Feature

“Het geeft enorm veel vrijheid als je niet begrepen wordt”

Als scheidend directeur van ARCAM wilde Maarten Kloos graag dat Madelon Vriesendorp achter het spreekgestoelte zou plaatsnemen. Maar Vriesendorp wilde pertinent geen lezing geven, want zo zei ze: “ik heb helemaal niets te vertellen”. Het werd daarom geen voordracht maar een interview.

Deel verzameling Vriesendorp – Foto: dodeckahedron

Maarten Kloos was verteld dat het onmogelijk was om iets van Madelon Vriesendorp (mede oprichter van één van ’s werelds bekendste architectenbureaus, Office of Metropolitan Architecture, kunstenares, ontwerper, tentoonstellingsmaker maar het meest bekend van de iconische illustraties in het boek Delirious New York uit 1978 van echtgenoot Rem Koolhaas) te begrijpen wanneer je haar huis met talloze verzamelingen niet gezien had. De foto’s die hij in haar appartement maakte vormen daarom de leidraad voor het gesprek; een verrassend, inspirerend, soms bijna tenenkrommend gesprek op de bühne. Kloos is korzelig en ongeduldig (“dit wordt een lange avond…”) soms zelfs een beetje onbeschoft porrend, Vriesendorp is deels gereserveerd, deels enthousiast, onderonsjes hebbend met oude bekenden en familie uit het publiek zoals Gerrit Oorthuys en haar zuster Harriët.

Het gesprek wordt ingeleid door de korte film Caketecture. Daarin zien we Vriesendorp een cake bakken in haar appartement in Londen. Ze vertelt over het verschil tussen wat Engelsen ‘mixing’ and ‘folding’ noemen bij het mengen van ingrediënten. In tegenstelling tot ‘mixing’ blijft bij ‘folding’ het oorspronkelijke herkenbaar. Je ziet haar steeds afwisselend een schep licht en een schep donker beslag voorzichtig in de bakvorm leggen. Zodra de cake, gebakken, uit de vorm gehaald wordt, is het op het eerste gezicht een eenvoudige chocoladecake. Maar wanneer het mes er in gaat, verschijnen de zorgvuldig gestapelde lagen weer. Het lijkt een metafoor voor de schijn die Vriesendorp wekt dat wat zij doet niet heel bijzonder is, maar wat bij nader inzicht getuigt van een ongelofelijke gelaagdheid.

De foto’s die Kloos maakte in Vriesendorps huis tonen een veelzijdige verzameling van objecten, ordelijk gerangschikt. Vriesendorp vertelt dat ze vooral van de mislukte objecten houdt, de misfits. De kneusjes die eigenlijk afgekeurd zouden worden maar per ongeluk niet in de prullenbak zijn beland. Ook producten die duidelijk afkomstig zijn uit een bepaalde cultuur maar die zijn vertaald naar een andere cultuur, intrigeren haar. Zoals de Matroesjka poppen met Flintstones figuren erop die onderdeel uitmaken van haar verzameling. “Dan denk ik, waar is dit een antwoord op?” aldus Vriesendorp. “Alles dat verkeerd begrepen is van een andere cultuur, en dat toch doorgesijpeld is, dat vind ik interessant.”

Twitpic decor lezing (ARCAM)

Haar verzameling van duizenden objecten wordt inmiddels tot haar eigen verbazing een collectie genoemd (“Do I have a collection?”) en werd samen met 50 van haar schilderijen tentoongesteld in Londen (AA, 2008),  Berlijn (Aedes, 2008), Venetië (Biënnale, 2008) en Basel (S AM, 2009). Alles is ordelijk gerangschikt, alles heeft een verhaal. Zo is er een houten beeldje van een man die zijn kind omarmt. “Het is een beeldje dat mijn vader maakte nadat mijn moeder hem het huis uit had gegooid.” Het beeldje wordt geflankeerd door een foto van haar vader. Ze vertelt er luchtig over. “Mijn vader liet vier kinderen achter, als kind besef je dat niet zo.” Kloos vraagt door over haar moeder (schrijfster en journaliste Harriët Freezer , pseudoniem van Wilhelmina Eybergen) van wiens portret aan de muur hij ook een foto maakte, maar Vriesendorp vertelt niet meer dan “mijn moeder heeft vele huwelijken kapotgemaakt.”, doelend op de rol die haar moeder in de naoorlogse jaren heeft gehad om vrouwen bewust te maken van het belang van hun onafhankelijkheid.

