Feature

Met de Oculus Rift boven de Technoclub: persoonlijke en professionele ervaringen in Berlijn

Eerder schreef Jasper Massink over solliciteren 2.0. Afgelopen half jaar beproefde hij zijn geluk in Berlijn: werken 2.0.

Op het kantoor van TSA – printscreen Google maps

Het is 8 uur ’s ochtends, de bestanden staan op dropbox, het werk zit erop. De hele nacht heb ik gewerkt aan een 3D model voor een stedenbouwkundig masterplan. Ik heb het model getest, geoptimaliseerd en bruikbaar gemaakt voor de presentatie die overmorgen in Rusland plaats zal vinden. Het betekent ook dat mijn zes maanden durende Leonardo Da Vinci stage is afgelopen. Ik ruim de lege flesjes Club Mate op en loop naar de uitgang van het oude fabriekscomplex. Het is zo’n typisch gebouw dat bevolkt wordt door allerlei creatieve bedrijfjes. Terwijl ik naar beneden loop, wordt het gedreun van technomuziek steeds luider. Er zit ook een club in ons gebouw. Tegelijk met mensen met veel te grote pupillen loop ik naar buiten. Inwendig moet ik lachen. Dit past wel bij Berlijn. Terwijl deze mensen drugs hebben gebruikt om zich in een andere wereld te wanen, zo heb ik de hele nacht de Oculus Rift gebruikt om me door het 73 hectare masterplan van Naberezhnye Chelny te begeven.

Sinds mijn eerste bezoek aan de stad ben ik altijd door Berlijn gefascineerd. De grillige geschiedenis zorgt dat de stad continue in verandering is. Vooral de stadsdelen Mitte, Friedrichshain, Neukölln en Kreuzberg interesseerden me. Doordat hier de Berlijnse muur dwars door de stad liep, was het historisch centrum jarenlang een perifeer gebied met lage grondprijzen, veel (Turkse) migranten en een grote alternatieve kunstscene. Sinds de eenwording gaan de grondprijzen langzaam maar zeker stijl omhoog, wat voor veel verandering en dynamiek zorgt. Veel kunstenaars kijken vaak nostalgisch terug naar de jaren ’90 toen Berlijn nog echt alternatief en ‘edgy’ was, met geïmproviseerde krakerscafe’s en clubs. Er zijn nog steeds een aantal van deze plekken: rauw, ideologisch en naar mijn mening niet altijd even behaaglijk. De kunst- en uitgaansscene is behoorlijk gegroeid en geprofessionaliseerd. Clubs en barretjes zijn nog vaak steeds gebouwd van geïmproviseerde materialen en meten zich zo een alternatieve imago aan maar worden op professionele en efficiënte wijze gerund. De doelgroep is vooral gericht op maatschappelijk betrokken jong hoogopgeleide creatievelingen die vaak onder de noemer ‘hipster’ geplaatst kunnen worden. Een aantrekkelijke doelgroep gelet op het grote aanbod aan koffiebarretjes, urban gardens, flexwerkplekken en veganistische restaurant. Daarnaast zorgt de oprukkende nieuwbouw ook voor verandering.

Naberezhnye Chelny masterplan bird eye. Bron: TSPA

Een groot deel van deze alternatieve cultuur is gelegen aan de Spree, op leegstaande kavels en oude fabrieksgebouwen en warenhuizen die op de slooplijst staan. Er ligt al jaren een ambitieuze waterfrontplan dat stap voor stap gerealiseerd wordt. Dit brengt ook een nieuwe vorm van alternatieve cultuur met zich mee. Zoals avant-garde jazz en minimalistisch klassiek in fraai ontwerpen herbestemde fabrieksgebouwen. Zo veranderd Berlijn langzaam van een Boheemse vrijstaat in een yuppen stad. Deze transformatie wordt overigens niet door iedereen gewaardeerd. Lokale bewoners gebruiken gentrificatie vaak als scheldwoord, zeker als ze gedwongen worden om te verhuizen als gevolg van de stijging van huurprijzen. Maar voor de buitenstaander is Berlijn nog steeds interessant omdat al deze vormen van alternatieve cultuur nog in het centrum aanwezig zijn.

Aangetrokken door de mengeling van deze culturen zocht in een stageplek in Berlijn, die ik met een Leonardo Da Vinci beurs kon financieren. Deze vond ik bij TSPA. Een start-up van stedenbouwkundige/architect Thomas Stellmach, die onder andere twee jaar bij Maxwan heeft gewerkt. Het bureau bestond uit zeven jonge mensen die niet eerder met elkaar hadden samengewerkt. Thomas Stellmach had een opdracht binnengehaald voor een 73 hectare masterplan in Naberezhny Chelny, een stad met 500.000 inwoners in Rusland. De opdrachtgever was een projectontwikkelaar, het was dus geen competitie, en intentie was om het plan te realiseren.

Naberezhny Chelny is een stad met één van de grootste vrachtwagenfabriekscomplexen ter wereld. De stad zelf ligt gespiegeld aan deze industriecomplexen en bestaat uit typische Russische microdistricten gebouwd in de jaren zeventig en tachtig: prefab hoogbouw in open groene ruimten omsloten door stedelijke snelwegen. Het eenzijdige woon/werk aanbod zorgt er voor dat jong talent de stad de rug toekeert. Onze opdracht was om een stadsdeel te ontwerpen naar Europees model: bouwblokken met levendige plinten, gedefinieerde ruimten door omsloten gevelwanden, hoogkwalitatieve openbare ruimte en een gedifferentieerd woningaanbod. Voor deze opdracht zouden we onder andere ook samenwerken met de landschapsarchitecten van Topotek1. Al met al dus een zeer interessante opgave.

