Recensie

Radicale verbeelding

Met de tentoonstelling Food Forward sluit Stroom Den Haag het langlopende programma Foodprint – voedsel voor de stad af. Het Haagse kunst- en architectuurcentrum onderzocht daarin de invloed van voedsel op de cultuur, de inrichting en het functioneren van de hedendaagse stad. Met Food Forward neemt Stroom alvast een voorsprong op de toekomst.

Een jonge man jaagt met pijl en boog in een supermarkt zijn dagelijks boodschappen bij elkaar. Hij schiet een pijl in een diepvrieskip, gooit deze in zijn boodschappenkar en gaat verder met zijn jacht. Een pakje boter, wc-rollen, bier – allemaal doorspiest met pijlen – belanden uiteindelijk op de kassaband van een verbaasd kijkende kassajuffrouw.

De tentoonstelling Food Forward opent met The Hunt, een video van kunstenaar Christian Jankowski. De moderne jager Jankowski zet meteen de toon voor het vervolg, waarin een drietal kunstenaar(duo)s de vervreemding tussen de stedelijke mens en zijn voedselvoorziening als uitgangspunt neemt en tot in het extreme doordenkt en verbeeldt. Geïnspireerd door het boek The Hungry City van Carolyn Steel bood Stroom de afgelopen drie jaar een podium aan (inter)nationale denkers en doeners die zich bezighouden met voedselvoorziening en de stad. Hoewel het momenteel een populair onderwerp is in de ruimtelijke ordening en bij meerdere architectuurinstellingen en kenniscentra op de agenda heeft gestaan, is het onderwerp nergens in Nederland zo veelomvattend belicht als bij de Haagse instelling. Tot nu toe bleven de ideeën over oplossingsrichtingen binnen de perken van het voorstelbare, zoals stadslandbouw of stadstuinieren. Maar met Food Forward gaat Stroom bewust een stap verder en zoekt naar radicale nieuwe ideeën en oplossingen voor de toekomst van onze voedselvoorziening. Want, zo stelt de instelling: ‘cynische beursspeculanten, onverantwoord consumptiegedrag en een groeiende wereldbevolking dwingen ons hiertoe. De toekomst van ons voedsel is de toekomst van de mens.’

De kunstenaars die een werk hebben gemaakt voor de tentoonstelling houden zich al langer bezig met het onderwerp. Hun verbeelding van ideeën, uitvindingen en ontwikkelingen in de wetenschap en daarbuiten, maakt de toekomst van een radicaal andere voedselvoorziening voorstelbaar en minder absurd dan gedacht. Zo werken Michika Nitta en Michale Burton al enkele jaren samen, ieder vanuit zijn eigen achtergrond: zij opgegroeid in de Japanse hyperrealiteit en hij als Engelse boerenzoon, aan een onderzoek naar de culturele revolutie die de agrarische traditie gaat vervangen. Zij bedachten zeven voedselculturen, waarvan zij er twee verder uitwerkten.
In Algaculture wordt het menselijk lichaam versterkt door algen die leven in nieuwe organen. Het idee is gebaseerd op beschrijvingen van bestaande plantachtige wezens zoals sommige zeeslakken en -salamanders. De mens wordt hierdoor semi-fotosynthetisch, hij verkrijgt voedsel door licht te absorberen, net als planten doen. In Stroom laten Nitta en Burton een man zien die zich in een solarium laaft aan het licht.

In een ander werk betreedt het publiek het huisje van een industriearbeider in de Republic of Salivation. In dit imaginaire land vormen hongersnood en voedseltekorten de aanleiding om de voedselvoorziening radicaal om te gooien. De inwoners krijgen een uitgekiend menu dat afgestemd is op het werk dat zij verrichten. Ook hier zijn de gevolgen tot in detail uitgewerkt. Het monovoedsel doet de mensen verlangen naar vroegere tijden, ze lezen tijdschriften met plaatjes van hamburgers en ander nostalgisch voedsel – je reinste food porn, aldus de kunstenaars.

In de benedenruimte van Stroom heeft Arne Hendriks zijn kamp opgeslagen. Hij werkt al enige tijd aan het project The Incredible Shrinking Man. Via speculatief design onderzoekt hij wat er zou gebeuren als de mens tot 50 centimeter zou krimpen. Tot nu toe worden mensen al vele jaren juist alleen maar groter. Daardoor hebben we per persoon steeds meer energie, eten en ruimte nodig. Hij vraagt zich af wat er gebeurt als het evolutionaire proces wordt omgedraaid en onze kennis wordt ingezet om te mens te laten krimpen? In Food Forward richt Hendriks zich op de gevolgen van een krimpende mens voor de stedelijke voedselvoorziening. Afgelopen december nam hij al een voorschot op de tentoonstelling met een struisvogeldiner. Om te ervaren hoe de gekrompen mens zich straks verhoudt tot de kip kocht hij een struisvogel, liet deze klaarmaken en richtte een groots diner aan.

Tijdens mijn studie las ik het boek Notes on the Underground: An Essay on Technology, Society, and the Imagination (1990) van Rosalind Williams. Hierin toont zij aan hoe het bestaan van zowel echte als imaginaire onderwerelden het bewustzijn van een wereld onder het aardoppervlak tot ontwikkeling heeft gebracht. De kunstenaarsprojecten bij Stroom lijken eenzelfde uitwerking te hebben op ons denken over de voedselvoorziening. Het zijn geen concrete oplossingen die worden voorgeschoteld, maar scenario’s die tot in het extreme zijn doordacht. Soms lijken ze geïnspireerd op science fiction, is de richting hightech en wordt het menselijk lichaam aangepast aan de nieuwe omstandigheden. Andere keren zijn het sociaal maatschappelijke systemen waarop wordt ingegrepen. Verfrissend is de waardevrijheid waarmee de kunstenaars hun radicale perspectieven schetsen. Dat is belangrijk, zo stelde directeur Arno van Roosmalen bij de opening, omdat het debat over de toekomstige voedselvoorziening nu nog erg normatief wordt gevoerd: biologisch is goed, hightech helemaal fout. De bijdragen aan Food Forward gaan voorbij aan dit zwart-witdenken en zetten de deuren open naar een andere wereld.