Jille Koop maakte een herontwerp van het Vlaamse Cultuurhuis De Brakke Grond in het centrum van Amsterdam.
Hoe kan een gebouwontwerp voor De Brakke Grond zichzelf onderscheiden in het stadslandschap als een relatief hoog object en tegelijkertijd voorzichtig gepositioneerd worden in het bestaande beschermde monumentale stedelijke weefsel? Op deze ogenschijnlijk paradoxale vraag probeer ik antwoorden te vinden. Een reeks van intuïtieve massastudies in de aanvang van het onderzoeks- en ontwerpproces, was voor mij de aanleiding tot het toevoegen van een hoog object in het stadslandschap. Vanuit een empirisch en morfologisch perspectief vond ik silhouetten die mij rijke inzichten en ontwerpinstrumenten opleverden.Op het niveau van het enkele gebouw wilde ik uitzoeken welke formele talen te rijmen waren met die van de stad en die ik toe kan passen op de initiële voorgestelde massa. Door te observeren, te schetsen en Amsterdamse gebouwen opnieuw te tekenen kwam ik tot de conclusie dat Amsterdamse gebouwen een typische relatie aangaan met de gebouwde omgeving. De complexiteit van een gebouw vergroot in opgaande richting, bijvoorbeeld door een verdubbeling, toevoeging of splitsing. Verder veranderen verticale lijnen in steile diagonalen. Ook kan de volledige massa verjongen, of anderzijds stapsgewijs naar boven oplossen. Een laatste differentiatie laat lucht door het gebouw vloeien, het silhouet is geperforeerd.
Een hoog gebouw beïnvloedt het silhouet van de stad. Op het niveau van het stadslandschap stelde ik me de vraag met welke karakteristieken ik in het panoramische silhouet rekening moet houden.Door vier hoge punten, kerktorens en de Kalvertoren, te beklimmen rondom de locatie van De Brakke Grond was ik in staat te observeren, fotos te maken en silhouetten vanuit empirische basis opnieuw te tekenen. Het stadslandschap beschouw ik als een groot plat tablet. Uitzonderingen, bestaande uit hoge accenten, lijken te zijn bevrijd en onderscheiden zich in het silhouet.
Op morfologische schaal is in de verzameling van stedelijke korrels van het centrum van Amsterdam een aantal silhouetten herkenbaar. Ik zoek aanknopingspunten in de horizontale silhouetten en dakstructuren. Het schema van de stedelijke korrels van Amsterdam onthult een repetitie van open publieke ruimten. Pleinen zijn gepositioneerd langs een as als een centraal gat. Het verschil tussen bijvoorbeeld het Beursplein en het plein van De Brakke Grond is het respectievelijke extensieve en intensieve karakter. Verder laat het schema zien dat de korrelgrootte langs de straat Nes verandert in noord-zuidrichting. Dit heeft te maken met de voormalige aanwezigheid van kloosters. Het gebouwontwerp kan een antwoord geven op deze interessante overgang.
Het niveau van de straat kan gezien worden als een omgekeerde morfologie. Door te observeren met mijn ogen omhoog gericht probeer ik te achterhalen of het silhouet van de Nes mij met meer handvatten kan bedienen. De conclusie is dat het silhouet van de straat slechts eerdere bevindingen bevestigt, waaronder de aanwezigheid van de verschillende korrelgrootten. Verder laat de fotomontage zien dat de smalle straat een ontzettend intensieve sfeer heeft. De bevindingen van het onderzoek, waarvan hierboven een aantal is beschreven, zijn gebruikt in de ontwikkeling van het gebouwontwerp. De vorm, een Grossform, presenteert differentiaties in opgaande richting. Kleine elementen, korrels, zijn bovenop grote geplaatst. Subtiel, maar zich onderscheidend voegt het gebouw een cultureel accent toe aan het stadslandschap door gebruik te maken van bekende Amsterdamse vormentalen. Het gebouw rijmt ook in de directe omgeving met bestaande hoeken, lijnen en vormen.
Het interieur is ontwikkeld door gebruik te maken van een sterk gewortelde Amsterdamse bouwmethode. Het interieur oogt licht en ruimtelijk. Verder is van beneden tot boven sprake van een esthetische articulatie van de constructie. Het is een doorgaand systeem waarbij beton en hout samengaan met een gotisch karakter. Het gebouw als geheel is niet bedoeld om een kathedraal of Amsterdams stadshuis te kopiëren. Het is een herinterpretatie, een gotisch silhouet, waarbij gebruik gemaakt is van gotische intelligentie.
opleiding / studierichting
TU Delft / architectuur
mentoren
Christoph Grafe, Heike Löhmann, Maarten Meijs,Irene Cieraad
wanneer begonnen met afstuderen
februari 2010
wanneer klaar
januari 2011
favoriete ontwerpers
Stéphane Beel
favoriete project
Roger Raveelmuseum, Machelen-aan-de-Leie
wat doe je nu
In dienst bij Korteknie Stuhlmacher Architecten in Rotterdam, zelfstandig interieurbureau en meubelmakerij in Haarlem en Opende (Gr.)