Recensie

Berlage als Godfather of Dutch design

In de onlangs geopende nieuwe tentoonstellingsruimtes van de Beurs van Berlage, worden verbanden gelegd tussen contemporaine Nederlandse ontwerpen en werk van H.P. Berlage zelf. Een soepele geest is soms vereist.

foto Mike Bink

Na vijf jaar plannen en verbouwen, werden eind november de deuren van de vernieuwde Beurs van Berlage voor het publiek geopend. Naast de gerenoveerde hoofdentree, enkele zalen en een nieuw café zijn er twee tentoonstellingszalen bijgekomen. Het is de bedoeling van de eigenaren van de Beurs: de gemeente Amsterdam, twee vastgoedbedrijven en een woningbouwvereniging om telkens met andere partners tentoonstellingen te organiseren. Voor de inwijding van de tentoonstellingszalen is in samenwerking met de stichting Zetel gekozen voor een designtentoonstelling die naar Berlage refereert. De helft van het geëxponeerde werk is door de oude meester zelf ontworpen, bij de andere helft gaat het om hedendaags design dat van de actualiteit van Berlage’s ontwerpprincipes moet getuigen, een soort hommage dus.

Zo’n melange is een modieus fenomeen aan het worden, de oude en nieuwe kunst moeten elkaar ondersteunen in de hoop dat er nieuwe belevenissen en betekenissen worden waargenomen: het Rijksmuseum toont werken van Anish Kapoor tussen de Rembrandts, Vitra Design museum toont nu de voortbrengselen van het Bauhaus samen met actueel design en Vivaldi wordt gespeeld met jazz er tussen.

foto Mike Bink

Wat krijgt de bezoeker in de Beurs te zien? In de foyer zijn er twee vitrines met D3 geprinte damestasjes en horloges van Piet Hein Eek. Bij het betreden van de grote zaal zijn aan de rechterzijde werken van Berlage geëtaleerd, aan de linkerzijde en in het midden tonen de hedendaagse ontwerpers hun ontwerpen. De werken van Berlage komen deels uit de Beurs zelf en zijn tamelijk heterogeen: van parapluhouders, armaturen tot en schrijftafel, stoelen en banken. Een ontbijtservies en enkele geleende stoelen vullen dit geheel aan. Ook de hedendaagse ontwerpen zijn heterogeen – van stoelen en lampen tot kopjes en een glas-in-lood raam.
Hoe zit het met Berlage’s patronage? Bij een aantal ontwerpen ligt het voor de hand en is het direct zichtbaar. Zo heeft de ‘Berlage stoel’ van Richard Hutten niet alleen door de naam, maar ook door de constructie – schuine rugleuning – een directe relatie met de beroemde architect. Dit is trouwens niet zo vreemd, de stoel werd door Hutten ontworpen voor het cafetaria van het Gemeentemuseum in Den Haag. Ook Walter Wouter Scheublin past bij zijn stoel de Berlagiaanse scheiding van de schuine rugleuning met de achterpoten toe. Het tafeltje en de stoeltjes van Ineke Hans refereren direct naar tafeltjes met stoeltjes uit de Beurs zelf, en ook is er een directe relatie tussen Berlage en het kop-en-schoteltje van Bas van Beek. Van Beek produceerde het kopje op basis van een schets van Berlage, het schoteltje ontwierp hij zelf.

foto Mike Bink

Naast deze directe verwijzingen gaat het om indirecte, conceptuele verwantschappen die eerder in de benadering van een ontwerp berusten, dan in de formele overeenkomst: zichtbare constructie als beeldend element, eerlijke materiaaltoepassing en interesse in nieuwe materialen en technieken. Dat alles kan men bij Berlage vinden, maar niet alleen bij hem. Niet toevallig hebben in het verleden zowel de architecten van de Nieuwe Zakelijkheid, als van de Amsterdamse school en Kropholler met zijn aanhangers zich op Berlage als voorloper beroepen. In deze categorie wordt de relatie tussen het contemporaine ontwerp en Berlage steeds vager tot onzichtbaar. Daarbij maakt de opstelling – aan de ene kant de grote meester, aan de andere kant ‘de opvolgers’ – het de bezoeker niet makkelijk om een en ander met elkaar te vergelijken. Veel moet hij zelf erbij bedenken.

Het is ondoenlijk om hier op alle geëxposeerde objecten in te gaan. Één bijzondere wil ik vermelden omdat het een grappige vinding is, maar ook als een voorbeeld van een nogal zoekgeraakte relatie met Berlage: het glas in lood van Marjan van Aubel. Zij heeft foto-elektrische glaspanelen ontwikkeld die in een siervenster elektriciteit opwekken en als een bewijs daarvan een ventilator aandrijven, maar je zou ook je mobiel kunnen opladen. Een technische innovatie vermomd in een geometrisch patroon van glas-in-lood.

foto Mike Bink

Tot slot nog iets over de expositieruimte zelf. De verbouwing van de Beurs van Berlage werd ontworpen en begeleid door Janneke Bierman, van het architectenbureau Bierman & Henket, dat een naam heeft hoog te houden door succesvolle ingrepen in oude gebouwen – denk bijvoorbeeld aan het museum De Fundatie in Zwolle, of het Onderwijsmuseum in Dordrecht. Hoewel de tentoonstellingsruimtes strak en eenvoudig vormgegeven zijn, zijn er wat beperkingen. De zalen in de voormalige kelderruimte hebben lage plafonds en geen daglicht, wat bij sommige exposities een probleem kan worden. De kleine zaal, waar nu een aantal foto’s van de beurs (en van de directeur) te zien zijn, kan voor de tentoonstellingen alleen een ondersteunde functie hebben. Maar de verbouwing is neutraal, wat gunstig is voor een tentoonstelling. De nieuwe trap naar deze ruimtes is breed en mooi uitgevoerd met aandacht voor de materialisatie zodat het overgang van ‘Berlage naar Bierman’ stijlvol verloopt.