De stijgende zeespiegel, smeltwater, drinkwatervoorzieningen maar ook regenval worden genoemd als bedreiging voor steden als het aankomt op wateroverlast door klimaatverandering. Je hoeft alleen maar naar Zuid-Engeland te kijken om te zien wat regenval kan aanrichten. Op verschillende continenten worden waterpleinen in de stedelijke omgeving voorgesteld als oplossing voor uiteenlopende vormen van waterproblematiek.
December vorig jaar is in Rotterdam een tweede waterplein geopend. Na een kleinschalig plein in Spangen is het Bethemplein in Rotterdam Noord het eerste grootschalige project in Nederland dat is gerealiseerd door middel van een combinatie van bovengrondse infrastructuur en ondergrondse afvoer. Het waterplein bestaat uit een drietal bassins waar hemelwater uit de directe omgeving bij hevige regenval tijdelijk in kan worden opgevangen; bij droog weer hebben deze stedelijke uiterwaarden een recreatieve functie. Het ontwerp komt van De Urbanisten die al sinds de IABR: The Flood van 2005 bezig zijn met onderzoek naar de impact van klimaatverandering op de regio Rotterdam. In Rotterdam gaat het vooralsnog om een relatief kleinschalige ingreep in het stedelijk weefsel, zeker als het wordt vergeleken met het project voor de omgeving van de Hudson River monding (New York en New Jersey) waar De Urbanisten momenteel aan werken. Voor die omgeving onderzoeken ze hoe stedelijke ingrepen een herhaling van de verwoestingen van orkaan Sandy kunnen minimaliseren.
November vorig jaar vond er in het BIMhuis het internationaal watersymposium plaats. Een middag georganiseerd door het Stadforum (onderdeel van de gemeentelijke dienst ruimtelijke ordening) in samenwerking met Non-Fiction (office for cultural innovation). Hier stonden water en de stad centraal. Met het IJ op de achtergrond deelden een scala aan internationale experts uit onder anderen Kopenhagen, Singapore en New Orleans hun kennis.
Hoofd strategische planning van Kopenhagen, Lykke Leonardsen ging in op de waterproblematiek van haar stad. Ondanks de ligging aan de Oostzee heeft Kopenhagen relatief weinig te vrezen heeft van zeewater. Regen en de afvoer van hemelwater zorgen voor een veel grotere dreiging voor de Deense hoofdstad. Door verstening loopt het water moeilijk weg en gelijk aan Nederland zorgen ook in Kopenhangen klimaatveranderingen in toenemende mate voor korte, zeer intense regenbuien. De minder hevige, lange buien waarop het riool op dit moment is uitgerust komen steeds minder voor. De waterafvoer functioneert daardoor niet meer naar behoren, resulterend in een toenemende dreiging van plaatselijke overstromingen. Kopenhagen kwam hier in juli 2011 op de hard way achter. 150 millimeter neerslag in een dag zorgde voor onbegaanbare wegen en ondergelopen huizen. Gelijk aan de desastreuze gebeurtenissen in New York en New Orleans, zorgde dit voorval voor de aandacht van de politiek voor de problemen die ze eigenlijk al veel eerder hadden moeten aanpakken. Op dit moment wordt er, naast Kopenhagen, ook breed ingezet op het regenresistent maken van andere steden in Denemarken.
Voor Kopenhagen is voorgesteld een waterboulevard aan te leggen, een waterstraat, cq. geul, die door de gehele stad langs alle kwetsbare locaties loopt. Onderdeel van deze ‘straat’ zijn strategisch gelegen bassins (vergelijkbaar met de Rotterdamse waterpleinen) die bij regen tijdelijk onderlopen. De bassins hebben de vorm van een stenen sloot en zijn begroeid met gras en kleine planten, zodat ze bij droog weer als langgerekte stadsparken of groene zone fungeren. Op droge momenten kunnen de bassins gebruikt worden als recreatiegebieden; tijdens hevige regenval dienen zij als tijdelijke reservoirs. Door middel van een netwerk van dit soort stedelijke uiterwaarden wordt het water tijdelijk opgeslagen waarna het geleidelijk kan worden weggevoerd.
Ook worden de straten van Kopenhagen zon 10 centimeter verlaagd ten opzichte van de huizen, zodat bij een hoge waterstand de bewoners binnenshuis droge voeten houden. Het riool moet eveneens worden aangepast naar gescheiden systemen. Het hemelwater dient een apart afvoersysteem te krijgen, zodat bij overstroming er geen afvalwater op straat en in de kelders terecht komt.
