De Raad voor Cultuur heeft deze week, onder de titel Slagen in Cultuur, de adviezen over de toekenning van vierjarige rijkssubsidies aan culturele instellingen gepubliceerd. Voor de sector architectuur betreft dit deze keer alleen nog het gefuseerde sectorinstituut met de voorlopige naam NIADEC/AVE, een fusie van NAi, Premsela en Virtueel Platform tot een overkoepelend sectorinstituut voor de Creatieve Industrie.
De raad is voorlopig bepaald nog niet enthousiast over het voorgestelde activiteitenplan. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat er nauwelijks tijd was om een goed doortimmerd plan te produceren. De fuserende instellingen zijn er met elkaar nog niet uit, en dat was zeker enige maanden terug toen het plan moest worden ingediend nog niet het geval.
De raad acht het beleidsplan op dit moment onvoldoende voldragen om de kwaliteit van de fusie-instelling te kunnen beoordelen. De toegezegde subsidie is dan ook onder voorwaarde dat er snel een beter plan komt.
Na de zomer komt de Raad voor Cultuur met een apart advies over de Creatieve Industrie. Het nieuwe sectorinstituut heeft dus nogal wat huiswerk te doen deze zomer.
De raad adviseert daarbij vooral te letten op de uitvoering van de samenwerking en op de manier waarop onderzoek wordt gestimuleerd. dat waren kennelijk aspecten die in het beleidsplan onderbelicht waren.
Daarnaast geeft de raad aan dat het nieuwe sectorinstituut weliswaar voldoende potentie heeft om een groot publiek te bereiken, maar de raad wil het instituut behoeden voor onrealistische verwachtingen ten aanzien van het creƫren van economische meerwaarde. Er kan volgens de raad niet van worden uitgegaan dat er een directe en meetbare relatie is tussen economische meerwaarde en creatieve inventiviteit en productie. De raad pleit voor een scherpe profilering als culturele instelling.
Behalve deze inhoudelijke aanmerkingen heeft de raad ook zijn bedenkingen ten aanzien van de begroting en de geraamde eigen inkomsten. Iets wat overigens ook voor de aanvragen van de overige sectoren geldt: er wordt volgens de raad onrealistisch en te optimistisch gerekend op extra inkomsten in de toekomst.
Bij dat alles komt ook nog dat de raad verwacht dat de huidige bijdragen van andere ministeries dan OC&W ook in de komende periode zijn geborgd. Daar kan het nieuwe instituut zelf nog weinig over zeggen. Dat is onder meer afhankelijk van een nog te publiceren architectuurnota.
Tot die tijd is het dus nog even afwachten.
En een nieuwe naam bedenken natuurlijk.