Feature

Zomerhuis Groet

In het Noord-Hollandse Groet staat een bijzonder zomerhuis uit 1935, ontworpen door Ben Merkelbach en Charles Karsten. Tot vorige maand was het huis in bezit van de familie Dijkstra. Erfgoedvereniging Hendrick de Keyser heeft het witte gebouw, dat nog zo goed als in originele staat verkeert, gekocht en gaat het verhuren als zomerhuis.

Met enige regelmaat ga ik met de trein van Amsterdam naar Alkmaar waar de bus mij naar ons bootje brengt. Dat ligt in de Hargervaart van Groet, een doodlopend kanaal, dat ooit is aangelegd om zand uit de duinen per boot naar het achterland te vervoeren. Dat bootje is meer een drijvende caravan dan een nautisch wonder; het is vooral de plek die bijzonder is. Prachtige Hollandse weiden, met de duinen op de achtergrond en het strand op twintig minuten loopafstand. In de bus, op weg naar ons bootje, als we over de Heereweg richting restaurant De Bokkesprong rijden waar de bushalte is, let ik altijd op dat ene bijzondere witte huis in de polder. Hoe vaak heb ik niet gewenst ons bootje in te ruilen voor dat bijzondere zomerhuis.

Er gaat een enorme aantrekkingskracht van uit, doordat het zo afwijkt van zijn omgeving en zo prachtig in het strak vormgegeven polderlandschap ligt.
Dat witte huis is alles wat de omgeving niet is. De veelal, toch aantrekkelijke boerderijen en woonhuizen langs de weg van Schoorl naar Groet zijn veelal opgetrokken uit baksteen, hebben puntdaken en staan over het algemeen vlak langs de weg. Het bijzondere zomerhuisje ligt juist een paar honderd meter van de weg af, is afwijkend wit waardoor het sterk contrasteert met de groene polder en is gericht op de duinen, terwijl de andere woningen zich juist richten op de weidse achterliggende polder. Het verbaast niet dat ten tijde van de bouw, halverwege de jaren dertig van de vorige eeuw, het vierkante product van het Nieuwe Bouwen, tot verbaasde reacties heeft geleid. Hypermodern was het ontwerp van Ben Merkelbach en Charles Karsten. Opdrachtgever was de Amsterdamse advocaat en journalist Rients Dijkstra, verbonden aan de Groene Amsterdammer en maakte deel uit van de artistieke intellectuele elite van die tijd. Hij was de vader van de latere rijksbouwmeester Tjeerd Dijkstra, die het huis onlangs aan erfgoedvereniging Hendrick de Keyser heeft overgedragen, waardoor het zeker behouden blijft voor de toekomst.

De architecten Merkelbach en Karsten behoorden tot de voorhoede van het Nieuwe Bouwen in de jaren twintig en dertig van vorige eeuw. In het ontwerp van het zomerhuisje – toepasselijk gelegen aan de Eerste Nieuweweg – konden zij zich in alle vrijheid ontdoen van het dwingende stilisme van de Amsterdamse School en volop experimenteren met moderne ideeën van de Nieuwe Zakelijkheid en het Functionalisme. Bouwen zonder opsmuk, met beton en glas, rechte lijnen en grote ramen.
Het blokvormige huis is eenvoudig van bouwwijze. Het werd opgetrokken in hout, baksteen, staal en glas, waarna de bakstenen witgepleisterd zijn. De combinatie van een horizontaal dakvlak en balkon met de prominente schoorsteen en een verticaal trapraam levert een uitgebalanceerde compositie op.
De heilzame werking van licht, lucht en ruimte komen in het ontwerp ten volle tot uitdrukking. Zo opent de woonkamer zich naar het omliggende landschap. Dit gebeurt door schuifdeuren die via een rails op ingenieuze wijze naar buiten kunnen draaien en zo windschermen vormen. Het is een even praktische als verbluffend mooi idee. Het streven van Merkelbach 'om de scheiding tusschen natuur en huis zooveel mogelijk te vervagen' is er zeer tastbaar doordat binnen en buiten op extreme wijze in elkaar overlopen.
Na de bouw kreeg het huis aandacht in tijdschriften als 'De 8 en Opbouw' en het 'Bouwkundig Weekblad'. Beroemde foto's van Eva Besnyö uit de jaren dertig geven door de strakke lijnen van zowel gebouw als schaduw, een beeld van een modern zomerhuisje voor de moderne mens.

Veel gebouwen van de architecten van het Nieuwe Bouwen uit de jaren dertig zijn afgebroken of rigoureus verbouwd. Het zomerhuis in Groet is echter tot in detail bewaard gebleven, hoewel in de loop der tijd wel enkele aanpassingen – in de geest van het Nieuwe Bouwen – zijn gedaan. Zo is de vloer op de benedenverdieping vervangen en is een garage aangebouwd die door Merkelbach en Karsten al wel getekend was. Erfgoedvereniging Hendrick de Keyser beraadt zich nog op de manier waarop het huis gerenoveerd moet worden. Want hoewel het huis zo goed als in originele staat verkeert, is het de vraag of bijvoorbeeld de originele kleuren van de stalen kozijnen teruggebracht moeten worden. Ook laat de technische kwaliteit van het dak te wensen over als gevolg van de experimentele bouwwijze tachtig jaar geleden. De erfgoedvereniging wil het huis uiteindelijk gaan verhuren als zomerhuis. Dat kan een mooie afwisseling zijn van het bootje in de Hargervaart.