Het groene karakter dat de stad met bovenstaande ingrepen krijgt is naast functioneel ook aangenaam als leefomgeving voor voor bewoners en toeristen. Het concept en opgedane expertise kunnen bovendien als exportproduct gelden. Copenhaginisation zal dan naast het invoeren van autoluwte en fietsen ook een groene, waterbestendige stad betekenen.
Opmerkelijk genoeg heeft Singapore visueel eenzelfde uitkomst voor hun waterproblemen. Deputy Director bij het waterbedrijf PUB Singapore, Aik Num Puah vertelde dat de stadsstaat te kampen heeft met een significant drinkwatertekort. Ontzilting van het alom aanwezig zeewater is kostbaar en hoewel er tot 2061 nog een drinkwaterovereenkomst met Maleisië is, wil (en moet) Singapore de eigen behoefte zo snel mogelijk zelf kunnen voorzien.
De regering beoogt aan twee kanten van het spectrum resultaten te boeken: zowel efficiënte zuivering als zuinig omgaan met water. Er wordt intensief ingezet op de educatie van de bevolking. Van jongs af aan wordt er geleerd over het belang van water, manieren van besparing en het reinigingsproces. In dat kader zijn recent de voorheen geheel functionele, gesloten zuiveringsgebieden opengesteld en omgevormd tot (water)parken waar de bevolking in staat wordt gesteld het zuiveringsproces zelf te aanschouwen en tegelijk te recreëren als aangename afwisseling op hun hoogbouw appartementen. De urbane omgeving is omgevormd tot een groot systeem waarin water centraal staat. Het functionele voorkomen dat dit voorheen had, is de laatste jaren omgevormd naar groene zones. De betonnen afvoerkanalen zijn nu omringd en begroeid met gras en bomen; zij doen nog steeds hun werk, maar het is een fijnere omgeving om in te verkeren. Naast het centrale bassin in de stad is er ook infrastructuur aangelegd om zo veel mogelijk hemelwater op te vangen en vast te houden: elke individuele druppel is kostbaar en moet zo vaak mogelijk worden hergebruikt.
Ook in New Orleans is er, na de verwoestingen die Katrina veroorzaakte, het besef gekomen dat het anders moet en zijn er mogelijkheden ontstaan voor een meer geïntegreerde aanpak van stad en water. De angst voor het water was altijd leidend binnen het beleid van New Orleans met haar kwetsbare ligging aan de golf van Mexico en monding van de Mississippi. Voorheen was het doel om het water zo veel mogelijk buiten houden. Het water werd daarbij ook nog eens onzichtbaar gemaakt door middel van hoge betonnen muren waarachter het water zich bevond.
Volgens architect David Waggonner (Waggoner & Ball Architects) liggen er juist grote kansen op het gebied van water voor New Orleans: de unieke ecologie die het omliggende moerasland en zeekust met zich mee brengt kan (ook hier weer) interessant zijn voor toerisme en recreatie. Nu gaan de meeste inwoners van New Orleans en het achterland nog naar Florida voor maritieme recreatie: activiteiten die minstens even goed in de eigen stad kunnen plaatsvinden mits de infrastructuur daarvoor juist wordt ingericht. Net als in Kopenhagen was er een desastreuze eye-opener nodig om dit in te kunnen zien.
Ook Waggoner stelt groene stroken voor waar het water bij regenval opgevangen kan worden. Een langgerekte strook van parken en sportvelden die fungeren als urbane uiterwaarden. De kustwering en omheining van sloten moet niet uit betonnen muren bestaan, maar mogelijkheden bieden om met het water in contact te komen, er langs te wonen en er te recreëren. Het kunnen zien van, en het contact hebben met het water moet op termijn de angst voor nieuwe overstromingen wegnemen.
De globale impact van klimaatverandering heeft overal zijn uitwerking en de politiek heeft meestal eerst een directe, verwoestende, stimulans nodig alvorens de problemen op te lossen. Op verschillende continenten worden nu met uiteenlopende beweegredenen dezelfde oplossingen voorgesteld. Water dichter bij de burger brengen en binnen de dichtbevolkte stedelijke omgeving bassins inrichten waar water tijdelijk opgevangen wordt, lijkt het devies. Het creëren van natuur in de stenen omgeving gecombineerd met water en recreatieve mogelijkheden lijkt de manier bij uitstek om de uitdagingen van de toenemende zeespiegel, smeltwater, regenval en drinkwaterproblematiek het hoofd te bieden. Deze nieuwe en vooral noodzakelijke opvattingen over de omgang met water heersen in zowel Rotterdam, New York, Kopenhagen, Singapore als New Orleans en zorgen in toenemende mate voor nieuwe vormen binnen de urbane infrastructuur: waterpleinen in de waterstad van de toekomst.