Recensie

Liefde voor het echte leven

Lina Bo Bardi, voor velen is deze eigenzinnige architecte een inspiratiebron. Honderd jaar geleden werd ze in Rome geboren en om dit te vieren is er recentelijk een uitmuntende biografie van Zeuler de Lima over Bo Bardi verschenen en is er de reizende tentoonstelling Lina Bo Bardi: Together, die nu in het Amsterdamse Arcam te zien is.

Lina Bo Bardi

Om meteen met de deur in huis te vallen: Zeuler de Lima’s book Lina Bo Bardi is een voorbeeldige biografie. Een boek dat het persoonlijke en het professionele met elkaar verbindt, dat inzicht geeft in de intellectuele ontwikkeling van de architecte, vol intrigerende details, en ook nog met vaart is geschreven. (Toegegeven, ik weet te weinig van Bo Bardi af om hier een boom op te zetten over de interpretatie van details.) Mijn enige kritiek op het boek betreft de vormgeving. De publicatie ziet er degelijk uit, maar de renderings die De Lima heeft gemaakt van de gerealiseerde projecten van Bo Bardi – in potentie veel werk én heel waardevol – zijn veel te klein afgedrukt, ze komen niet uit de verf, waardoor de informatie die erin verborgen ligt nauwelijks overkomt. De behoefte aan goede tekeningen in plan en doorsnede blijft. Desondanks, De Lima verdient een groot compliment. Het zou me niet verbazen als dit het standaardwerk over Bo Bardi wordt.

Je kan zomaar verslingerd raken aan het lezen van biografieën, want wat is een mensenleven toch een fascinerend geheel. Het onttrekt zich aan planning, zit vol (onverwachte) breuken en sprongen, en pas in reflectie kunnen doorgaande lijnen herkend worden – al is het trekken van dergelijke lijnen een precaire onderneming. Als biograaf komt De Lima echter beslagen ten ijs, alle mogelijke archieven heeft hij onderzocht en hij put onophoudelijk uit Bo Bardi’s persoonlijke notities zonder zichzelf te verliezen in zijn onderwerp (ofwel verliefd te worden op deze toch wel eigenzinnige vrouw). Kortom, een biografie met een juiste balans tussen admiratie en afstand, tussen bewondering en kritische reflectie. Bo Bardi heeft zelf, met name sinds haar emigratie naar Brazilië, een veelheid van persoonlijke notities bewaard. De Lima is zich er echter van bewust dat ook Bo Bardi’s waarneming gekleurd is en dus geplaatst moet worden in een gesprek met de actualiteit en andere teksten van haar en haar ‘entourage’. Hij weet daardoor een compleet en overtuigend beeld neer te zetten van Bo Bardi’s leven en werk.

Sesc Pompeia, foto Mateus Hidalgo

Bo Bardi wordt op 5 december 1914 geboren in Rome als Anchillina di Enrica Bo. Het is niet de tijd dat een meisje gaat studeren en al helemaal niet dat ze als zelfstandige aan de slag gaat. Maar Lina krijgt het, inderdaad als tegendraadse puber, voor elkaar. En dat in een roerige en economisch moeilijke tijd waarin nationalisme en fascisme opkomen in Italië, en het land – zeker ook na beide wereldoorlogen – in verwarring achterblijft. Ze studeert in het wat traditioneel georiënteerde Rome, maar vertrekt na haar studie, juist voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, naar het vooruitstrevender Milaan. Ze reist haar vriend en medestudent Carlo Pagani achterna, die bij Gio Ponti aan het werk kon. Het is een tijd waar de verwarring tastbaar is in de hoeveelheid architectuurtijdschriften die worden opgericht. Bo Bardi doet daar volop in mee. Samen met Ponti en Pagani, maar ook met haar latere echtgenoot, de kunstcriticus en kunsthandelaar Pietro Maria Bardi, en met de jongere architect Bruno Zevi, en vele anderen richt ze tal van bladen op, zit ze in redacties van al bestaande bladen, verzorgt pagina’s in kranten, geeft lezingen. Ze roert zich actief in discussies over stijl, over het goede wonen, over moderne techniek, over nationale tradities en al het andere dat in die tijd de tongen los maakt. Zelfs tot het eind van haar leven blijft ze verschillende tijdschriften oprichten, of plannen maken daarvoor. Dat er niet altijd een lezersmarkt voor was, is overigens wel duidelijk ook: tijdschriften verdwenen ook weer snel, soms al na enkele nummers. De tijdschriften lijken dan ook meer de uitdrukking te zijn van de behoefte om te communiceren met het brede publiek, de behoefte zich te uiten, enthousiasme te tonen, of juist argumenten te formuleren voor specifieke keuzes. Een fascinerende tijd wordt hier zichtbaar in de behoefte om kennis over te dragen en te discussiëren, de behoefte om nieuwe dingen te horen en ontdekken.

