordelijke en zuidelijke deel van de stad, waarmee de bestaande scheidende werking wordt opgeheven. Deze transformatie zal op een ‘natuurlijke wijze’ plaatsvinden middels een rustige en stabiele ontwikkeling, omdat alleen op die manier bestaande problemen kunnen worden opgeheven. De visie wordt dan ook als een framework gepresenteerd.

Een tweede team, gevormd door 51N4E, l’AUC en Bureau Bas Smets (BBS), meent dat het Brussel vooral ontbreekt aan coördinatie, meer dan aan een visie. De stad heeft een grootstedelijk beleid nodig dat de metropool door tijd en ruimte kan sturen. Immers, ‘net zoals elke metropool is Brussel niet langer een plek die men kan tekenen maar eerder een conditie die men kan omschrijven’. Het is een optelling van situaties. Het team werkt met name rond de internationalisering en identiteitsproblematiek van Brussel. Hierbij worden de problemen omgezet in ’troeven’, zoals ‘Dubbel Brussel: kleine metropool, wereldmetropool’, ‘Hybridity’ en ‘100% Brusselaar, 100% Europeaan’. Juist de veelheid aan culturen en talen biedt mogelijkheden om Brussel vorm te geven als een laboratorium van verandering, aldus het team.

Van totaal andere aard is de aanpak van het derde team, dat bestaat uit Studio 012 Bernardo Secchi Paola Viganò in samenwerking met CREAT, Egis Mobilité, Technische Universität München – Dept. of Building Climatology & Building Services, IDEA Consult, Karbon. Zij kijken verder dan het stedelijk weefsel en nemen de landschappelijke waarden rond Brussel als uitgangspunt. Hierbij gaan ze er vanuit dat het huidige diffuse karakter van Brussel geen probleem vormt, maar juist een eigenschap is die versterkt dient te worden. Evenals KCAP spreken ze dan ook niet over het ‘opnieuw uitvinden’ van de stad, maar over het ‘heroveren’ ervan. Een permanente interactie tussen natuur en stad is het speerpunt van de visie, die gebaseerd is op het principe van de horizontale metropool. Het team voorziet in 2040 een stad die vrijwel autovrij is en gestructureerd rond drie valleien, de Dender, de Zenne en de Dijle, gebaseerd op het huidige geografisch karakter. Een fijnmazig openbaar vervoersnetwerk zorgt hierbij voor een efficiënte ontsluiting.

Aan de basis van ieder van de drie visies liggen een grondige stedenbouwkundige analyse en sociaalgeografische studie, die het fraaie kaartmateriaal ondersteunen. Een sterke toevoeging aan de expositie vormen de videofragmenten van Robin Ramaekers en Jo Ackermans, waarin de supervisors aan het woord worden gelaten. Hierdoor blijft de expositie niet beperkt tot een ‘platte’, conceptuele – en voor leken vaak lastig te visualiseren – weergave van de plannen, maar worden de ideeën tot leven gebracht. Voor het Brussel Hoofdstedelijk Gewest ligt er nu de uitdaging om het beste van de visies te combineren tot een sterke strategie om het ‘Brussel van 2040’ vorm te geven. Het is alleszins duidelijk dat de stad een ruwe diamant is die de komende jaren geslepen zal worden.