Feature

Frank van Klingeren en de actuele roep om collectiviteit

Terwijl verontwaardigde politici gevolgd door cameraploegen en beveiligers een bezoek brengen aan de sharia-driehoek in de Haagse Schilderswijk wordt een stukje verderop bij Stroom een opmerkelijk debat gevoerd. Met United We staat de eerste helft van dit jaar de collectieve vormen van werken, denken, organiseren en leven centraal. Is dit een wanhoopspoging om het neoliberalisme te keren? Een kritiek op de laisser faire periode van de laatste jaren waarbij de stad weer werd opgedeeld in enclaves van sociaal-economisch gelijkgestemden? De sharia-driehoek blijkt een vergeten buurt met armoede en werkeloosheid, waar een Hindoestaanse journalist de Turkse en Marokkaanse gemeenschap zwart probeert te maken. De roep om communicatie en collectiviteit is dan ook nog steeds actueel.

Markt in de Meerpaal, Dronten – foto Jan Versnel

In het kader van United We organiseerde Stroom een avond getiteld United We Live over het materiële en immateriële gedachtegoed van architect Frank van Klingeren (1919-1999). Voor Van Klingeren was de meest ideale samenleving te vinden op de camping. Een imperfecte wereld waar privé-ruimten tot een minimum zijn beperkt en gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen optimaal worden gebruikt. En ziedaar, de mens gaat er graag heen en beleeft er zijn gelukkigste momenten. Of Van Klingeren ooit een ANWB-camping in hoogseizoen heeft bezocht is onbekend, maar de campingmetafoor is van toepassing op al zijn werk. Gemeenschapszin was het hoogste goed in zijn ogen. Van Klingeren was geen architect in de klassieke zin van het woord, maar een soort sociaal ingenieur. Opgeleid als weg- en waterbouwer en verder geschoold in staal en beton gaf hij bij uitstek vorm aan het collectieve domein.

Van Klingeren ontwierp onder meer centra voor nieuwe wijken en steden in het ruime groen. De Meerpaal (1967) in Dronten en ’t Karregat (1973) in Eindhoven waren vooral ruimten onder één enorm dak; een mediterraan dorpsplein waar vanwege het Hollandse klimaat een glasgevel omheen werd getrokken. Van Klingeren was fervent tegenstander van de verzuiling en het doorgeschoten rationalistisch modernisme. Hij wilde de geïnstitutionaliseerde maatschappij veranderen, de verzuilde samenleving moest hoog nodig worden ontklonterd. Elke zuil had zijn eigen universum opgetrokken waar alles tot in de puntjes was geregeld. Alle zekerheden waren top down door vadertje staat gepland. Mensen verschansten zich achter conventies en muren zonder te communiceren. Juist deze fysieke en psychologische muren moesten worden geslecht, aldus Van Klingeren. Zijn ideale gebouw had geen muren, want pas dan kon de communicatie gedijen en kon gemeenschapszin groeien. De Meerpaal en ’t Karregat behoorden in Nederland tot de grootste gebouwde sociale experimenten van de jaren zestig en zeventig. Van Klingeren kreeg de status van voorloper en de gebouwen werden gekoesterde tempels van verandering. Nadien echoden woorden zoals ‘gemeenschapszin’, ‘communicatie’ en ‘collectiviteit’ nog lang na.

Rommelmarkt in ‘Karregat, Eindhoven

De tempels van verandering van toen zijn de bouwvallen van vandaag. Nadat de hippievrolijkheid was overgewaaid ging men weer over tot de orde van de dag op universiteiten en in raadszalen. De ideeën van Van Klingeren vielen in ongenade. In Dronten, Eindhoven en Den Haag werd de sloopplannen van de gebouwen van Van Klingeren aangekondigd. De open gebouwen, de muurloze ruimten en glasheldere structuur die nodig waren om tot interactie te komen bleken nu juist problematisch. In het nieuwe millennium communiceren mensen het liefst met gelijkgestemden en niet met vreemden in het wijkcentrum. De glazen gevels in Dronten en Eindhoven waren inmiddels dichtgezet met betonsteen en trespa. De open binnenruimten werden opgedeeld en wanden tot het plafond doorgetrokken. Van communicatie en gemeenschapszin bleef niets meer over. De bevolkingssamenstelling veranderde van homogene naar heterogeen.

