‘Cedric Price: The most influential architect you’ve never heard of’, kopte het Britse dagblag Independent eind vorig jaar. Tijd om daar verandering in te brengen. Bureau Europa wijdt een tentoonstelling aan Price (1934-2003) en zijn werk. Marlies Vermeulen en Remy Kroese over de relevantie van Price voor ons huidige tijdsbestek.
De genealogie van de tentoonstelling Cedric Price: The Dynamics of Time begint bij Venic Venic, een door criticus Hans Ulrich Obrist en onderzoekster Samantha Hardingham samengesteld overzicht van werk van Price – volgens Hardingham niet veel meer dan een gevulde bezemkast op de Biënnale van Venetië in 2010. In 2011 is, mede op initiatief van architect Jan Nauta, een uitgebreidere versie van Venic Venic te zien bij de Architectural Association in Londen. Cedric Price: The Dynamics of Time, de tentoonstelling bij Bureau Europa in Maastricht is daar weer een vervolg op.
Ditmaal trachten de curatoren Hardingham en Nauta voorbij de monografische tentoonstelling te gaan door de grote themas die Price aansnijdt, te verbinden aan de ruimtelijke, economische en maatschappelijke vraagstukken waar de Euregio Maas-Rijn nu mee worstelt: een teruglopende economie en een krimpende en vergrijzende bevolking. Het zijn de gebruikelijke kenmerken van postindustriële gebieden. En hier ligt dan ook de meest voor de hand liggende link met het tentoongestelde werk van Price, met name zijn zelf geïnitieerde project The Potteries Thinkbelt (1964). The Potteries Thinkbelt is een – kort door de bocht – onderzoek van Price om een postindustrieel landschap te transformeren naar plek voor educatie, daarbij gebruikmakend van de industriële structuren op de locatie. Naast het werk van Price zijn bij Bureau Europa dan ook fotos en video te zien die een impressie geven van de Euregio Maas-Rijn, meer specifiek de ruimtelijke gevolgen van de transitie die dit gebied doormaakt. Maar dit is eigenlijk een smal zijpad. De toegevoegde elementen over de Euregio Maas-Rijn vallen een beetje in het niet, vooral omdat de in theorie heldere verbinding in de praktijk nauwelijks tot zijn recht komt mede door een gebrekkige handreiking in de tentoonstelling.
Maar er zullen weinig architectuurliefhebbers zijn die daarover treuren, de tentoonstelling Cedric Price: The Dynamics of Time is vooral een introductie op het werk van architect Cedric Price (1934-2003), generatiegenoot en geestverwant van onder andere architect Peter Cook (Archigram) en architectuurcriticus Reyner Banham. Ze bestaat voornamelijk uit schetsen (waaronder uitvergrotingen van op bierviltjes en restaurantbonnen geschetste plannen) en tekeningen, maar bevat ook geluidsopnamen van lezingen en persoonlijke verhalen van medewerkers, collega’s en vrienden. Het merendeel van het materiaal is afkomstig uit het Cedric Price Archive van het Canadian Centre for Architecture in Montreal.
Architect-theoreticus Bernard Tschumi zei eens over Price: [
] he was trying to construct architecture as a form of philosophical endeavour, a form of research, as a form of knowledge and not simply as knowledge of form.
Price was inderdaad niet zo geïnteresseerd in de uiteindelijke verschijningsvorm van zijn projecten. Ze zijn vaak dynamisch van aard, zodanig zelfs dat als de gebruiker geen zin heeft om de constellatie te wijzigen, de architectuur het op basis van een computergestuurd algoritme wel zelf doet (project Generator, 1974). Prices interesse ging uit naar het spanningsveld tussen architectuur, design, planning en de zaken die hierop inwerken, de politieke, sociale en economische factoren en het handelend individu in deze constellatie. Geheel in de geest van zijn tijd zocht Price naar een manier om architectuur te maken die recht doet aan het nieuwe informatietijdperk en het daarmee gepaard gaande streven naar onbeperkte mobiliteit, flexibiliteit en keuzevrijheid. Tijdelijkheid, gepland verval, beperkte levensduur en gebruikersparticipatie zijn sleuteltermen in haast alle projecten die door Price ontwikkeld zijn.
