Het museum, het station, de concertzaal, het magazijn en het warenhuis. Het zijn volgens Benthem Crouwel Architects vijf archetypen die hun oorsprong in het verleden hebben maar er nog altijd toe doen. Het zijn openbare gebouwen, plekken van aankomst en vertrek, van samenkomst, vertier, opslag en consumentisme. Betekenisvolle gebouwen die een hoofdrol spelen in de tentoonstelling Five archetypes for a changing world, nog tot en met 8 september te zien in het ABC in Haarlem.
De blauwe folie knispert onder onze voeten. Het is donker op een groot projectiescherm na. Op de tast blijken de wanden bekleed te zijn met dunne plakken blauw piepschuim. Kleurrijke beelden magnetiseren onze blik, de muziek dringt zich op. Het zaaltje is leeg op drie stoelen na. Er is niets wat ons tegenhoudt om even te gaan zitten en de beelden op ons in te laten werken. Benthem Crouwel laat de tentoonstelling Five archetypes for a changing world in het ABC sterk beginnen met een korte film waarin vijf recente ontwerpen van het Amsterdamse architectenbureau worden getoond. De film neemt ons in rap tempo mee naar de verschillende gebouwen: we bezoeken het Stedelijk Museum in Amsterdam, beleven een concert in de Ziggo Dome, pakken de trein op Rotterdam Centraal Station, nemen een kijkje in datacentrum AM3, en vergapen ons aan kleding en design in het winkelcentrum Forum Mittelrhein.
De wereld verandert, schrijven Benthem en Crouwel, verschuivende sociale patronen creëren een nieuw gevoel van de openbare ruimte. Innovatieve technologie stelt ons in staat meer dan ooit verbonden te zijn. Ongebreideld individualisme is brandstof voor fantasiewerelden en publieke evenementen. Slinkende grondstoffen leiden tot een zoektocht naar ecologisch evenwicht en duurzaamheid. De gebouwen die deze veranderingen huisvesten, omgeven en accommoderen hebben nog steeds 19e-eeuwse namen: station, warenhuis, museum, concertzaal, magazijn. Toch is hun betekenis radicaal veranderd. (sic)
In de volgende ruimte worden de vijf archetypen waar het volgens de architecten om gaat, gepresenteerd. De vijf projecten die deze archetypen representeren, zijn sterk uitvergroot op slechts enkele vierkante meters. Geen blinkende maquettes, maar grote blauwe schuimmodellen op een sokkel. Per project hang een grote poster aan de wand met sprekende foto, korte teksten en een aantal feiten. iPads hangen er voor de verdieping; de hele projecttekst is er op na te lezen, soms met een video, waaronder een interessante over het productieproces van de panelen van het Forum Mittelrhein. Er zijn bouwfotos en tekeningen. Het is precies voldoende informatie. Hoewel de informatie bij de kopjes sustainability wel enigszins bedenkelijk zijn, zoals bij het Stedelijk: ( ) In the winter the low sun shines precisely on the entrance area. This saves a considerable amount of energy for air conditioning and heating.
De tentoonstelling beslaat maar twee zalen, je bent er zo doorheen maar juist omdat de opzet zo simpel is en zo compact, mist het zijn uitwerking niet. Wat deze tentoonstelling, die in opdracht van het architectenbureau door merkenbouwer VandeJong is ontwikkeld, echter niet toont is hoe die betekenis van het archetypische gebouw radicaal in de loop van de tijd is veranderd. En hoe deze betekenisverandering geduid moet worden. Elke verwijzing naar referenties en context – architectuurstroming of historie – lijkt opzettelijk te zijn vermeden. Wat maakt de concertzaal nu precies een archetypisch gebouw? Waarom niet het hotel genoemd, het zwembad (of badhuis), het woongebouw, het ziekenhuis wellicht. Het wordt niet duidelijk. Wat centraal staat is het nu, dat wat Benthem Crouwel vandaag de dag ontwerpt en realiseert.
Elke archetype is wel verbonden met een begrip: het museum staat voor public, het station voor flow, de concertzaal voor vibe, het datacentre voor connect en het warenhuis voor dream. Dat zegt iets over beleving, over sfeer, ook wat dergelijke gebouwen voor een gemeenschap en een stad kunnen betekenen. Maar ook op dit niveau is geen enkele sprake van duiding, er worden geen kritische kanttekeningen geplaatst en is er geen historisch perspectief. Five archetypes for a changing world heeft niet de pretentie om een overzicht te bieden van de architectuurgeschiedenis, noch worden er gebouwconcepten of vormen met elkaar vergeleken. Benthem Crouwel gaan de confrontatie niet aan.
Welke positie neemt Benthem Crouwel dan wel in? Die van het vooruitkijken, het niet stil willen blijven staan. Ze vertellen ons letterlijk: dit zijn de archetypen die er toe doen, wij hebben ze gemaakt en zo willen we er meer maken. Niets meer en niets minder. Een niet mis te verstane boodschap die het imposante oeuvre van het bureau toch iets te kort lijkt te doen.