Vanaf 1991 hebben toonaangevende Nederlandse architecten een aantal bijzondere ambassades gebouwd: Rem Koolhaas/OMA in Berlijn, Bjarne Mastenbroek en Dick van Gameren in Addis Abeba (Ethiopië) en Claus en Kaan in Maputo (Mozambique). De promotie van Nederlandse architectuur in het buitenland stond daarbij voorop. Twintig jaar later onderzoekt de film Mission Statements van architect en filmmaker Jord den Hollander vier van de meest spraakmakende ambassades. Is de culturele missie geslaagd?
Mission Statements is een onthullend relaas over het culturele aspect in de internationale diplomatie en toont de soms hilarische misverstanden die daar uit voortkomen. De film wordt sinds de première op het AFFR in oktober 2011, over de hele wereld vertoond. Onlangs waren er premières in Ethiopië, Mozambique en Zuid Afrika, bijgewoond door plaatselijke architecten en diplomaten. Op deze tour werden de makers van de film vergezeld door een groep Nederlandse architecten en mediamensen. Een kort verslag van deze culturele expeditie door Afrika: de Mission Statements Tour, georganiseerd door architect en uitvoerend producent van de film, Joep Mol.
Het eerste reisdoel is de diplomatieke hoofdstad van Afrika, Addis Abeba (Ethiopië). De aankomst in het Hilton in Addis brengt ons 40 jaar terug in de tijd. Sinds de opening in 1969 is het hotel gevrijwaard van modieuze updates en alles ademt de sfeer van toen. Het kruisvormige zwembad is een rechtstreekse verwijzing naar de rotskerken van Lalibela. Een uitgebreide tour door de stad legt vele aspecten van Addis bloot. De heuvels waarop de stad in tentenkampen van verschillende keizers is ontstaan, de vele modernistische gebouwen uit de zeer korte tijd van de Italiaanse overheersing (1936-1941), het gigantische paradeplein met tribune uit de communistische tijd, en de dicht bebouwde spontane wijken, die nu gesloopt worden om plaats te maken voor ordelijke appartementengebouwen. China is overduidelijk aanwezig in de bouw van nieuwe infrastructuur en overheidsgebouwen zoals het gigantische nieuwe hoofdkwartier van de Afrikaanse Unie. Ondanks de onafhankelijke geest van de Ethiopiër lijkt de stad vooral te worden vormgegeven door ontwikkelingen van buitenaf.
We vliegen door naar Lalibela voor een bezoek aan de beroemde Ethiopische orthodoxe rotskerken. Deze 11 monolithische gebouwen zijn in de 12e eeuw in slecht 25 jaar tijd, in opdracht van koning Lalibela uit de heuvels gehouwen en verbeelden een nieuw Jeruzalem. De bekendste van deze kerken is de Beit Ghiorghis die zeker in het avondlicht waarin wij deze bezoeken, adembenemend mooi is. In de stad eromheen lijkt de tijd stil te hebben gestaan, we lijken de enige te zijn die beschikken over een vervoermiddel, werkelijk alles gebeurt te voet of met ezeltjes. Op de marktdag waarop wij in de stad zijn wordt de bergachtige weg er naar toe bevolkt door een lint van mensen die hun schamele koopwaar in zakken op hun rug vervoeren.
De monolithische kracht, die deze kerken bezitten vinden we ook terug in de Nederlands Ambassade in Addis Abeba, ontworpen door Dick van Gameren en Bjarne Mastenbroek. In tegenstelling tot de kerken ligt het gebouw niet onder het maaiveld, maar de monochromie en de ligging, als een strenge lijn in groot overdadig park, roept hetzelfde beeld op van de mens die de natuur naar zijn hand zet. Ook de lange taps toe lopende gang in de ambassade brengt de herinnering aan het interieur van de kerken boven, een uniek Ethiopisch beeld. De conceptuele verwijzing naar Nederland bevindt zich op het dak. Hier zou met een ondiep waterbassin een kunstmatige zeespiegel worden gemaakt waaronder gewoond en gewerkt wordt. Wie nu echter het dak betreedt treft geen water aan, maar een pokdalig landschap van opgehakte geulen waarin rubber matten proberen de lekkages te verhelpen. Ook binnen lijdt het gebouw onder zijn concept: het monolithische en donkerrode beton mist zijn uitwerking op de gebruiker niet. Voorzichtig worden ruimtes in lichtere kleuren geschilderd en er worden kabelgoten bijgeplaatst voor extra verlichting en verwarming, het blijkt koud te kunnen zijn in Addis. Het sterke beeld wat het gebouw oproept, lijkt niet weerbarstig genoeg om de aanpassingsdrang van de steeds roulerende groep Buitenlandse Zaken medewerkers te kunnen weerstaan.
Hoe anders is de Nederlandse ambassade van Claus en Kaan architecten in Maputo, Mozambique. Het zeer functionele en tot in het laatste detail ontworpen kantoorgebouw is een toonbeeld van Nederlands architectonisch kunnen. Alles lijkt te kloppen en straalt overtuiging uit. De bebouwing is aan de noordzijde van het kavel gelegd zodat aan de zuidzijde een besloten tuin ontstaat, afgeschermd met een hoog hekwerk van verticale lamellen. Hierdoor sijpelt de stad de tuin binnen. Van buiten gezien geeft dit concept het complex echter een zeer defensief karakter. Een randje waar de schooljeugd op kan zitten lijkt het enige wat het gebouw toevoegt aan de stad. In de mondaine hoofdstad van deze voormalige Portugese kolonie, waar een groot aantal meesterlijke Afrikaans modernistische gebouwen van de hand van Pancho Guedes staan, bevreemdt deze introverte bescheidenheid.
Het Nederlandse architectuurbeleid inzake de ambassades levert hier twee totaal verschillende producten op. Enerzijds de extraverte, ruwe diamant, die goed behandeld moet worden om zijn glans te behouden, anderzijds de introverte perfecte parel waarvoor je eerst een harde noot moet kraken. Deze verschillen ontstaan niet door beleid of het land waar de ambassades gebouwd worden, maar lijken vooral terug te leiden naar de architecten die de gebouwen ontworpen hebben.
Via de wilde dieren in het Kruger National Park, eindigt de reis in Johannesburg, Zuid Afrika. Dit meest westerse deel van Afrika voelt bijna aan als thuis, maar kent zijn eigen problematiek. Hoewel Apartheid is opgeheven, getuige het mooie en indrukwekkende Apartheidmuseum, blijft het een gespleten land. Met enerzijds de blijheid én armoede van de townships als Soweto en anderzijds de rijkdom én de angst in de blanke wijken. Problemen die wij architecten ondanks onze goede wil, met onze gebouwen niet op kunnen lossen.