Het project Detroit Thinkgrid (1968) laat in één (letterlijke) oogopslag de gelaagdheid en sociale agendering van zijn projecten zien. Op filmbeelden uit 1967 is het optreden van het Amerikaanse leger in Detroit te zien. Reden voor hun inzet waren de grootschalige rassenrellen die de stad te verwerken kreeg (43 doden, ruim 1100 gewonden, meer dan 7000 arrestaties en 2000 gebouwen verwoest). De plattegrond direct naast de video toont Prices voorstel voor de stad: de creatie van een netwerk ter bevordering van de samenwerking van maatschappelijke, academische, industrieel en commerciële instellingen. Zelfs in deze tijd zou een voorstel als dit, gedaan door een architectenbureau, op zijn minst opmerkelijk genoemd worden.
Het is deze gelaagdheid die maakt dat het werk van Price van verschillende kanten benaderd kan worden. De relatie met de politieke situatie en maatschappelijke context, de architectonisch/constructieve aspecten van zijn ontwerpen, de sociale impact die zijn (veelal niet gerealiseerde) projecten tot doel hadden, maar er valt ook iets te zeggen ook over de manier waarop hij zijn werk tot stand bracht: de dagelijkse gang van zaken op zijn bureau en zijn omgangsvormen met een ieder die voor – en met – hem werkte. Deze waren voorbeeldig, zo ontvingen de vrouwelijke medewerksters van zijn bureau iedere vrijdag van Price zelf een verse bos bloemen. Verjaardagen van medewerkers werden uitgebreid gevierd met door Price verzorgde taart.
Aan het hoge niveau van complexiteit van zijn projecten dankt Price zijn reputatie van bijzonder architect, maar het heeft er ook voor gezorgd dat een groot potentieel van zijn diepzinnige ontwerpideeën onderbelicht is gebleven. Tekenend is dat zijn project The Potteries Thinkbelt voor het eerst werd gepubliceerd in New Society, geen tijdschrift voor architectuur of stedenbouw maar met social science als onderwerp.
Het is misschien zijn focus op netwerk, op proces, op het in een bredere context beschouwen van architectuur en het daarmee gepaard gaan van een verminderde aandacht voor het object waarom Price destijds vooral waardering kreeg onder een select gezelschap vakgenoten en ook nu nog in de schaduw lijkt te staan van bijvoorbeeld Archigram, die de kracht van het beeld ten volle wisten te benutten en ook futuristischer waren in hun voorstellen. Peter Cook (Archigram) noemt Price het geweten van het vak, Charles Jencks zei dat Prices nadruk op ethiek (niet alleen door zijn werk, maar dus ook binnen zijn bureau en in het dagelijks leven) hem onderscheidde binnen het vakgebied. De ideale schoonzoon in een wereld waarin het snelle geld leidend is.
De tentoonstelling bij Bureau Europa is een esthetisch bevredigend geheel: een zestal kubussen waarin telkens één project gepresenteerd wordt. De kubussen zijn volgens de tentoonstellingsvormgevers een letterlijke verwijzing naar het eerder genoemde Generator-project, maar in deze museale context doen ze daar geen recht aan: de statische elementen werken vooral esthetisch en de interactieve draaideur waar een aantal van de kubussen van is voorzien doet een beetje kneuterig aan. Hiermee belandt de vormgeving een beetje tussen wal en schip, een modulair maar minder museaal systeem zou misschien beter passen bij het universum van Price.
Het deel footage met tijdschriften, publicaties en vele interviews is zeer de moeite waard voor hen die meer willen weten over Price: van uitgebreide analyses over zijn werk en interviews met – en over – Price over de meest uiteenlopende zaken. Een waardevolle toevoeging aan de tentoonstelling en daarmee aan het discours rondom Price betreft de video-installatie Memory Bank. De Memory Bank traceert en registreert delen van de persoon en de wereld van Cedric Price via een reeks interviews met uiteenlopende betrokkenen. De interviews kunnen op thema (tag) doorzocht worden. De Memory Bank is ook online te raadplegen.
Cedric always said never take decision until you absolutely have to. I think this is good advice and still think about it today. Why would you do something if, maybe in a month time, it might look completely different? It is one of the problems with planning permissions: everything is so fixed. Will Alsop
In een tijd waarin meer en meer zekerheid op voorhand verwacht wordt en waar architecten haast niet zonder BIM en hyperrealistische renderings denken te kunnen bestaan, is een bezoek aan deze tentoonstelling en een onderdompeling in de Memory Bank erg verfrissend. Verwacht geen objectieve of kritische reflectie op het werk van Price, maar laat je inspireren door de persoon, zijn standpunten en ideeën. Wat ons betreft is het niet de provocateur, maar vooral de ideale schoonzoon die met zijn oeuvre blijvend inspirerend en relevant blijft, exact zoals Price het zelf heeft gewild.