Feature

De uitgegumde toekomst van Frankemaheerd

De kantorenleegstand in Nederland is hoog. Het huidige bestand lege kantoorgebouwen kenmerkt zich door een opvallend gebrek aan architectonisch interessante gebouwen. Frankemaheerd in Amsterdam Zuidoost van OD 205 is een uitzondering. Extra wrang dat ING voor haar nieuwe hoofdkantoor niet de voorkeur geeft aan verbouw van dit lege kantoorpand, maar voor sloop-nieuwbouw kiest en zo een architectonisch bijzonder kantorencomplex uitwist.

foto’s de auteur

Ze zijn er vast, ArchiNed-lezers die fan zijn van het satirische VPRO-programma Toren C. De hilarische kantoorbelevenissen van twee dames zijn deels opgenomen in het kantorencomplex Frankemaheerd in Amsterdam-Zuidoost. De opzet van de kantoorruimten bood veel flexibiliteit. Met gemak kon de afdeling productie van de televisieserie de ene ruimte in een dokterspraktijk en de andere in een kroeg ombouwen. Bij de opnames is zelfs dankbaar gebruik gemaakt van het oude kantoormeubilair van de Bijenkorf. Die Bijenkorf, of officieel Koninklijke Bijenkorf Beheer (KBB) geheten, was opdrachtgever van dit complex dat tussen 1975 en 1981 is gerealiseerd. Het complex ligt tegen winkelcentrum Amsterdamse Poort aan, dat op haar beurt weer wordt geflankeerd door het huidige hoofdkantoor van ING, ontworpen door Ton Alberts en Max van Huut. Dit op antroposofische gronden ontworpen gebouw was bij oplevering in 1987 al uniek. Een zevental bruine baksteentorens die al meanderend langs een van die kaarsrechte betonnen galerijflats brutaal zijn plek opeiste. Al snel kreeg het de bijnaam ‘Zandkasteel’ toebedeeld.

De ontwikkelgeschiedenis van Frankemaheerd is opmerkelijk. Bureau OD 205 kreeg in 1975 van KBB de opdracht om het complex te ontwerpen. KBB bestond uit een conglomeraat van werkmaatschappijen zoals het bekende warenhuis De Bijenkorf. Daarnaast had KBB ook veel andere winkels onder haar vleugels als Formido, Amici, Prénatal, Lampenier en Van Dalen. Het bekendste onderdeel van KBB was de winkelketen HEMA. Belangrijk aspect aan de opdracht was om in de architectuur en organisatie van de gebouwen de verschillende identiteiten van de verschillende werkmaatschappijen tot uitdrukking te brengen.

OD 205 gaat met dit gegeven aan de slag. Het programma evalueerde mee met de tijd waardoor tussen 1979 en 1981 een boeiend gebouwencomplex is opgeleverd. Het ontwerp laat die achterliggende bedrijfsstructuur terugkomen door specifieke clustering van gebouwen. OD 205 ontwierp niet één gebouw, maar meerdere losse clusters die in grootte en hoogte verschillen. Desondanks straalt het ontwerp eenheid uit, doordat voor alle onderdelen eenzelfde donkerblauwe gevelkleur is toegepast. De technische basisstructuur bestaat uit buiten de gevel geplaatste prefab-kolommen. Die geven de verkeersruimtes en de werkruimtes aan. Binnenin de verschillende gebouwen werden de bedrijfsidentiteiten van de verschillende werkmaatschappijen door specifiek interieurontwerp benadrukt. Tussen de gebouwen is weelderig groen te vinden dat verschillend van karakter en uitstraling is. Het totaal geeft niet de indruk dat het hier om een complex van 40.000 vierkante meter gaat.

OD 205 is er in geslaagd om het complex goed op de voor de Bijlmermeer kenmerkende verschillende niveaus aan te laten sluiten. Op maaiveldniveau slingeren paden rondom de gebouwen terwijl autoverkeer op het hoger gelegen dreefniveau het gebouw kunnen bereiken. Door toepassing van het kunstwerk van beeldhouwer Jeroen Henneman is de herkenbaarheid van het complex vergroot. Twee stalen linten vormen gezichtsprofielen die elkaar raken. Deze ‘kussende kassalinten’ fungeren aan de Bijlmerdreef als toegangspoort en herkenningspunt tot het complex. Hoewel de gebouwen onderling qua grootte en hoogte verschillen kenmerkt de architectuur zich door gemeenschappelijk materiaal- en kleurgebruik. De beeldbepalende betonconstructie is kenmerkend voor het werk van architect Jacques Choisy, als projectarchitect verantwoordelijk. Ander werk van deze architect zijn onder meer het hoofdgebouw van de TU Eindhoven uit 1964 en de 114 meter hoge medische faculteit van de Erasmusuniversiteit in Rotterdam bij het Dijkzigtziekenhuis uit 1968. Gebouwen waar niemand het sloopverdict over zou durven uitspreken. Maar dat lot is Frankemaheerd helaas wel beschoren.

