Stadssocioloog professor Arnold Reijndorp (1948) is de 18e winnaar van de Rotterdam-Maaskantprijs. Hij krijgt de prijs vanwege zijn langdurige betrokkenheid bij en eigenzinnige fascinatie voor de sociaal-maatschappelijke aspecten van de gebouwde omgeving. De jury roemt Reijndorp vooral als bruggenbouwer tussen gebruikers, ontwerpers en bestuurders. Het gaat om én de relevantie van zijn alledaagse observaties én de gave om die relevantie doeltreffend over te brengen.

Arnold Reijndorp – foto Chris Pennarts
Sinds 2006 bekleedt Arnold Reijndorp de Han Lammersleerstoel aan de Universiteit van Amsterdam bij de Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies met als leeropdracht 'Sociaaleconomische en ruimtelijke ontwikkelingen van nieuwe stedelijke gebieden'. Daarnaast is hij onderzoekscoördinator aan het International New Town Institute (INTI) in Almere. Reijndorp opgeleid als architect aan de TU Delft koos al vroeg in zijn carrière voor de analyse van de stad, gebaseerd op kwalitatief onderzoek, om de samenleving in de praktijk van alle dag te doorgronden. Behalve in zijn academische werk toont Reijndorp zijn kwaliteiten ook als adviseur voor verschillende overheden. Hij heeft het talent om zijn sociologische inzichten aan de bestuurslaag over te brengen. Daarbij schakelt hij met even groot gemak zijn sociologische blik op zowel het landelijk als het stedelijk gebied.
Met haar voordracht vestigt de jury de aandacht op de transformatie van oude naar nieuwe waarden in stedelijke gebieden. Verdichting, verduurzaming, de dreiging van een te grote ruimtelijke uitsortering (gettos) en andere manieren van werken in kleinere projecten dat zijn de opgaven voor vandaag en morgen. Geboden is een meer vraaggerichte benadering, waarin beslissingen worden genomen op grond van de behoeften van de gebruikers. Projecten waarin niet alleen maar op geld wordt gestuurd, simpelweg omdat de wereld van toen niet meer bestaat.
De jury meent dat het werk van Reijndorp juist in deze veranderende context van toenemende betekenis is. Niet alleen omdat hij soepel beweegt op het snijvlak van stedenbouw, ontwerp en bestuur een brug tussen deze invalshoeken slaat maar vooral omdat hij het gebruik van de stad als leidend principe in het oog houdt.
In zijn werk toont Reijndorp geen nostalgische roep naar het verleden. Door het DNA van het hedendaagse stedelijke leven bloot te leggen, richt hij de blik op nieuwe netwerken in de stad.
Wie woont waar en waarom, de stad als emancipatiemachine en het (veranderende) functioneren van het publiek domein zijn centrale themas in de studies die Reijndorp alleen en met collegas uitvoert. Hij mag zich daarbij graag richten op grote mythes. Bijvoorbeeld door de vermeende saaiheid van de VINEX wijken te plaatsen in het licht van door hem onder bewoners verzamelde belevingen als Er is hier niets te doen en dat bevalt mij prima. De rest vinden we elders wel. Mede met dergelijke alledaagse observaties zo vindt de jury reikt Reijndorp waardevolle instrumenten aan voor de ontwerppraktijk van architecten en vooral stedenbouwkundigen.
De Rotterdam-Maaskantprijs is een tweejaarlijkse oeuvreprijs voor een of meer personen die het debat over architectuur, landschapsinrichting en stedenbouw in belangrijke mate stimuleren met publicaties, onderwijs of opdrachtgeverschap. De prijs is in 1978 ingesteld door de Rotterdamse architect Hugh Maaskant.
Arnold Reijndorp ontvangt de prijs op vrijdag 16 november uit handen van Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam en vanuit die functie voorzitter van het bestuur van Stichting Rotterdam-Maaskant. De toekenning is gebaseerd op voordracht van een jury die dit jaar bestond uit voorzitter Maarten van Poelgeest (wethouder Ruimtelijke Ordening en Grondzaken van de gemeente Amsterdam), Isaac Kalisvaart (CEO MAB Development), Martien de Vletter (uitgever SUN), Yttje Feddes (landschapsarchitect Feddes/Olthof Landschapsarchitecten) en Koos Bosma (hoogleraar Architectuurgeschiedenis en Erfgoedstudies, VU Amsterdam).