Meer vertelt Vriesendorp over haar tijd met Rem Koolhaas in New York. Begin jaren zeventig vertrokken ze naar Ithaca. “In die tijd was je volledig afgesloten van je vorige leven wanneer je naar een ander land vertrok.” Anderzijds gaf het weg-zijn en het niet begrepen worden haar juist enorm veel vrijheid. Ze vertelt over hun verzamelwoede in die tijd. “Rem zei iets geks: ‘Alles uit 1929 moet je kopen. Alle plaatjes, boeken, kaarten.’ Dat deden we dus.” Ze werden lid van de postcardclub en hadden vreemde bezoekjes aan mensen die kaarten verzamelden. Zoals die keer dat ze met z’n tweetjes in een trailer van een man en een vrouw met krullers in het haar terechtkwamen. Nog steeds wordt ze zichtbaar enthousiast en moet ze lachen bij de gedachte aan de bizarre scene van Rem en zichzelf in de tot aan de nok toe gevulde trailer met ansichtkaarten, met het gapende echtpaar op de bank.”

Deel verzameling Vriesendorp – Foto: dodeckahedron

Kloos doet met zijn vragen steeds een zet om een diepere betekenis te vinden achter de verzameldrang van Vriesendorp. Zij ontwijkt de vragen, antwoordt in anekdotes of geeft antwoorden die Kloos vervolgens verkeerd uitlegt. Het is niet eenvoudig een lijn te vinden in de antwoorden die Vriesendorp geeft, de verhalen die ze vertelt en de objecten die ze verzamelt. Het lijkt allemaal onsamenhangend en toevallig.

Het irriteert Kloos wanneer Vriesendorp zegt dat zij het zwembad dat als illustratie dient bij The Story of the Pool (1977) alleen schilderde “omdat Rem het vroeg”, waarop Vriesendorp antwoordt: “Ik ben een vis, ik zwem mee.” Maar de orde in haar verzameling verraadt toch het tegendeel, zij is in control.

Over het verzamelen zegt Vriesendorp: het is een ziekte. Over het ordenen: “Ik kan heel vaak voor dingen geen plaats vinden omdat er geen categorie voor is, dus dan begin ik een nieuwe categorie of leg ik het ergens bovenop. Heel archeologisch, het oudste ligt onder.” Met een knipoog: “Ik ben heel georganiseerd: alles ligt op een stapel.”

Aan de hand van de verzamelde ansichtkaarten maakte Madelon Vriesendorp tekeningen in waterverf en gouache die later zo kenmerkend zijn geworden voor Delirious New York. En ook al zijn ze niet speciaal voor het boek gemaakt: “De tekeningen zijn onlosmakelijk verbonden met Rem, over hoe we samen waren, hoe we postkaarten verzamelden. Het staat voor symbiose, voor die tijd samen, toen Rem het boek schreef en ik tekende. Je beïnvloedt elkaar ook al zit je alleen maar met iemand in een kamer.” Het lijkt een verwijzing naar de door haar verzamelde objecten. Doordat zij ze in één ruimte samenbrengt en op een bepaalde manier rangschikt gaan ze een relatie met elkaar aan en vormen ze een collectie. Het tot in detail uitgevoerde curatorschap over haar levenscollectie is alles behalve meegaand en toevallig. Het zou weleens een zorgvuldig staaltje kunnen zijn van mixing and folding and being misunderstood.

Muurschildering Lucent Danstheater – met de voorgenomen sloop dreigt ook Vriesendorps enige muurschildering te verdwijnen – Foto: Elvin