Recensie

Aldo Rossi’s kijk op de wereld

Het door Aldo Rossi ontworpen Bonnefantenmuseum in Maastricht bestaat twintig jaar. Als eerbetoon aan de architect is er een bijzondere tentoonstelling te zien met prenten, tekeningen en schilderijen die Rossi in zijn werkzame leven maakte.

© Aldo Rossi, The Goldfish, 1997, collectie Bonnefantenmuseum, © Eredi Aldo Rossi.

Tussen 1973 en 1997, het jaar waarin hij overleed, vervaardigde architect, urbanist, productontwerper en theoreticus Aldo Rossi parallel aan zijn ontwerpwerk een indrukwekkende hoeveelheid tekeningen, prenten en schilderijen. In 2011 verwierf het door hem ontworpen Bonnefantenmuseum in Maastricht nagenoeg de gehele verzameling, die Rossi zelf de Opera Grafica noemde. Voor de tentoonstelling Aldo Rossi La finestra del poeta / Het venster van de dichter. Grafiek 1973-1997 is de verzameling van honderd prenten aangevuld met schilderijen en tekeningen uit particuliere collecties.

De tentoonstelling toont het werk in chronologisch-thematische volgorde. Eenvoudige pentekeningen op papier, etsen, schilderingen op canvas of krantenpapier en krabbels in notitieblokken wisselen elkaar af. Rossi was duidelijk niet aan één medium gebonden en gebruikte veelvuldig verschillende technieken door elkaar. Tot laat in de avond werkte hij thuis aan de keukentafel aan talloze tekeningen.
Het is een waar genot om architectuur zo gerepresenteerd te zien in een tijd waar architectuur veelvuldig op een bijna generieke manier digitaal verbeeld wordt. In de tekeningen is de hand van de meester aldoor zichtbaar. Vluchtig, soms mijmerend en onaf, en soms heel precies legde Rossi zijn ideeën en gedachten vast in beeld. Voor de goede orde: we kijken niet naar concrete ontwerpschetsen, maar naar Rossi’s kijk op de wereld. Uiteraard voedden de tekeningen zijn ontwerpen, maar in de verbeeldingen krijgen we zicht op zijn persoonlijke belevingswereld.

La Città Analoga

In de stuk voor stuk prachtige prenten, tekeningen en schilderijen brengt Rossi alledaagse ervaringen en objecten samen in een nieuwe voorstelling, een manier van werken die ook in zijn architectonisch werk resoneert. Huishoudelijke objecten als bijvoorbeeld koffiepotten gaan over in fragmenten van gebouwen en worden onderdeel van fictieve stedelijke composities. Citaten uit architectonisch werk en alledaagse objecten als schoorstenen of huizenblokken, worden samengebracht in nieuwe composities. Hilberseimer, Schinkel, Piranesi zijn bronnen, maar evengoed het kolossale standbeeld van San Carlo Borromeo in Arona. Sommige onderwerpen reizen lang in de schetsen mee en worden alsof het een psychologische verwerking is, telkens opnieuw gebruikt in nieuwe tekeningen. Op reis tekende Rossi geestdriftig door. Een ogenschijnlijk toevallige pagina uit de Wall Street Journal als ondergrond is hier getuige van. Met die pagina is iets bijzonders aan hand. Kennelijk vond Rossi de pagina zo geschikt dat hij die pagina eerst kopieerde. Meerdere tekeningen hebben diezelfde ondergrond.
In wat de curatoren ‘de tweede periode’ noemen (van 1976-1980) ontstaat een groeiend bewustzijn voor publicitaire mogelijkheden. De beeldende kracht van veel van het werk spreekt voor zich en wordt voor reproductie geschikt gevonden.

De informatiebordjes op de tentoonstelling geven weinig inzicht in de reden waarom Rossi bepaalde onderwerpen eindeloos herhaalt, of aanwijzingen naar de betekenis is van de grafische gedichten. Een tipje van de sluier wordt opgelicht door een interactieve presentatie van de beroemde collagetekening, La Città Analoga, die Rossi met Bruno Reichlin, Fabio Reinhart en Eraldo Consolascio maakte voor de Biënnale in Venetië in 1976. Het vergeelde origineel hangt aan de wand, op een lessenaar ligt een kopie waar met behulp van een iPad de bronnen visueel kunnen worden opgezocht. De applicatie die door de École Polytechnique Fédérale de Lausanne werd ontwikkeld, onthult de bronnen wanneer de app een gescand fragment herkent. Een minuscule plattegrond van de kapel in Ronchamp, een stadsplattegrond van Como en ook een schilderij van Tanzio da Varallo blijken onderdeel uit te maken van La Città Analoga.

Teatro del Mondo, Venetië 1980, Aldo Rossi. Beeld blog Juan Ramírez Guedes

Aldo Rossi La finestra del poeta toont de ontwikkeling van Rossi’s manier van denken, waarin hij observaties en herinneringen gebruikte voor een nieuwe verbeelding. Probleemloos legde hij verbanden tussen skeletten van dieren en een stadsplattegrond of een ontwerp voor de begraafplaats in Modena. Dit proces wordt op de tentoonstelling inzichtelijk gemaakt met tekeningen van het Teatro del Mondo, het beroemde drijvende theater voor de Biënnale in Venetië van 1980; het is een wand vol, van een vroege aquarel tot een foto van het gebouwde resultaat. Rossi baseerde het ontwerp voor het theater op typische torens in Venetië. In zijn boek Wetenschappelijke biografie schrijft hij hierover: “De toren van mijn Venetiaans theater kan een vuurtoren of een klok zijn; de campanile een minaret of een toren van het Kremlin. De analogieën zijn eindeloos”.
Rossi heeft zijn analoge denkwijze onder meer uitgewerkt in zijn meest bekende boek De Architectuur van de stad. Hij beschrijft het schilderij Capriccio con edifici palladiani (1756 – 1759) van Canaletto. Canaletto heeft het stadsgezicht van Venetië aangevuld met drie gebouwen van Palladio die er in werkelijkheid nooit gestaan hebben. Ze geven vorm aan een fictieve stedelijke compositie die toch vertrouwd lijkt. Een beetje zoals men ervaart bij de aanblik van het Bonnefantenmuseum aan de Maas.