Klunkerkranich: een geïmproviseerde terras en evenementen ruimte boven op een parkeerdek – foto auteur

Onze zevenkoppig team was zeer internationaal: twee Duitsers, twee Russen, een Italiaan, een Amerikaan en ik als Nederlander. Op de werkvloer werd dan ook nauwelijks Duits gesproken, voornamelijk Engels. De eerste fase van het project stond in het teken van het leren kennen van mijn collega’s. We begonnen met het maken van een uitgebreide analyse van de stad om vervolgens in workshops schetsontwerpen te maken. Daarnaast werd er hard gewerkt aan het creëren van een vertrouwensband met de opdrachtgever. In deze fase hield ik me voornamelijk bezig met de analysetekeningen op stads- en projectschaal en de opzet van het projectboek in Illustrator.

Met veel plezier ging ik elke dag naar het werk. Sfeer in het team was goed, het werk inhoudelijk uitdagend, het dagelijkse ritme was relaxt. De werktijden waren gemiddeld van 10 tot 7 uur. Dat betekende dat ik vaak tot 9 uur kon slapen, aangezien het bureau 15 minuten fietsen van mijn huis was en s’ avonds was er veel tijd voor sociale activiteiten. Doordeweeks betekende dat vaak uit eten gaan. Voor € 6,- tot € 10,- kan je in Berlijn in kiezen uit een culinair aanbod dat zijn grenzen niet kent. Van Tibetaanse MoMo’s tot Sudenese falafel met pindakaas. Tussen mijn collega’s en vrienden was het altijd een wedstrijd wie de meest exotische eetplekjes kon ontdekken. Sowieso is Berlijn een stad van ontdekken. Niet alleen van eetgelegenheden, maar ook van clubs, cafés, kunstgaleries en andere vormen van vermaak. Zo was een van de leukste clubs in een oud zwembad, waarbij je op techno beats kon dansen in de badkuip en onder de badkuip, en tussen de verwarmingsinstallaties. Een van mijn favoriete drinkplekken was een pop-up bar boven op een parkeergarage.

Radialsystem V: een fabriek aan de Spree dat is herbestemd als concertruimte voor chiquere Berlijners – foto Jean-Pierre Dalbéra

Na ruim 3 maanden aan het masterplan gewerkt te hebben, bleek het project toch gecompliceerder dan gedacht. In mijn beleving was bij het maken van een stedenbouwkundig plan altijd het concept het dragende en bepalende middel, het element dat een plan goed of slecht maakt. De invulling, verkaveling en ontwerp van straatprofielen zag ik altijd als een invuloefening dat volgde uit het concept. In dit project lag dat toch een stuk genuanceerder. De Russische regelgeving is gebaseerd op de traditionele microdistricten uit het Sovjet-tijdperk. Deze gaat uit van standaardisatie. Zo zijn er strikte randvoorwaarden met betrekking tot verlichting, sociale infrastructuur, parkeren en publieke faciliteiten. Eerste prioriteit werd het begrijpen van de Russische regelgeving om deze daarna te kunnen ombuigen naar een stedelijke raamwerk dat overeen komt met het Europees stadsmodel.

Dit resulteerde in een grid dat over het gebied werd gelegd en waarbij variaties binnen het grid voor centraliteiten zorgden. Het ruimtelijk ontwerp werd dus meer bepaald door lokale regelgeving dan door een stedenbouwkundig concept van de ontwerper. Het was een hele andere werkwijze dan ik ervaren had bij prijsvragen en projecten op de universiteit die meer gericht is op storytelling en visuele representatie. De verhoogde complexiteit zorgde voor veel druk op ons kleine, jonge team en alle schroeven moesten flink bijgedraaid worden. De werkzaamheden werden nog strakker gedefinieerd, opgedeeld en verdeeld. Ik kreeg de verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het 3D model. Na nachten doorwerken zijn we er uiteindelijk in geslaagd een prima plan af te leveren. De presentatie in Rusland verliep goed. De opdrachtgever was tevreden en hoopt TSPA in 2016 op de bouwplaats te verwelkomen. Ze zijn wel snel, die Russen.

De inmiddels legendarisch Sudenese eetplek Sahara. Bekend om zijn falafel met pindakaas – foto Dee Murray

Hoe kijk ik terug op zes maanden Berlijn? Berlijn is een stad van start-ups en kleinschalige bedrijfjes en met relatief weinig grote bedrijven. Er is weinig groot kapitaal en de stad is relatief arm. Dit geld ook voor de architectuurscene. Als architect in Berlijn kies je voor lifestyle boven carrière, net als de meeste andere Berlijners. Je verdient relatief weinig, maar je kan er prima van leven. Met weinig geld kan je nog altijd meerdere dagen per week uit eten, naar geïmproviseerde barretjes gaan, picknicken met vrienden, de meest waanzinnig clubs bezoeken, vrienden maken uit alle hoeken van de wereld en genieten van het rijke culturele aanbod. Als dit je aanspreekt is, is Berlijn de perfecte stad. De vraag is wel hoe lang dit model nog blijft bestaan gezien de enorme prijsstijging en de lonen die achterblijven. Ik vond het in ieder geval na een half jaar genoeg en ik ben klaar voor een meer commerciëlere functie.