Opinie

BEP, op de korte termijn een ramp, op de lange termijn een kans

In de communicatie van de invoering van de BEP (Beroepservaringsperiode) liep veel mis, zowel bij de uitvoerende instantie, als bij de onderwijsinstellingen. Zelfs een tot een paar maanden voor de wet van kracht ging, wisten met name studenten niet wat er van hen verwacht werd. Op de uitwerking van de BEP is nog wel wat af te dingen.

Miracoco. Foto Jeffry Hipp

Veelzeggend is de uitspraak van Annemiek Rijckenberg, voorzitter van het Bureau Architectenregister de uitvoerende instantie van de BEP. Aan het einde van het grote BEP-debat dat op 21 november 2014 op de TU Delft plaats vond (ruim een maand voor de de beroepservaringsperiode inging), complimenteerde zij de studenten voor het debat. De studenten hadden voor elkaar gekregen wat hen in twee jaar niet was gelukt, alle betrokken partijen – studenten, uitvoerder, onderwijsinstellingen en beroepsverenigingen – samen te brengen om te praten over de toekomst van de professie.
Omdat na afloop van het debat veel vragen onbeantwoord bleven, kwamen op initiatief van BNSP Jong Professional studenten, werkveld en beroepsverenigingen in een kleine setting samen om met elkaar op zoek gaan naar een nieuwe en noodzakelijke samenwerking om de BEP succesvol te maken.

De vinger op de zere plek leggen
Wat is het probleem? Waar heb je moeite mee? Wat zijn nu frustraties omtrent de BEP? Wat is er mis met BEP, iets wat goed bedoeld is en het vak vooruit zou moeten helpen? Iedereen kon op uitnodiging van BNSP Jong Professional, kort zijn of haar frustraties kwijt op de flipover. De lijst met ‘problemen’ groeide uit tot een bescheiden pagina, maar had nog veel langer kunnen zijn.

Kosten
Zoals het er nu naar uitziet, brengt de BEP behoorlijk wat kosten met zich mee voor afgestudeerden. De tweejarige geïntegreerde cursus die wordt aangeboden door de PEP (Professional Experience Programme) kost volgens hun website € 3980,- (excl. BTW). Na succesvolle afronding daarvan, weet je zeker dat je de architectentitel mag voeren. Over de kosten van de zelfstandig samengestelde variant is het gissen. In ieder geval € 960,- (incl. BTW) voor de verplichte gesprekken met de Commissie Beroepservaringperiode en daar komen nog de kosten van eventueel te volgen studiemodulen bij. De prijzen van de modules die nu worden aangeboden liggen tussen € 195,- en € 300,- (excl. BTW).
Deze kosten worden door studenten gezien als een fikse belemmering, zeker in het huidige economische klimaat. Men vreest dat dergelijke bedragen niet op te hoesten zijn voor starters op de arbeidsmarkt die tijdens hun studie ook al minder worden gesubsidieerd dan voorheen het geval was. Bij het opstellen van de BEP was het idee dat de werkgever een deel van deze kosten zou dekken. Gezien de situatie op veel bureaus is nog maar de vraag of deze aanname nog klopt. *

Flexibiliteit
De BEP wordt als inflexibel, achterhaald en ouderwets ervaren. De invoering van de Wet op de Architectentitel heeft zo lang op zich laten wachten, dat hij bij de invoering al is ingehaald door de realiteit. De eindtermen van de BEP, de punten waar je als titelhouder in spé op wordt getoetst, zijn voor een groot deel gebaseerd op een ‘klassieke’ taakverdeling en een ‘klassiek’ ontwerpproces. De vakwereld die tijdens de totstandkoming van de wet aardig is veranderd, werkt niet meer met de klassieke fasering SO,VO,DO en uitvoering (als het daar al van komt).
Processen worden waar mogelijk ingekort, door een veranderende economie en geïntegreerde processen als BIM bijvoorbeeld. Het komt er voor een BEP-er op neer dat de verschillden fases van het ontwerp in verschillende projecten en misschien wel bij verschillende werkgevers moeten worden doorlopen. Als het bureau waar je werkt geen uitvoeringen of bouwbegeleiding doet, zul je daarvoor zelf een oplossing moeten vinden. En wat gebeurt er in stedenbouwkundige processen die soms tien jaar duren? Hoe ziet de module ‘uitvoering’ er voor een stedenbouwkundige uit? Hoe worden de eindtermen getoetst? Is een cursus of een middagje meelopen op de bouw afdoende voor een vinkje?

