Recensie

De meid van de familie Sonneveld

Petra Blaisse (Inside Outside) transformeerde de Rotterdamse museumwoning Huis Sonneveld tijdelijk tot een spiegelpaleis. Illusies worden uitvergroot maar aan de tand des tijd valt niet te ontkomen.

Foto Petra van der Ree

Als veertienjarige en nog lang geen architect bracht ik mijn eerste bezoek aan Huis Sonneveld in Rotterdam. Ik was bekend met de zakelijke gebouwen van Le Corbusier en Mies van der Rohe, maar een voorbeeld op vaderlandse bodem had ik nog niet eerder gezien en zeker niet fysiek ervaren. Een prachtig gebouw op een rare plek. Eens een parkachtige omgeving, was deze door de tijd ingenomen met allerhande nieuwe gebouwen. Wonen op de eerste verdieping en voor de dochters (mijn zus en ik, zo stelde ik mij voor) een tuinkamer op de begane grond voor het ontvangen van vrienden en vriendinnen. Een detail wat me echter nooit heeft losgelaten is de roestvrij stalen trapleuning die als een soort veer langs de trap spiraalt. Via de koptelefoon werd expliciet melding gemaakt van het glimmende materiaal dat dagelijks door de meid vakkundig werd opgepoetst. Kan dat, zo vroeg ik me af, een opdrachtgever opzadelen met zo’n onpraktisch element? Hoe ver mag je gaan als architect om je esthetische wensen op te nemen in een project, waardoor de bewoner er vervolgens voor moet zorgen dat het ook daadwerkelijk blijvend mooi uitziet? In basis een vraag die in elk project weer ter sprake komt: de verhouding tussen bruikbaarheid van het ontwerp en architectonische esthetiek.

Sinds de totstandkoming van Het Nieuwe Instituut is Huis Sonneveld niet enkel een museumwoning waar de bezoeker zich kan laven aan het ontwerp van Brinkman Van der Vlugt en zich een voorstelling kan maken hoe de bewoners er leefden. Het huis vormt ook een tentoonstellingsruimte voor hedendaagse ontwerpers. Het is een decor waar zij hun werk kunnen tonen of een locatiespecifieke interventie kunnen maken. Vanwege meerdere redenen is dit een lovenswaardige ontwikkeling. Het plaatst de museumwoning in een nieuw perspectief waardoor het ook voor reguliere bezoekers van Het Nieuwe Instituut aantrekkelijk wordt het huis vaker te bezoeken. Omdat veel productontwerpen gemaakt worden voor huiselijk gebruik, kan het ook een passende achtergrond vormen voor het tentoonstellen van voorwerpen. En, niet onbelangrijk, het huis gaat weer leven. De woning werd eerder opgeleukt met handschoenen en vazen uit de jaren 1930 om de droom achter het ontwerp te tonen. De ingrepen die nu in het huis worden gedaan, halen het ontwerp naar onze tijd en proberen de waarde van het ontwerp voor deze tijd te benadrukken. Huis Sonneveld kan zo op een nieuwe manier inspiratie bieden voor de huidige ontwerpers.

Foto Petra van der Ree

Eerder heeft Richard Hutten een expositie gemaakt in het huis, waarbij hij naast bestaand werk ook een nieuwe vaas geïnspireerd op Copier presenteerde. Nu is de beurt aan Petra Blaisse van Inside Outside. Met Huis Sonneveld2 heeft zij de opdracht zeer serieus opgepakt door slechts een hele impliciete ingreep te doen met overweldigend effect. Door zowel het weglaten van de vitrage als de toevoeging van een spiegelend oppervlak op de vloer worden de intrinsieke eigenschappen van het huis naar het oppervlakte gehaald en zichtbaar gemaakt. Christophe van Gerrewey beschrijft de ingreep prachtig in de recensie ‘Onbegrijpelijk wonen’ voor De Groene Amsterdammer. Ondanks dat het Nieuwe Bouwen bedoeld is voor een transparant en helder leven toont de spiegelvloer van Blaisse hoe de sporen van de tijd en het gebruik postgevat hebben in het huis. De onderkant van de koelkastdeur blijkt te roesten en gedeukt en bekrast te zijn. Maar verderop beschrijft hij hoe het huis machtig uitvergroot wordt. De gordijnen lijken geen textiel meer, maar zwaar materiaal, dubbel zo hoog, omdat ze in de diepte van het spiegelend vlak zijn opgehangen. En ook de harmonicadeur wordt bijna een kolom in de ruimte.
Zoals ook na de eerste maanden van verliefdheid het karakter van de partner beter zichtbaar wordt en naast de leuke ook de weerbarstige kanten zich tonen, laat het ontwerp van Petra Blaisse de woning in al zijn verscheidenheid zien.

Foto Johannes Schwartz / Het Nieuwe Instituut

Toch schort er iets aan de installatie. Hoe graag ik ook meegenomen wil worden in het nieuwe verhaal van de woning lukt het niet mezelf over te geven en de zintuiglijke ervaring op me in te laten werken. De nieuwe ruimtelijkheid zou een groot lichamelijk effect moeten hebben. Het spiegelend oppervlakte werkt niet alleen visueel. Ook verandert de plaats van het lichaam in het blikveld waardoor een nieuwe ruimtelijkheid zou kunnen ontstaan. Dit wordt wel zichtbaar in de foto’s die van de installatie zijn gemaakt, maar het effect is verdwenen nadat de eerste bezoekers Huis Sonneveld2 hebben betreden. Het materiaal waarvan het spiegelend oppervlakte is gemaakt is flexibel en niet krasvast. In de woonkamer ligt het op dik tapijt en door de drukverschillen begint het materiaal onregelmatig op te bollen. De slofjes die om de schoenen moeten worden gedaan bij aankomst in de woning voorkomen niet dat het oppervlakte bekrast wordt. Ook het weer doet zijn werk op de spiegelende platen op de balkons buiten. Grote kringen gemaakt door dikke druppels maken dat het oppervlak niets meer weerspiegeld, zelfs felle zonnestralen komen er gebroken vanaf. Kon ook maar voor even de meid van de familie Sonneveld naar deze tijd worden gehaald om voor elke bezoeker de spiegel weer op te poetsen, zodat de magie voorbij de foto’s ervaarbaar zou worden.