Vanaf januari 2015 moeten alle bouwkundestudenten in de richtingen architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur en interieurontwerp een Beroeps Ervaring Periode (BEP) van twee jaar volgen om de architectentitel te mogen voeren. Met nog maar enkele maanden te gaan voor de wettelijke ingang van de BEP, is er nog steeds veel onduidelijk over de organisatie, de hoge kosten en de consequenties van het programma dat pas afgestudeerden na hun studie dienen te doorlopen. Meerdere studentenvertegenwoordigers uit verschillende richtingen trekken aan de bel: de BEP is nog niet af! Studentenvertegenwoordigers uit Delft, Eindhoven en Wageningen eisen dat de BEP wordt uitgesteld.
Het initiatief voor een Beroeps Ervaring Periode is in 2002 genomen door Rijksbouwmeester Jo Coenen, om de steeds groter wordende kloof tussen onderwijs en de praktijk te overbruggen, en om te voldoen aan Europese regelgeving. Ook al is het idee van de BEP twaalf jaar geleden ontstaan, over de uiteindelijke invulling zijn studenten tot op de dag van vandaag slecht geïnformeerd en niet op de hoogte. Het Architecten Register, de uitvoerende partij van de BEP, heeft de zaken niet op orde en laat veel vragen onbeantwoord.
Afgestudeerden die in aanmerking willen komen voor hun architectentitel, moeten voor het volgen van de BEP een vak gerelateerde baan hebben, een uitdaging op zich in de huidige economie. Tot nu toe is er nog maar één aanbieder van de vereiste modules van de BEP: het Professional Experience Program, waar een stevig prijskaartje aan hangt van zesduizend euro. Het is het enige programma dat erkend is door het Architecten Register, terwijl er volgens de opzet van de BEP een ruime keuze en concurrentie zou moeten zijn tussen verschillende aanbieders. Volgens het Architecten Register ligt het voor de hand dat de werkgever bijdraagt aan de kosten van het programma. Hoe anders is de praktijk, waar jonge architecten met tijdelijke contracten en schamele uurtarieven worden afgescheept. Een werkgever die net het hoofd boven water kan houden in de huidige crisis gaat niet investeren in een werknemer met een tijdelijk contract.
Buiten het feit dat de BEP incompleet, te duur en slecht gecommuniceerd is, brengt de BEP problemen binnen de bouwwereld onder de aandacht. Sinds de crisis in 2008 worden afgestudeerden onderbetaald voor meer dan voltijd werk, vaak verdienen ze onder minimumloon. Met de hoge kosten om een architectentitel te behalen is er een goede mogelijkheid dat er nagenoeg geen aanmeldingen komen. De introductie van de BEP in de huidige vorm zal dan voor een enorme kaalslag in het Architecten Register zorgen, wat al te leiden heeft onder een ruime halvering van het aantal banen in de architectenbranche de afgelopen jaren. Een generatie van creatieve ontwerpers en een belangrijk exportproduct van de Nederlandse kenniseconomie gaat hiermee verloren, aangezien het beroep op deze manier voor velen elitair en onbereikbaar zal worden.
Als er geen ondersteuning voor het vakgebied komt, en er niet actief wordt gewerkt aan een juiste invoering van de bescherming van afgestudeerden, gaat een groot deel van onze eeuwenoude bouwcultuur verloren. Accepteren we dat een grote groep van getalenteerde jonge geesten wordt buitengesloten? En wat zijn de gevolgen voor onze gebouwde omgeving? Totdat er een passend antwoord is op deze vragen, eisen studentenvertegenwoordigers uit Delft, Eindhoven en Wageningen dat de BEP wordt uitgesteld. Ook roepen zij het Architecten Register op om meer middelen in te zetten op gebied van communicatie en uitvoering van de BEP.
Namens de bouwkundestudent,
Facultaire Studentenraad Bouwkunde TU Delft, D.B.S.G. Stylos, Studievereniging CHEOPS, POLIS Platform for Urbanism, Studievereniging AnArchi, Vereniging voor Studie- en Studentenbelangen Delft (VSSD), Argus Architecture Student Association, VIA Stedebouw, Studievereniging voor Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning Genius Loci.