Spread uit de besproken publicatie

Deze behoefte zich te uiten en te mengen in de discussie heeft bij Bo Bardi nooit tot dogmatisme geleid. In 1946 vertrekt ze met Bardi naar Brazilië, die een nieuwe afzetmarkt voor zijn activiteiten nodig heeft, sinds hij zich in de oorlog wat teveel met Musolini had verbonden. Het is daar – al duurt het nog decennia – dat Bo Bardi ook gaat bouwen. In haar eerste jaren in Brazilië mengt ze zich ook weer in het publieke debat en probeert ze een positie te krijgen op verschillende architectuurscholen, die ze uiteindelijk voor een tijdje in Salvador krijgt.
In het publieke debat, als ook in haar gebouwde werk heeft Bo Bardi zich niet vastgezet in een specifieke theorie of stijl. Architectuurtheorie en –kritiek, zoals deze zichtbaar wordt worden in het architectuurdebat, zijn volgens haar bovendien geen instrumenten voor ontwerp, maar instrumenten waarmee de architect, als mens, reflecteert en zichzelf ook bekritiseert. Alleen vanuit een dergelijk perspectief zal de ontwerper geïnformeerde, coherente beslissingen nemen. Of sterker nog, alleen in dit continue gesprek zal de architect een morele positie kunnen innemen. Mooi voorbeeld is de discussie die ze aangaat met de genoemde Zevi, de schrijver van het boek Saper vedere l’architettura (1948; Engelse vertaling: Architecture as Space). Architectuur is omsloten ruimte, was zijn belangrijkste stelling in dit boek. Goed, reageert Bo Bardi, maar dan wel enkel als ze tot leven wordt gewekt door de mens: “Until a person enters the building, climbs its steps, and seizes the space in a ‘human adventure’ that develops in time, architecture does not exist.” Bo Bardi volgt hier overigens Geoffrey Scott, wiens boek The Architecture of Humanism, geschreven in het geboortejaar van Bo Bardi, opnieuw in de aandacht trok aan het einde van de vijftiger jaren; de moderne architectuur was vastgelopen in vormwil en stijl vastheid en was de mens uit het oog verloren. Bo Bardi stelt – met haar tijdgenoten van Team X, maar zonder contact te hebben met deze groep – dat de architect in verbinding moet blijven met het ‘echte’ en alledaagse leven.

Wie haar gebouwen de revue laat passeren ontdekt daarbij een zoektocht naar lokale, natuurlijke materialen en het gebruik van moderne en traditionele bouwmethoden en technieken. Het is niet in een enkelvoudig perspectief te vatten. Haar tegendraadse houding krijgt op fascinerende wijze vorm door, toen ze op latere leeftijd de grote bouwopdracht kreeg voor het bekende Museu de Arte de São Paulo (MASP), een ontwerpbureau in te richten op de bouwplaats zelf. Zo kon ze rechtstreeks contact hebben met de bouwers en problemen direct en in goed overleg oplossen. Die directe manier van werken heeft ook de gevel veranderd. Hoewel Bo Bardi een veel rijker patroon aan materialen voor ogen had, heeft de gevel na overleg met de aannemer het nu bekende transparante uiterlijk gekregen.

Spread uit de besproken publicatie

De transparantie die het museum kenmerkt, mede door de bekende en door Bo Bardi ontworpen presentatie van schilderijen en andere (kunst)voorwerpen die zich vrij in de ruimte bevinden, komt terug in de kleine, maar treffende reizende tentoonstelling die deze week nog in Arcam opgesteld staat onder de titel ‘Lina Bo Bardi: Together’. De panelen met schetsen en foto’s hangen vrij in de ruimte, ertussen staan wit-betonnen bakken met alledaagse voorwerpen uit Brazilië, afgewisseld met artistieke mensfiguren en andere objecten die kunstenares Madelon Vriesendorp maakte met kinderen uit Salvador. Een aantal films tonen het alledaagse leven, zowel in São Paulo, als in het SESC Pompeia Leisure Center, het bekende getransformeerde fabriekscomplex in dezelfde stad, als beelden uit het eigen huis van Bo Bardi in Morombi. Exacte tekeningen zijn er niet op de tentoonstelling, noch maquettes. En juist daardoor blijft de expositie dicht bij Bo Bardi. De films wekken Arcam tot leven, een continue geluidsstroom van straatleven. In combinatie met de alledaagse voorwerpen en de bevreemdende objecten van Vriesendorp is dat passend: architectuur moet immers bij het leven blijven. Het gaat niet om de ruimte, maar om de mens in de ruimte. Of, zoals heel zichtbaar is in het SESC: hoe de mens de ruimte vormt, verovert.

Wie een uurtje over heeft, moet zeker deze week nog langs Arcam gaan en zich onderdompelen in de Braziliaanse geluiden – een aangename ervaring. Wie zich echter wil verdiepen, en wil begrijpen hoe dit werk tot stand kwam, en welke overtuigingen er aan ten grondslag liggen, kope de biografie.