Er was veel en hard werk achter de schermen nodig om het te kunnen schoppen tot ‘Sixtijnse kapel van het Voedsel’. De Rotterdamse Markthal is inmiddels een jaar open. Jan Knikker, hoofd PR en Business Development bij MVRDV, doet een boekje open over de PR-campagne en mediahype rond de Markthal; wat andere bureaus hiervan kunnen leren.
Markthal Rotterdam / MVRDV – foto Paul van de Velde
Wie gelooft hier nog een woord van, als ik zeg dat het een PR verhaal is? Maar de Rotterdamse Markthal is echt een PR verhaal met verbluffende resultaten. Sinds de opening door koningin Maxima in oktober 2014 heeft ons bureau MVRDV zich bijna verdubbeld in omvang met in totaal nu 110 medewerkers. En we groeien nog steeds. Wij, en The Financial Times met ons, noemen dat het ‘Markthal-effect’. In dit eerste jaar bedroeg het bezoekersaantal van de Markthal meer dan 8 miljoen, dat is hoger dan dat van de Eiffeltoren, het Guggenheim Museum in Bilbao, of Tate Modern in Londen. Wereldwijd verschenen 800 artikelen over de Markthal. Het gebouw werd uitgeroepen tot ‘Sixtijnse Kapel van het Voedsel’, symbool van de stedelijke renaissance en een coole bestemming. Met de ongeveer 4 miljoen bezoekers van buiten Rotterdam zag de stad het toerisme flink groeien.
Hoe krijg je dat voor elkaar? Je kan natuurlijk zeggen dat een geweldig gebouw vanzelf deze aandacht op zich vestigt. Toch begon het allemaal rustig. In 2004 wonnen ontwikkelaar Provast en MVRDV de prijsvraag voor dit gebouw met een plan dat veel overeenkomsten heeft met het ontwerp zoals het is uitgevoerd. Toch was er een groot verschil: het kleurrijke kunstwerk dat nu de binnenkant van de Markthal siert, bedekte toen ook de buitenkant van het gebouw . Zo’n zeppelin-hangar in pakpapier met reusachtige afbeeldingen van fruit zou in elke ander stad direct tot protesten hebben geleid . Maar niet in Rotterdam. Pas door het kabaal van de bouwwerkzaamheden, werd het publiek wakker.