Interview

Hergebruik en herbeleving in Shenzhen

Van 4 december 2015 tot en met 28 februari 2016 vindt in Shenzhen en Hong Kong voor de zesde keer de Bi-City Biennale of Urbanism and Architecture (UABB) plaats. Onze China correspondent Harry den Hartog interviewde Aaron Betsky, een van de vier curatoren van UABB, over het thema van deze biënnale: hergebruik en herbeleving van de stad.

UABB – foto auteur

De UABB is de enige biënnale in China die zich specifiek alleen met architectuur en stedenbouw bezighoudt, én het is de oudste en grootste biënnale in China. Voor het deel in Shenzhen zijn deze keer vier curatoren aangesteld met ieder een eigen focus: Aaron Betsky als curator van ‘Collage City 3D’, Doreen Heng Liu als curator voor ‘PRD 2.0’, en het duo Alfredo Brillembourg en Hubert Klumpner als curatoren voor ‘Radical Urbanism’. Deze onderdelen zijn te zien op de onderste twee verdiepingen van het hoofdgebouw. Op de derde verdieping bevinden zich enkele bijdragen van organisaties en landen, waaronder Nederland. Het Nederlandse deel ‘Domestic Affairs’ is een bescheiden installatie van Bureau Europa met een als collage op panelen geplakte reeks bijdragen van kunstenaars over het thema ‘The house is a home to a paradox’. In de bijdrage wordt ondermeer gesteld dat het huis het ultieme verlangen van privacy is, maar dat men tegelijkertijd via wifi en webcams de wereld binnenhaalt, of via Airbnb onbekenden laat overnachten.

In het curatorial statement staat dat deze biënnale anders is dan eerdere biënnales hier in Shenzhen. Waarin onderscheidt deze editie zich van eerdere edities?
Aaron Betsky: Iedere biënnale heeft natuurlijk zijn eigen thema. Het interessante aan de UABB is dat bijna elke editie ook zijn eigen plek in de stad heeft. Drie edities van de UABB waren op het OCT-terrein (een hergebruikt fabriekscomplex HdH), maar de drie andere zijn ieder op een eigen plek in de stad geweest. Iedere biënnale is ook een aanleiding om een bepaalde locatie in Shenzhen te transformeren, om daar iets te doen. Dat is ook bij deze biënnale het geval. We zitten met de UABB in het midden van een van de oudste stukjes van Shenzhen, in de voormalige Dacheng Flour Factory, in een gebied waar hard wordt gebouwd. Het is hier hetzelfde verhaal als wat je wereldwijd ziet, de transformatie van havengebieden nadat de havenactiviteiten zijn verplaatst naar locaties verder buiten de stad. Wat haven en industrie was, transformeert stapsgewijs in kunst, recreatie en sjiek wonen. Dat gebeurt hier nu ook, op deze plek op basis van een masterplan van OMA. Dit voormalige fabriekscomplex blijft na deze biënnale grotendeels staan.

