Recensie

Social Design in theorie en praktijk – design biënnale Utrecht Manifest

In Utrecht vindt de vierde design biënnale Utrecht Manifest (UM NO.4) plaats met als thema Het Nieuwe Werklandschap. Net als de voorgaande jaargangen is de uitvalsbasis en het onderzoeksgebied Rotsoord, een rommelig binnenstedelijk industriegebied in transitie, op een steenworp afstand van de binnenstad.

Transitie van Rotsoord
Niet helemaal toevallig is opnieuw voor Rotsoord gekozen. Een van de initiatiefnemers van Utrech tManifest is Harm Scheltens, voormalig directeur van meubelfabriek Pastoe. De onderneming werd in 1913 opgericht als de Utrechtse Machinale Stoel- en Meubelfabriek (UMS), waar na de Tweede Wereldoorlog de naam Pastoe aan is toegevoegd.  Sinds 1918 is de fabriek gevestigd op Rotsoord, een industrieterrein dat zich uitstrekt langs de Vaartse Rijn richting de binnenstad. Het rommelige industrieterrein maakt zich op voor een transformatie en de komst van de nieuwe bewoners in de omgeving. Rondom Rotsoord verrijzen hogere blokken met appartementen, ontworpen door onder meer Cepezed architecten. Het toekomstige treinstation Vaartse Rijn tussen het industrieterrein en de binnenstad zal een extra impuls moeten geven aan de ontwikkeling van Rotsoord. Het restaurant voor Aziatische tapas LE:EN, dat is neergestreken in een voormalige industriehal op Rotsoord, om de hoek van de watertoren en Pastoe, neemt met eten en een hippe entourage alvast het voortouw. Hier werd dan ook de aftrap gegeven van UM NO.4.

Werklandschappen
De inhoudelijke insteek van Utrecht Manifest is, net als de eerdere edities, Social Design. Voorgaande jaren was er regelmatig commentaar op de toegankelijkheid en de elitaire benadering van Utrecht Manifest, een logisch gevolg van de keuze voor Utrecht Manifest als onderzoekend evenement. Over de theoretische kant van Social Design werd vooral achter de schermen nagedacht, uit het zicht van de mogelijke bezoekers. Dit jaar moeten kleine, sympathieke manifestaties en diverse workshops op de verrassende plekken de brug slechten tussen theorie en praktijk en tussen ontwerper en gebruiker. De focus ligt deze vierde editie op Het Nieuwe Werklandschap. Een organische invulling van sociale en economische structuren kunnen volgens UM NO. 4 de levensvatbaarheid van gebieden in de stad beter waarborgen. Door werken, wonen en leven zoveel mogelijk te integreren met de omgeving, activiteiten zoveel mogelijk op elkaar aan te sluiten en functies slim te benutten, kan de stad beter functioneren, zo is het idee, en wordt de basis gevormd voor sociaal duurzame gebiedsontwikkeling. De vragen die bij de transformatie van Rotsoord aan de orde komen, staan volgens de organisatie model voor vergelijkbare vraagstukken in andere steden. In verschillende deelprojecten, de zogenaamde werklandschappen, worden “al werkend modellen gevormd en gecheckt, waarin proefondervindelijke projecten worden vergeleken met historisch bewijsmateriaal”. Met de drie werklandschappen EET, KRUIST ICI en VERDIEPT wordt een dynamisch netwerk van activiteiten onderzocht in en om Rotsoord.