De sloopreden is vastgoedpolitiek in plaats van architectonisch onderbouwd. In 2008 koopt woningbouwvereniging Rochdale (ja, die van die Maserati) in een vloek en een zucht het gehele complex op. Doel is sloop om er daarna een mix van kantoren, woningen en winkels voor terug te bouwen. Maar 2008 is tevens het startjaar van de vastgoedcrisis door de wilde plannen van Rochdale een dikke streep komt te staan. De HEMA vertrekt in 2010 naar haar nieuwe hoofdkantoor op het NDSM-werf in Amsterdam waarmee de eerste leegstand intreedt. Die leegstand leidt tot hernieuwde creativiteit bij Rochdale. In overleg met het stadsdeel Zuidoost wordt in 2012 besloten het complex te ontwikkelen tot plek voor wonen, werken, maatschappelijke voorzieningen en horeca. In een visie die door het stadsdeel is opgesteld wordt geconstateerd dat het complex afwijkt van veel van andere kantoorgebouwen in Zuidoost. De fijnmazige structuur van Frankemaheerd en de ogenschijnlijke kleinschaligheid maakt transformatie van kantoor- naar andere functies makkelijk. Dat geldt lang niet voor andere leegstaande kantoren in het stadsdeel die door hun monolithische karakter functiewisseling vaak moeilijk maken, aldus het stadsdeel. Frankemaheerd wordt het thuis voor het concept ZOMIXED. Het complex wordt geschikt gemaakt voor kleine en startende bedrijven. Zo heeft het eerste vrouwenhotel van Nederland hier een plek, ook de Openbare Bibliotheek Zuidoost is er gevestigd en er zijn flexplekken voor ZZp-ers te huur.

Het stadsdeel krijgt begin 2015 de schrik van haar leven als ING meldt dat zij halverwege 2019 hun hoofdkantoor – dat ‘Zandkasteel’ van Alberts & Van Huut – wil gaan verlaten. Outsourcing, krimp, crisis; om allerlei redenen heeft ING dat kantoor van 65.000 vierkante meter niet meer nodig en wil terug naar maximaal 24.000 vierkante meter. Als het kan in Zuidoost en het liefst in een nieuw gebouw. ING koopt daartoe zomer 2015 Frankemaheerd van Rochdale waarmee ze deze locatie veilig stelt voor mogelijke nieuwbouw. Onderwijl is het Zandkasteel verkocht aan OVG Real Estate en G&S Vastgoed, die zowel de verbouw van het Zandkasteel tot woningen zullen gaan realiseren, als de nieuwbouw van het ING-hoofdkantoor.

Frankemaheerd is (nog) geen gemeentelijk monument. Hier zijn tal van redenen voor te bedenken. Monumentenorganisaties zien de bijzonderheid niet, of hun aandacht richt zich te weinig op Amsterdam-Zuidoost. Rochdale zal als belanghebbende deze status zeker niet leuk hebben gevonden: Frankemaheerd moest geld opleveren. En ING wil al helemaal geen lastig monument om te verbouwen. Het complex is dus niet meer te redden. Het is moeizaam om niet cynisch te worden over een bedrijf dat op andere locaties bijzondere architectonische complexen neerzet en daar hoog van opgeeft en in Zuidoost de toekomst van Frankemaheerd resoluut uitgumt door sloop-nieuwbouw. Want ING is ook het bedrijf dat aan de Zuidas in 2002 het bejubelde ING-House (bijnaam: de klapschaats) door Roberto Meyer en Jeroen Van Schooten liet ontwerpen. Het door De Architekten Cie. ontworpen gebouw Acanthus valt op door de bijzondere architectuur en tegenover Frankemaheerd staat het ING Treasury Center van Atelier PRO te pronken. Kortom: ING heeft een naam hoog te houden als het om bijzondere architectuur gaat, maar blijkbaar alleen als het om nieuwbouw gaat.

Er kunnen sterke twijfels worden geuit bij de op deze manier tot papier beperkende duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid van ING. Het wordt echt wrang als ING in het persbericht over de nieuwbouw meldt: “ING wil deze bouwlocatie ontwikkelen in lijn met de ondernemersgeest van het bedrijf, waarbij innovatie en creativiteit hoog in het vaandel staan. Het moet een energiezuinig gebouw worden, open en transparant, dat eventueel ook voor andere huurders aantrekkelijk is als vestigingsplaats voor de lange termijn.” Daarbij moet het nieuw te bouwen complex een “campusachtige uitstraling” krijgen. Precies de kenmerken van het huidige Frankemaheerd.