Vrijheid
Onvoldoende vrijheid wordt als een ander probleem gezien. De vrijheid om bijvoorbeeld in aanverwante vakgebieden bij te leren en dit op te laten nemen in de eindtermen. Juist hierin kun je je als persoon gaan onderscheiden van andere vakgenoten. Je kan jezelf gaan specialiseren of juist verbreden. Economie combineren met stedenbouw, of real estate met je architectuuropleiding. Hoe wordt deze kennisverbreding gefaciliteerd zonder dat het een belemmering vormt om je na het doorlopen van de BEP architect, stedenbouwkundige of landschapsarchitect te mogen noemen?

Diploma inflatie en de opleidingsketen
De aanwezigen die bij de totstandkoming van de BEP betrokken waren, kijken ten aanzien van de BEP hoopvol richting de toekomst. In hun ogen levert het vakbeoefenaars op met goede bagage, die klaar zijn voor een carrière. De tijdens deze avond aanwezige studenten kijken veel meer naar het nu. De manier waarop de vakwereld momenteel omspringt met jonge architecten stemt de huidige studenten niet hoopvol. Het vertrouwen in de huidige bureaucultuur waarin onderbetaling normaal is en de concurrentie met andere, buitenlandse of meer ervaren arbeidskrachten groot is, maakt afstudeerders onzeker. Er is een mismatch tussen de instroom en het daadwerkelijk aantal benodigde architecten. Studenten TU en WU zijn bang dat de BEP dat probleem alleen nog maar groter maak, helemaal nu afgestudeerden van de Academies van Bouwkunst vrijgesteld zijn van de BEP.

Aanwezigen uit het werkveld merkten deze avond terecht op dat het voor het krijgen van een baan belangrijker is dat iemand ambitieus, gemotiveerd en getalenteerd is. Of die persoon zich wel of nog geen architect mag noemen is volgens hen niet relevant. Ondanks deze geruststellende woorden vroegen de studenten zich af of de werkgever niet liever een architect aanneemt die voor 1 januari 2015 is afgestudeerd en derhalve geen BEP-last met zich mee torst, of een afgestudeerde academiestudent, dan een nog geen architect zijnde net afgestudeerde die de helft van zijn of haar tijd voor de BEP verplichte modules moet doorlopen, die totaal niet aansluiten bij het werk van alledag.
Door de BEP verandert er iets in de opleidingsketen en dit zal wellicht ook voelbaar zijn voor studenten uit het HBO. Wordt het aantal stageplaatsen straks niet beperkt doordat hun werk door BEP-ers wordt gedaan?

Verbeterpunten en acties
De invoering van de Wet op de Architectentitel, waarvan de BEP een uitwerking is, is een feit. Maar waar zit de flexibiliteit en waar is in de uitvoering ervan nog ruimte voor verbetering? Tijdens de avond in het BNSP-kantoor werden een aantal ideeën geopperd:
●    Eindtermen waar nodig aanpassen en flexibeler opstellen. Daarvoor zijn de opleidingen nodig en het Bureau Architectenregister.
●    Helderheid over toetsingscriteria. In de vage formulering van de BEP kun je als student je vrijheid opzoeken, maar je bent afhankelijk van de toetser van de BEP en hoe deze de eindtermen interpreteert. Onbewuste willekeur moet voorkomen worden.
●    Mentorschap promoten. De vakwereld stelt zich behulpzaam op en is zeker bereid om te helpen. Beroeps- en brancheverenigingen kunnen een essentiële schakel gaan vormen waar het aankomt op de koppeling tussen onderwijs, student, afgestudeerde en het werkveld. De infrastructuur hiervoor is in aanbouw en komt langzaam op gang. BNSP, BNA, studenten en studieverenigingen zijn met elkaar in gesprek.
●    Verschil aanbrengen in korte termijn doelen en lange termijn ambities. De BEP kan op de lange termijn namelijk iets heel moois opleveren.
●    Betere communicatie tussen en met alle betrokken partijen.

Aan dit laatste punt wordt gewerkt. Op woensdag 4 maart 2015, van 12:00 tot 18:00 uur, zal er een seminar plaatsvinden op de faculteit bouwkunde in Delft. Aan het open einde van het debat van 21 november wordt dus een vervolg gegeven. Verder wordt er aan de nieuwe contacten en gemaakte netwerken een vervolg gegeven door samen op te trekken en met elkaar in gesprek te blijven. Op die manier proberen we onduidelijkheid in de toekomst te voorkomen.