De oorspronkelijke gebouwen werden dusdanig verbouwd dat men rustig kan spreken van een schaamteloze verkrachting van de ideeënwereld van Van Klingeren. Deze goedbedoelde gemeenschapszin was indertijd natuurlijk leuk met de buurvrouw maar met een knorrige buurman werd zoiets al moeilijker. Een schaduwzijde bleek de sociale druk die op iedereen werd uitgeoefend om gezellig mee te doen in de werkgroepen en gemeenschappelijke buurtactiviteiten. Ook de overlast door lawaai werd voor de scholen in ’t Karregat en het theater in de Meerpaal problematisch.

In het nieuwe millennium waren architecten vooral gecharmeerd van de oorspronkelijk zuivere architectuur van Van Klingeren. Zijn ideeënwereld lijkt hierdoor in de vergeetput te zijn beland. Gelijktijdig kan men zich afvragen of de oorspronkelijke ideeën over collectiviteit wel te restaureren zijn? Steen, staal en gips zijn te herstellen, maar hoe zit het met de ideeën die ertoe hebben geleid dat het steen, staal en gips zijn specifieke vorm kreeg? Gebouwen gaan gewoonweg langer mee dan ideeën over het gebruik.

ansichtkaart Ockenburg

Na de aankondiging van de sloop in 1999 van De Meerpaal braken er protesten uit. Uiteindelijk werd het gebouw door Hans van Beek van het Haagse bureau Atelier PRO zo goed en kwaad als mogelijk in oude glorie hersteld, waarbij er een nieuwe balans werd gevonden tussen gemeenschappelijk en beslotenheid van de functies. Dit keer spande de architect zich niet in om mensen te laten communiceren maar werd alle energie gestopt in het terugdringen van de hinder die mensen onderling van elkaar ondervinden. Deze interactie die Van Klingeren nog als onderdeel van het leven beschouwde, bestempelt men tegenwoordig als negatief.

Maar slaat de balans nu niet teveel door? Ligt het wel zo zwart-wit? Willen mensen niet juist beide: leuke interactie op z’n tijd en geen hinder in de resterende tijd? In Eindhoven worstelt Frans Benjamins van architecten|en|en nog altijd met de verbouwing van ’t Karregat en doet hij pogingen om gebruikers te overtuigen van de kwaliteiten van ’t Karregat. Twee andere Haagse architecten Léon Thier en Gerrit van Es van HVE architecten ontfermden zich over de jeugdherberg in Ockenburg en wisten het gebouw van de sloop te redden door het te demonteren. Het zou in 2008 in Morgenstond worden herbouwd, maar de financiële problemen van opdrachtgever Vestia strooide roet in eten.
Dit biedt ook nieuwe kansen. Den Haag heeft geluk dat er een uitzonderlijk gebouw van Van Klingeren ligt te wachten om herboren te worden. Een gebouw van het niveau Eames House, Glass House van Philip Johnson of Farnsworth House van Mies van der Rohe. Een Fun Palace van Cedric Price en Centre Georges Pompidou van Roger en Piano in het klein. Het gebouw van de Jeugdherberg Ockenburg moet in het park van de Haagse ‘sharia-driehoek’ worden herbouwd en permanent moet daar New Babylon van Constant worden geëxposeerd. Iedereen mag dan de woorden van Van Klingeren of Constant vergeten zijn, sommige dingen spreken glashelder voor zichzelf. Wellicht kunnen de Hindoestanen, Turken, Marokkanen en Oost-Europeanen de voordelen van openheid ervaren en profiteren van de touringcars vol touristen die de voormalige jeugdherberg komen bezoeken, en komt het uiteindelijk tot een ontklontering.