Recensie

Spijkenisse, make some noise!

Gerealiseerde architectuur krijgt vaak publiciteit, maar het proces dat eraan vooraf gaat zelden. MVRDV legt in de serie ‘Biografie van een gebouw’ de ontstaansgeschiedenis van hun architectuur bloot. De eerste biografie ging over de ontstaansgeschiedenis van De glazen boerderij in Schijndel, de tweede over de bibliotheek Boekenberg in Spijkenisse.

Kaft besproken boek

Journaliste en auteur Nicoline Baartman schreef de biografie over de Boekenberg in Spijkenisse. Ze moest daarvoor maar liefst tien jaar terug in de tijd, want de prijsvraag voor de bibliotheek was in 2002 en het gebouw werd in 2012 pas geopend voor het publiek. Om een goed beeld te krijgen van Spijkenisse ging ze er twee weken ‘proefwonen’. Op basis van haar observaties en interviews met betrokkenen heeft zij voor zichzelf een beeld gevormd van de ontstaansgeschiedenis van de architectuur.

Met de titel op de omslag ‘Boekenberg Spijkenisse, een biografie van een gebouw’ wordt je eigenlijk op het verkeerde been gezet. Bij een biografie verwacht je de persoonlijkheid en karakter van een persoon, of in dit geval gebouw, beter te leren kennen. Maar in dit boek staat niet het gebouw, maar de ontstaansgeschiedenis centraal. Het verhaal geeft weinig inzicht in het gebruik, de beleving of details van het gebouw zelf. Sterker nog, voor een boek van MVRDV gaat het opvallend weinig over de architectuur en Winy Maas.

Het boek gaat over Spijkenisse en de context waarbinnen architectuur tot stand komt. Aan de hand van de Boekenberg wordt een verhaal verteld over Spijkenisse als groeikern die in een identiteitscrisis verkeert en zichzelf op de kaart wil zetten met een (historiserend) dorpscentrum van Sjoerd Soeters, een theater van Ben van Berkel en een bibliotheek van Winy Maas.  De tweede titel van het boek (die is verstopt op de titelpagina) dekt de lading dan ook veel beter: Spijkenisse, make some noise!

Spread uit besproken boek

Stedenbouwkundige Ashok Bhalotra gaat er met gestrekt been in: “Het is in Spijkenisse zo lelijk dat het alleen maar mooier kan worden”. Spijkenisse is in de jaren 70, toen het als groeikern is aangewezen, explosief gegroeid met veel eenvormige bebouwing. Om het centrum identiteit te geven is hier het afgelopen decennium op grote schaal gesloopt en nieuw gebouwd. De ‘joviale wethouder’ Gert Jan ’t Hart is vanuit de gemeente verantwoordelijk voor de vernieuwing in het centrum en Bhalotra adviseert hem daarbij: “Toon lef. Durf een vlinder te worden in plaats van een rups.” Op de plaats waar voorheen een zorgcentrum was gepland, moest een icoon komen en een bibliotheek leent zich daar beter voor dan een zorgcentrum.

MVRDV wint de prijsvraag voor de bibliotheek met een plan voor een ‘boekenberg’. Winy Maas zag een berg met boeken voor zich die één zou zijn met zijn omgeving. Als het aan hem had gelegen bestond de thermische schil rondom de ‘berg’ (een kern van metselwerk met daar tegenaan zwarte boekenkasten) dan ook niet, zoals nu, uit glazen panelen op houten spanten, maar uit een zwevende gaswolk.
Binnen de jury is aanvankelijk geen overeenstemming over de winnaar van de prijsvraag, maar Bhalotra weet de ‘joviale wethouder’ te overtuigen: “Dit is je kans, als je wilt dat Spijkenisse een landmark krijgt”. Niet alle Spijkenissers zijn die mening toegedaan. Zo is er de dierenarts die van het oude Spijkenisse, waar nog zo weinig van over was, zoveel mogelijk wilde behouden. Zijn bezwaren hebben geleid tot een aanpassing in de omvang van de Boekenberg en een vertraging van vijf jaar.
Tijdens de uitvoering hebben Winy Maas en Gert Jan ’t Hart verhitte discussies over het glazenwassysteem dat, tot ongenoegen van Winy Maas, heeft geleid tot vele meters rails aan de binnenkant van de glazen kap.

Spread uit besproken boek

Baartman bezoekt niet alleen directe betrokkenen bij de totstandkoming van de bibliotheek, maar gaat ook op zoek naar ‘de Spijkenisser’, de mensen die de bibliotheek uiteindelijk gebruiken. Zo raakt ze in de bibliotheek in gesprek met de in Suriname geboren Spijkenisser Howard, bezoekt ze een concert van   Afrojack, ze interviewt een praatgrage oud-Spijkenisser over de Watersnoodramp en beschrijft haar observaties als ‘tijdelijke Spijkenisser’ tijdens het proefwonen. Ze beschrijft de personen zorgvuldig, zodat ze haast aanraakbaar worden.

Bij de productie van Boekenberg Spijkenisse werden ook ‘locals’ betrokken. Het 250 pagina’s tellende boek is vormgegeven door grafisch ontwerper Marco Jongeneel, die ook de huisstijl van bibliotheek De Boekenberg heeft ontworpen en geboren en getogen is in Spijkenisse. Het boek oogt in eerste instantie als een roman met voornamelijk tekst. Maar schijn bedriegt, want als je de spreads met tekst openvouwt verschijnt er een beeldverhaal over de Boekenberg met archiefmateriaal, schetsen, tekeningen en vele foto’s. De Spijkenisser tekstschrijver Harold Joels voorzag het beeldverhaal van bijschriften. Het boek is, net als de architectuur die wordt beschreven, ontstaan vanuit de context. De ‘biografie’ krijgt hierdoor het karakter van een ‘literaire streekroman’.

Spread uit besproken boek

Baartman vertelt het verhaal als buitenstaander die onbevangen tegen het vakgebied en Spijkenisse aankijkt. Hierdoor is het verhaal leesbaar voor een breed publiek maar, omdat vaktermen in sommige passages in erg veel woorden worden uitgelegd,  soms wat traag voor vakpubliek. Desondanks is het boek als onderdeel van een serie over de ontstaansgeschiedenis van architectuur zeker de moeite waard. Baartman kreeg de vrijheid om een eigen verhaal te schrijven dat niet achteraf werd gladgestreken door de communicatieafdelingen van alle partijen die het boek financieren (het bouwteam). Dit heeft geresulteerd in een open verhaal over het proces en anekdotes die normaal gesproken na de oplevering van een gebouw zo snel mogelijk zouden worden vergeten. En MVRDV maakte voor zichzelf geen uitzondering: ook het kleurrijke karakter van Winy Maas is in het boek vastgelegd.