Utrechtse Oogst
Een braakliggend terrein, dat resteerde na de sloop van ijzerwarenfabriek Vicona en ligt te wachten op een nieuwe bestemming, vormt de uitvalsbasis. Het is het vertrekpunt van de optocht van het letteralfabet, waarvoor verschillende lokale handwerklieden de begin letter hebben ontworpen van het ambacht dat in hun kunst en in het vroegere productiegebied Rotsoord een rol speelde. Zo heeft Carin van Dongen de T van Tegelzetter vervaardigd, een directe verwijzing naar haar eigen werk en de baksteen- en tegelfabrieken in langs de Vaartse Rijn. Het project maakt onderdeel uit van het werklandschap KRUIST ICI. Op het Viconaterrein staat ook de ‘Kwekerij zonder land’, onderdeel van het werklandschap EET en een van de meest tastbare onderdeel van Utrecht Manifest. Hiervoor hebben de architect Casper Schuuring van GENT&MONK, landschapsarchitecten Noël van Dooren en Frank Stroeken, tevens auteur van het boek Vlaaien op de Neude, 2000 jaar stadslandbouw en voedsellandschap in Utrecht, de handen ineen geslagen. Onder de noemer Utrecht Kiemt! kunnen bezoekers voor het symbolische bedrag van 20 cent een kiemplantje meenemen van de houten schuttingen. De keuze  bestaat uit verschillende planten die goed aanslaan in de stad, zoals druiven, aardbeien, frambozen, bonen of courgettes. Op de grote tafel in het midden kan op de afgebeelde kaart van Utrecht met een geel stickertje aangegeven worden waar het plantje terecht komt. Eenmaal thuis kan het worden gefotografeerd en op Facebook geëxposeerd. Zo kunnen nieuwe sociale contacten gelegd worden tussen deze prille stadslandbouwers. Rondom de kaart wordt een korte analyse gegeven van twaalf verschillende plekken en hun geschiktheid voor voedselteelt in de stad en wordt met ‘facts & figures’ de zin en onzin van stadslandbouw becommentarieerd.

Pestokar
Even verderop in de boomgaard van kinderboerderij Rotsoord stond de pestokar opgesteld. Met eetbare veldbloemen (en dat zijn er meer dan je denkt) kon je zelf pesto maken voor je lunch onder werktijd. Helaas werden de workshops gehouden op landgoed Amelisweerd, de recreatieve uitvalsbasis van Utrecht net buiten de stad. Hierdoor kwam van het slechten van de brug tussen omwonenden en Rotsoord niet helemaal van de grond kwam. Grote uitzondering daarop was het Repaircafé uit de wijk Ondiep met een Koffiemolenworkshop waar buurtbewoners hun kleding en apparaten konden laten maken.
Het zijn dit soort projecten die het kunstklimaat in Utrecht het meest manifest maken doordat er vooral Utrechtse kunstenaars bij zijn betrokken. Voor verschillende andere workshops zijn bekende namen van elders ingevlogen. Deze trekken een breder publiek van buiten Utrecht, maar dragen minder bij aan het werklandschap in de buurt.
Utrecht Manifest probeert de ontwerper en de gebruiker dichter bij elkaar te brengen, maar dat gaat niet altijd even soepel. De deelnemers aan de kleinschalige projecten zijn veelal mensen die zich al bewegen in de kunst- en architectuurwereld en via een persbericht van afzonderlijke activiteiten op de hoogte zijn gebracht. Het is de vraag of de door de buurt verspreidde krant met veel theoretische achtergrondinformatie en weinig feitelijkheden wel beklijft bij bewoners uit de omgeving. Het lijkt Utrecht Manifest te ontbreken aan publicitaire daadkracht om ‘de gewone’ mensen te betrekken bij en laten nadenken over de vorm en functie van elementen en werkzaamheden in hun dagelijks leven. Er wordt nog iets te veel gedacht vanuit de kunstenaars en minder vanuit de gebruiker.

Grand finale
Het theoretische kader van UM NO. 4 krijgt aanstaande vrijdag 22 juni zijn beslag met het symposium Het Nieuwe Werklandschap. Dan denken onder meer Jurgen Bey (artistiek leider), Pieter Hooijmeijer (hoogleraar Sociale Geografie en Demografie aan de UU) en Joep van Lieshout hardop na over de manier waarop nieuwe kleine productie-eenheden kunnen bijdragen aan het economische en maatschappelijke verkeer. En die strekken zich hopelijk verder uit dan de populaire stadslandbouw.