In de aula van Het Nieuwe Instituut (voorheen NAi) werden op 21 maart de uitkomsten van de derde editie van Studio voor Unsolicited Architecture, Design en E-Culture gepresenteerd. De onderzoeksvoorstellen zijn een half jaar geleden uit 50 inzendingen gekozen omdat ze ‘verrassend en op een actuele manier inspelen op maatschappelijke behoeften.’ Drie enthousiaste teams lieten hun uitgewerkte voorstellen zien. Wat is vernieuwend aan hun ideeën?
Guus Beumer, directeur van Het Nieuwe Instituut, verduidelijkte in zijn inleiding de opzet van Unsolicited Architecture – een programma geïnitieerd door zijn voorganger Ole Bouwman: het zijn projecten waar niemand geen opdrachtgever om gevraagd heeft; ze zijn ontstaan uit een ander soort urgentie. Beumer problematiseerde een van zijn stokpaardjes: het begrip ‘innovatie’, vandaag de dag onlosmakelijk gekoppeld aan ‘de markt’. Bij deze ongevraagde projecten is innovatie juist gekoppeld aan het versterken van de Civic Society, een spannende ontwikkeling, vindt Beumer.
Als eerste sprak Zineb Seghrouchni van Studio Papaver namens haar team. Leve de Krimp heet hun onderzoek, een verfrissende en positieve benadering van het meestal als doemscenario behandelde fenomeen krimp. Niet zozeer terugloop van bevolking is het probleem, maar vooral de effecten ervan waaronder het sluiten van voorzieningen, van winkels tot scholen en bejaardenhuizen, en de waardedaling van vastgoed. Het slim verbinden van stromen lijkt oplossingen te bieden maar komt niet echt van de grond, analyseerde het team. Hoe kunnen de bewoners zelf bottom-up anticiperen op de krimp van hun regio? En hoe kan dit gefaciliteerd worden?
Hiervoor heeft het team een zes maanden durend spel ontwikkeld, waarin een ‘alternate reality’ onderzocht en uitgeprobeerd werd. Het spel kent zowel digitale als ook ‘reële’ delen en werd in de krimp-regio Achterhoek getest door echte spelers. De spelers zoeken antwoorden op opgaven zoals ‘Overleef drie dagen zonder eigen en openbaar vervoer, waarbij je geen gebruik kunt maken van voorzieningen binnen een straal van 10 km’. De oplossingen werden geüpload en de beste ideeën verder uitgewerkt. Tijdens ‘reële’ ontmoetingen tussen de verschillende spelers ontstaan koppelingen: ideeën komen in een stroomversnelling terecht.
Wat is nieuw aan dit project? Spelenderwijze ontdekken de bewoners wat zijzelf kunnen bijdragen aan de aanpak van de problematiek in hun regio en hoe ze samen voor een stijging van de leefkwaliteit in hun gebied kunnen zorgen. Bewoners komen zelf in actie, zonder tussenkomst van bestuurders of deskundigen. Het spel creëert saamhorigheid tussen mensen en bewustwording over het abstracte thema krimp. Zo ontstaan hopelijk vernuftige, breed gedragen en daarom ook duurzame oplossingen.
Lilet Breddels presenteerde het onderzoek Self Building Building. Het team ontwikkelde als alternatief voor de vastgelopen vastgoedmarkt een website ter ondersteuning van op kleine investeringen gerichte doe-het-zelf initiatieven. Als kapstok dient het idee van een kookboek: door experts geschreven zijn de recepten na te koken en kunnen ze naar eigen inzicht aangepast worden. Op de website, nu nog de bètaversie, ordent het team bestaande doe-het-zelf initiatieven binnen de drie categorieën organisatie recepten, financiële recepten en technische recepten. Op de volledig uitwerkte site zullen de initiatieven met hun voor- en nadelen omschreven worden zodat doe-het-zelvers bij het opzetten van hun eigen initiatief kunnen leren van de voorbeelden.
Een voor het onderzoek belangrijk aspect is de huidige bouw- en regelgeving, die remmend op vernieuwende doe-het-zelf projecten werkt. De recepten zullen daarom ook laten zien hoe op een andere manier met de regelgeving om gegaan kan worden, of waar het zelfs mogelijk is regels aan te passen. Om een en ander te testen is het SBB-team bezig met een eigen zelfbouw project in Amsterdam Noord.
Dit is een moedig en uiterst ambitieus project, het doel is immers het bouwen met en door leken, én het stapsgewijze veranderen van de bouwregelgeving. Twee doelen met verreikende consequenties, bijvoorbeeld met betrekking tot veiligheid, schadeclaims en juridische verantwoordelijkheid. Iedereen die een keer aan een bouwproces heeft meegewerkt, weet hoe moeizaam zelfs de kleinste vernieuwingen te realiseren zijn. Of dit project echte vernieuwing tot stand kan brengen, zal pas over enkele jaren duidelijk worden.
Het derde onderzoek, Open Source City werd door Mark van der Net voorgesteld. Hoe kan de nieuwste digitale technologie ingezet worden voor verkenning van dringende ruimtelijke vraagstukken? Probleem is volgens het team niet het ontbreken maar de ontoegankelijkheid van informatie doordat instanties geografische, demografische en economische data vaak alleen als platte tekst aanleveren. Op hun website heeft het team deze aanwezige (open) data verzameld en grafisch toegankelijk gemaakt.
In de space locator kunnen enkele of meervoudige datasets opgeroepen worden, zoals bouwjaar of functie van panden. Een tweede zoekfunctie betreft vooraf gedefinieerde, actuele ruimtelijke thema’s zoals gedeeld belang, water, erfgoed, leegstand en energie. Alle data kunnen voor geheel Nederland of voor een bepaald deelgebied opgevraagd worden. Door het beschikbaar stellen van informatie wil het team lokale initiatieven steunen maar ook het ondernemerschap bij professionele ontwerpbureaus versterken: het gaat om het zelf zoeken van ontwerpopgaven.
Nieuw bij deze aanzet is dat bestaande informatie op één site – grafisch – gebundeld wordt. Door de opbouw van de website, vooral de space locator, worden gebruikers uitgedaagd data fantasievol en creatief te combineren en hiermee te experimenteren. In één oogopslag ontstaan verrassende ruimtelijke patronen en verbanden. Deze bundeling van informatie versnelt onderzoekswerk en ziet er nog mooi uit ook.
De inventiviteit van de teams verdient alle lof. Maar geldt dat ook voor de werkwijze van de beoordelingscommissie? Het is een oude wijsheid dat de uitkomst van een prijsvraag meer over de jury zegt dan over de inzendingen. Deze avond laat vooral de trendgevoeligheid van de toenmalige leden van de beoordelingscommissie zien. In een bepaalde zin lijken de projecten dan ook erg op elkaar. Alle voorstellen zijn door groepen van mensen, teams, uitgewerkt en stellen zich dienend op. Bij alle drie onderzoeken ligt de klemtoon op het zélf ontplooien van initiatieven door burgers, op kleinschaligheid, bottom-up en do-it-yourself, en overal te horen en te lezen ideeën: de volgende modegolf. Zou er niet ook nog een wezenlijk andere weg zijn de huidige misère te lijf te gaan? Als er een dergelijk voorstel was, hebben de commissieleden ons deze helaas onthouden.