Recensie

Material Alchemy

Toen ik begon te lezen in Material Alchemy, dacht ik dat het over materialen zou gaan. Gaandeweg raakte ik in de war totdat ik doorhad dat het over alchemie gaat, en wel in de zin van magie. Had ik het boek maar even op zijn kop moeten draaien! Auteur Jenny Lee probeert de aandacht te vestigen op de magie van materialen en materiaalexperimenten. Zijn materialen dan zo magisch?

Spread uit Material Alchemy.

Jenny Lee, lector Digital Design, Smart Materials & Technology aan de universiteit van Huddersfield, beschrijft in Material Alchemy een diversiteit aan projecten en experimenten van ontwerpers en materiaalonderzoekers. Dit gaat van mode-achtige trend collages (Material Forecasting) tot Arduino workshops en moleculair koken. Ook komen maatschappelijke aspecten aan bod zoals politiek, de crisis en werkloosheid om bepaalde ontwikkelingen te duiden. Zo legt Lee een link tussen de financiële crisis van 2008 en het herwaarderen door consumenten van relaties en zintuigelijke ervaringen boven materialisme. Het boek is niet bedoeld om materialen technisch en wetenschappelijk te benaderen maar meer vanuit de zintuigelijke ervaringen die ze oproepen.

Een aardige toevoeging aan de manier waarop de projecten worden gepresenteerd, is de bijbehorende smartphone-app. Pictogrammen in het boek geven aan op welke foto je je camera kan richten om extra informatie te krijgen over de projecten, vaak in de vorm van video’s. En dat is nodig ook want de afbeeldingen zijn meestal cryptisch en erg veel informatie geven de beschrijvingen niet. Ook de video’s die ik bekeken heb zijn behoorlijk cryptisch, wat denk ik te maken heeft met de mode-achtergrond van veel van de ontwerpers. De meer technische voorbeeldprojecten zijn weer heel erg concreet met stap-voor-stap recepten en bouwplannen hoe je iets zelf kunt b(r)ouwen, maar zonder uitleg over wat het gaat worden.

Spread uit besproken publicatie. Voorbeeld van een wat mij betreft erg cryptische pagina: magie of vaag?

Sommige voorbeelden geven mij de indruk dat er veel experimenteerwerk is verricht maar je moet hard meedenken om de essentie te begrijpen: waarom? Hoe kunnen we dit gebruiken? Waarom zo ingewikkeld? De workshops, zoals bijvoorbeeld ‘Squishy Circuits’ zouden moeten beginnen met een korte beschrijving van wat ‘Squishy Circuit’ eigenlijk is. Dan kun je beslissen of het een leuk recept is om zelf te gaan maken. De afbeelding erbij is te mysterieus om helderheid te verschaffen. Squishy Circuits blijkt uiteindelijk te resulteren in een klei-achtige substantie die stroom geleidt en waarmee je eenvoudige stroomcircuits kan kleien met bijvoorbeeld een batterij, een schakelaar en een lampje. Inderdaad, leuk voor kinderen!

De meeste mensen denken bij alchemie aan mysterieuze, middeleeuwse taferelen met kokende potten, kwakzalvers en misschien wel heksen. Het doel van de alchemie was een manier te vinden om van gewone metalen goud te maken, de zoektocht naar ‘de steen der filosofen’. Daarnaast zochten alchemisten naar het levenselixer waarmee je de eeuwige jeugd zou kunnen behouden. De chemische wetenschap (het woord zegt het al) is gebouwd op de fundamenten die de alchemisten hebben gelegd.

Spread uit besproken publicatie.

Lee schrijft op een bepaald punt in het boek dat het uiteindelijk allemaal draait om de magie die de alchemie in zich had en de huidige wetenschappelijke benadering van materialen niet meer: want zonder magie geen creativiteit en geen innovatie. Het probleem daarmee is dat dit geen doelen op zich zijn. Creativiteit en innovatie worden idealiter ingezet om mogelijkheden te scheppen voor de maatschappij; om problemen op te lossen en om het leven beter en mooier te maken. Hierbij ontkom je niet aan functionele overwegingen bij materialen: wat zit er in? Hoeveel weegt het en hoe sterk is het? Isoleert het goed of niet? Hoe maak je het? Et cetera. Dit kun je misschien te technisch noemen voor een boek als Material Alchemy, maar zonder deze laag blijft de informatie erg dunnetjes. Sommige van de onderwerpen prikkelen gelukkig wel de fantasie zoals de techniek ‘Decellularising Organs’, waarmee zieke cellen in een orgaan één voor één vervangen kunnen worden door gezonde. Toevallig had ik daarover op televisie een heldere uitleg gezien door twee chirurgen van het Leids Medisch Centrum, waardoor ik het op waarde kon schatten. Dit komt dichtbij het levenselixer!

We weten intussen dat je van gewone metalen geen goud kan maken langs chemische weg. Het kan wel met een erg ingewikkeld en kostbaar nucleair proces dat duurder is dan de waarde van het goud dat je ermee kan maken (Glenn Seaborg, 1980). Ontwerpers maken op hun manier goud van alledaagse materialen, door de toegevoegde waarde van hun ontwerp. Dat zou je magie kunnen noemen. Maar dan moet die toegevoegde waarde wel duidelijk zijn en dat duidelijk maken lukt niet altijd in dit boek.

Spread uit besproken publicatie.

Voor sommigen is dit boek inspirerend genoeg. Het zit vol eye-candy en is mooi gemaakt, al zijn sommige teksten slecht leesbaar vanwege het lage contrast met de foto eronder. Voor functioneel gerichte ontwerpers is de lage informatiedichtheid onbevredigend. Je wil meer weten over de achtergronden van de getoonde materialen en experimenten. Vooral het ‘waarom?’ kwam vaak in me op. Waarom werd het gemaakt? Wat was de bedoeling achter een experiment of een workshop en wat kun je ermee? Wat werkte goed en vooral: wat niet? Nu blijft het een parade van plaatjes en een goed-nieuws show die je ook in modeblogs wel tegen komt.

Er zit dus wel enige magie in het boek: het zet je aan het denken over materiaalkeuzen die je als ontwerper soms routinematig doet. Je gaat dingen opzoeken in de hoop iets beter te begrijpen waardoor je weer bijzondere kennis op doet. En wat betreft het mode-gehalte … door de niet te stoppen vernieuwingsdrift geeft de mode in ieder geval de illusie van de eeuwige jeugd.