Recensie

Sweets

In heel Nederland komen brugwachtershuisjes leeg te staan. Ze verliezen hun functie omdat de bediening van bruggen wordt geautomatiseerd. Wat moet er met de huisjes gebeuren: slopen, behouden, of transformeren? In het Amsterdamse Arcam is momenteel een tentoonstelling over dit type gebouwen te zien, Sweets: architectonische juweeltjes.

foto Dieuwertje Komen

Het eerste gevoel dat je bekruipt als je de tentoonstellingsruimte van Arcam binnenstapt is dat je zo´n wit miniatuurbrugwachtershuisje mee naar huis wilt nemen. Stuk voor stuk zijn de kleine bouwwerken juweeltjes. Op sokkels staan 27 Amsterdamse brugwachtershuisjes op schaal (1:25), gemaakt door kunstenaar Kaita Shinagawa. Voor het eerst zijn alle Amsterdamse brugwachtershuisjes bij elkaar te zien en juist op een moment dat zij van functie gaan veranderen. Architectenbureau Space&Matter onderzocht de cultuurhistorische waarde van het ensemble van gebouwtjes en de mogelijkheden tot herbestemming. De bezoeker aan de tentoonstelling wordt er fijntjes op gewezen dat het toch wel erg jammer zou zijn als deze gebouwtjes uit het straatbeeld zouden verdwijnen.

Zelfs voor wie regelmatig door Amsterdam rijdt, komen niet direct alle brugwachtershuisjes bekend voor. Dat is niet vreemd, want sommige exemplaren zijn prominent in het straatbeeld aanwezig, terwijl andere op bescheiden wijze geïntegreerd zijn in het ontwerp van de brug. Ook zijn er brugwachtershuisjes die juist op enige afstand van een brug staan en daardoor moeilijker zichtbaar zijn vanaf de straat maar de brugwachter juist een goede strategische plek bieden.
Doordat de huisjes in miniatuur bij elkaar zijn gezet zijn en uit hun context zijn gehaald valt de grote diversiteit op. Hoewel verschillende huisjes in de loop der tijd zijn gesloopt of vervangen door nieuwere en meer functionele exemplaren, bieden ze tezamen toch een mooie staalkaart van vooral twintigste en begin eenentwintigste eeuwse architectuur. Het oudste nog bestaande huisje is uit 1673 naar ontwerp van Johannes Hudde en staat bij de Amstelschutsluis nabij Carré. De meeste nog bestaande brugwachtershuisjes zijn echter jonger dan honderd jaar. De meest recente, van Quist Wintermans, is uit 2009 en staat op het Haveneiland op IJburg. In dat huisje, op een strategische plek naast een sluis in IJburg aan de Bert Haanstrakade, kunnen alle bruggen op het eilandenrijk bediend worden. Bedienen van één centrale plek is het brugwachten nieuwe stijl. De 27 brugwachtershuisjes in Amsterdam – waaronder huisjes die ontworpen zijn door H.P. Berlage, Aldo van Eyck en Dick Slebos – worden daardoor overbodig.

foto Dieuwertje Komen

Opvallend is dat de brugwachtershuisjes in de loop der tijd groter en comfortabeler zijn geworden en zich qua vormgeving meer losgezongen hebben van de bruggen waar ze naast zijn geplaatst. In zijn bijdrage aan de tentoonstellingscatalogus schrijft Errik Buursink van de Amsterdamse Dienst Ruimtelijke Ordening dit met enige weemoedigheid toe aan het uitbesteden van de bouw van brugwachtershuisjes. Brug en huisje zijn in de laatste decennia niet meer als een geheel ontworpen waardoor er een grotere vrijheid is om een object te maken dat op zichzelf staat. Volgens Buursink is sinds 1980 dan ook geen heldere lijn meer te herkennen in de architectuur van de huisjes die in vroeger tijden een echt duo vormden met de brug waar ze bij stonden.
De vraag is of dat erg is, maar opvallend is wel dat de belangrijkste architecten van brugwachtershuisjes in Amsterdam, Piet Kramer en Dirk Sterenberg – overigens op geheel eigen wijze – daar anders mee omgingen. Vooral Amsterdamse Schoolarchitect Piet Kramer ontwierp zijn huisjes in sterke samenhang met de desbetreffende brug, als Gesamtkunstwerk. Van Kramer zijn acht exemplaren bewaard gebleven. Sterenberg, beïnvloed door het Nieuwe Bouwen, ontwierp misschien wel het mooiste huisje van de stad, dat bij de Hortusbrug.

De brugwachtershuisjes verdwijnen niet uit het straatbeeld. Alle leegkomende bouwwerken worden omgetoverd in hotelsuites als onderdeel van een over de stad verspreid hotel. De gemeente, eigenaar van de gebouwen, heeft met dat plan ingestemd. Na het wijzigen van het bestemmingsplannen en wat kleine verbouwingen hopen de initiatiefnemers de eerste hotelkamers volgend jaar te kunnen verhuren.
Het vinden van een nieuwe bestemming voor de brugwachtershuisjes beperkt zich overigens niet tot Amsterdam alleen, er is inmiddels een landelijke stichting opgericht die pleit voor behoud en het vinden van een nieuwe bestemming van dit type kleinschalig leegstaand erfgoed.