Nieuws

Academies van Bouwkunst starten gezamenlijk lectoraat

De Academies van Bouwkunst in Amsterdam, Arnhem, Groningen, Maastricht, Tilburg en Rotterdam hebben de door het Ministerie van IenM toegeworpen handschoen opgepakt. Als beoogd ‘lead partner’ in het Netwerkprogramma Ontwerpopleidingen uit de ActieAgenda Architectuur en Ruimtelijk Ontwerp hebben de Academies van Bouwkunst het voorstel gelanceerd om een Academies-breed lectoraat ‘Lokale en Regionale Ontwerpopgaven’ op te starten.

Het Ministerie heeft het voorstel enthousiast omarmd en een subsidie van €560.000 toegekend voor het onderzoeks- en samenwerkingsprogramma. Het programma, dat een looptijd van vier jaar heeft, biedt de Academies de mogelijkheid de reeds bestaande samenwerking met de lokale en regionale ontwerppraktijk structureel te verstevigen en te verdiepen. Het lectoraat zal, in nauwe samenwerking met de zes Academies, lokale en regionale overheden in en om de steden waar de Academies gevestigd zijn en het Ministerie van IenM, de komende vier jaar een aantal concrete, actuele en relevante ruimtelijke opgaven op lokaal en regionaal niveau bij de horens vatten.

Via het ontwerpend onderzoek aan de Academies naar die opgaven zal een zestal doelstellingen gerealiseerd worden:
1. Het beschikbaar stellen van de expertise en creativiteit van de jonge ontwerpers in opleiding aan de Academies voor lokale en regionale overheden ten behoeve van hun actuele (ruimtelijke) opgaven.
2. Het beschikbaar stellen van de kennis en expertise van lokale en regionale overheden, inclusief inzicht in de politiek-bestuurlijke condities waaronder architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur geproduceerd worden, voor studenten van de Academies van Bouwkunst ten behoeve van de ontwikkeling van actuele  en relevante ontwerp- en beroepsvaardigheden.
3. Het ontwikkelen van productieve ruimtelijk-programmatische denk- en oplossingsrichtingen voor actuele en relevante opgaven in de Nederlandse steden en regio’s. Daarbij is het uitgangspunt dat het om opgaven gaat die leiden tot denk- en oplossingsrichtingen die ook voor andere steden en regio’s relevant zijn.
4. Het met elkaar in verband brengen en aan elkaar relateren van zowel de specifieke opgaven in de verschillende steden en regio’s als de voor die specifieke opgaven ontwikkelde ruimtelijk-programmatische denk- en oplossingsrichtingen.
5. Het interpreteren en verbreden van de voor de specifieke opgaven ontwikkelde ruimtelijk-programmatische denk- en oplossingsrichtingen teneinde ze naar een hoger aggregatieniveau van inzicht en kennis te brengen.
6. Het breed delen van de, op basis van de specifieke, aan elkaar gerelateerde en geaggregeerde resultaten van het samenwerkingsprogramma, ontwikkelde kennis en ervaring.

Het lectoraat zal gaan bestaan uit de lector Lokale en Regionale Ontwerpopgaven en een zestal kenniskringleden. Elk van de kenniskringleden, afkomstig uit de architectonische, stedenbouwkundige en/of landschapsarchitectonische beroepspraktijk, zal ook als onderzoeker/docent aan één van de Academies verbonden worden.