Louis Toebosch ontwierp een nieuw asielzoekerscentrum op het Vleesplein, één van de stadspoorten van Venlo.
De locatie kenmerkt zich als transitiezone tussen groot en klein, tussen snel en langzaam, tussen vluchtig en geborgen. Intensieve looproutes doorkruisen het Vleesplein en vormen een kansrijke bodem voor kruisbestuiving. Reeds vanuit de trein is de plek voor de naderende asielzoeker waarneembaar. Programmatisch en architectonisch is het centrum verweven met de stad.
Het gebouw communiceert het scala van mogelijkheden, routes en gemoedstoestanden van de asielzoeker. Ruimtes zijn afwisselend rijk of arm. Grenzen zijn afwisselend hard of zacht. Elke functie wordt ondersteund door specifieke architectonische oplossingen.
Het met liefde ontworpen plan sluit naadloos aan op de behoeften van de asielzoeker. Het gebouw markeert het einde van de vlucht. Tastend in het donker vindt de vluchteling zijn weg, langs de stadsmuur, naar de poort van Venlo. Een poort die toegang biedt tot de meest dierbare wens: veiligheid.
Alle registers gaan open om het gevoel van veiligheid te versterken. Een gevaarlijk diepe slotgracht schermt het gebouw af van de bedreigende buitenwereld. Een grote overkraging communiceert bescherming. De vlucht eindigt in een spelonk waar geborgenheid begint.
Eenmaal bínnen in het gebouw openbaart zich een geborgen leefgebied. Introvert, met zicht op de warme kant van Venlo. Tijdens het vaak lange verblijf is er ruimte voor sport en spel. De verblijfruimten zijn optimistisch verheven boven het Venlose maaiveld en bieden de asielzoekers de kans een verhaal te delen met de bewoners van Venlo. Als een eerste blijk van aanwezigheid. Als een levensbepalende kans. Vanuit het leefgebied kan de asielzoeker afdalen naar het ontmoetingsplein waar het gebouw schuurt tegen de openbare ruimte. Grenzen worden hier verzacht. Ontmoetingsplekken worden zowel binnen als buiten de gebouwgrenzen vormgegeven en benadrukt. Een programmatische verweving met de buurbebouwing brengt gast en gastheer dichter bij elkaar.
De gesprekken tussen de asielzoekers en de IND (immigratie- en naturalisatiedienst) kunnen vergaande gevolgen hebben en vragen om een serieuze ruimte. In deze ruimte is er zicht op Venlo, de stad waar een nieuw hoofdstuk geopend kan worden. Wordt aan de asielzoeker een vergunning verleend dan start de inburgering. Niet in een ander dorp, maar fysiek ín het aangrenzende Venlo. Als de asielzoeker, om welke reden dan ook, geen vergunning krijgt dan start de terugkeer direct. De prominent aanwezige betonnen sluis brengt de asielzoeker naar beneden, ver onder het maaiveldniveau. Oriëntatie op de stad wordt minder.
De terugkeerruimte is géén gevangenis, maar helpt de asielzoeker om afscheid te nemen van Venlo. De menselijke maat is zoek. Een houten sluis, met stevige ribben aan de buitenzijde begeleidt de asielzoeker naar de taxi. Deze sluis is met pendelstaven aan het gebouw gekoppeld als symbool voor een flinterdunne, tanende verbinding.
Het kan zijn dat de asielzoeker zich niet kan vinden in het oordeel. Een sprong in het diepe is dan de laatste mogelijkheid. Een sprong heeft duidelijk één richting en is daarmee onomkeerbaar. De sprong kan landen in de illegaliteit of navranter nog: de dood.
De zoektocht naar de ruimtelijke vorm van het asielzoekerscentrum werd grotendeels bepaald door het maken van fragmenten en modellen. Zo werden ruimten, zowel afzonderlijk als in samenhang, geconcipieerd, ontworpen en getest. Er is ontworpen met een overtuigend optimisme, zonder voorbij te gaan aan de keerzijde van het asielzoekersverhaal.
naam
Louis Toebosch
email
website
opleiding / studierichting
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
mentoren
Christian Müller, Ralph Brodrück, Annemariken Hilberink, Win Korvinus
wanneer begonnen met afstuderen
Februari 2012
wanneer klaar
Februari 2013
favoriete ontwerper
Peter Zhumtor
favoriete project
Bruder Klaus Kapelle
wat doe je nu
Mijn eigen architectenbureau in Venlo. Supertegek!