Aaron Betsky op de UABB – foto auteur

Op de website zag ik dat er twee thema’s zijn voor deze editie, in het Chinees Cheng Shi Yuan Dian en in het Engels Re-living the city.
Nee, het is één thema. We hebben begrepen dat de vertaling een beetje anders is. Het Chinese ‘Cheng Shi Yuan Dian’ gaat het over de oorsprong van de stad. Co-curator Doreen Heng Liu probeert uit te leggen dat dit betekent dat je terug gaat naar basis van de stad waaruit je de stad opnieuw probeert op te bouwen. Het achterliggende idee is hetzelfde als bij ‘Re-living the city’.
Het thema is anders dan eerdere edities al borduurt het er wel op voort, met name in de context van de stad Shenzhen zelf en de Pearl River Delta (PRD). Daarin verschilt de UABB van andere biënnales zoals die in Venetië die in 1895 is opgezet als een manier om kunst uit de hele wereld naar bepaalde plek te brengen zonder dat er een relatie is tussen het kunstwerk en Venetië. De UABB gaat telkens gedeeltelijk over Shenzhen zelf en over de PRD. De onstuimige groei, de informele steden, de oesterbedden en andere lokale aspecten komen telkens iedere keer terug. Wat wij met deze editie de mensen van Shenzhen duidelijk proberen te maken, en waar ik zelf ook consequent in probeer te zijn, is de andere kant van het verhaal en de potentie die daarin besloten ligt. Wij zeggen: “Okay, jullie hebben grote groei gehad en je kan natuurlijk nog doorgroeien, maar nu is het tijd om te kijken wat er al is en wat je daar mee kan, om de stad her te gebruiken, te herleven en om daar met een nieuwe kijk iets mee te doen”.
Ik wil niet voor alle curatoren praten, maar dat is waar ikzelf al een tijdje mee bezig ben. We hebben al genoeg gebouwen. Analoog aan wat Droog in 1992 zei: “we hebben al genoeg spul, laten we nadenken over andere manieren om her te gebruiken”. Ik probeer dit nu door te zetten binnen de architectuur en stedenbouw, niet alleen hergebruik, maar ook ‘re-imagination’ – daar heb ik eigenlijk geen goed Nederlands woord voor.
Op de tweede verdieping van het hoofdgebouw ligt de nadruk sterk op tactisch urbanisme, een thema dat wereldwijd speelt, ook in Nederland en nu ook in China. Beneden probeer ikzelf te laten zien hoe je door hergebruik van materialen, middelen en ideeën, de stad weer levendig kan maken.

UABB – foto auteur

Net aangekomen vanuit Shanghai heb ik helaas nog niet alles kunnen zien, maar van wat ik tot nu toe gezien heb lijkt het erop dat niet alles direct met dit thema te maken heeft.
Alles wat wij als curatorenteam hebben gedaan is wel gerelateerd aan het thema, maar er is hier ook allemaal ander ‘spul’ op het terrein. Zoals dit gebouw waarin we nu zitten. Dit zou eigenlijk de school moeten worden met hierboven kamers voor de studenten van onze school. De sponsor van de UABB besloot echter dat hij deze ruimte onder andere wilde gebruiken voor workshops. Alles in dit gebouw waar we nu zitten is dus niet van ons, maar het is eigenlijk best wel leuk geworden met interessante activiteiten. Tegen de organisatie hebben we ook gezegd dat we het jammer vonden dat er nu twee dingen zijn die door elkaar heenlopen, wat onduidelijkheid veroorzaakt. Maar de nieuwe functie is goed dus laten we gewoon samenwerken. Voor de school is nu een schema van activiteiten bedacht gedurende de drie maanden van de biënnale.
Wat op de derde verdieping van het hoofdgebouw staat zijn de bijdragen van een klein aantal landen en organisaties. Dat is dus ook niet direct van ons en niet direct onder onze controle, maar wel gelieerd. Ze hebben theoretisch soms wel met ons thema te maken maar niet noodzakelijkerwijs.
In die containers daar verderop staan nu allemaal dingen van sponsoren, dat hoort inhoudelijk ook niet echt bij deze biënnale. Je moet niet te ver doorvragen, want zoals je weet zijn de grenzen in China tussen overheid, bedrijven en NGO’s niet altijd even helder. Tijdens het proces waren er ook voortdurend dingen die wat mij betreft niet door de beugel kunnen.

Da Lang Fever 2.0 UABB bijdrage van INTI – foto auteur

Is deze nieuwe locatie van de biënnale een bewuste keuze van het curatorenteam? Een kilometer verderop ligt het complex van de vorige biënnale, Ole Boumans Value Factory, waarom hebben jullie niet gekozen om dit her te gebruiken? Die oude glasfabriek is twee jaar geleden op een aantrekkelijke manier gerenoveerd en staat nu op een nieuw gebruik te wachten…
We konden kiezen uit drie of vier locaties. We hebben ook gekeken of het mogelijk was om weer iets te doen op de vorige locatie. Maar eerlijk gezegd vond ik die plek zo geïsoleerd en ook met zo’n bepaald karakter dat je daar weinig mee kan doen. Toen zagen we dit gebouw, een fantastisch en nog heel romantisch gebouw uit de jaren tachtig, het soort gebouw dat overal wordt hergebruikt.


Dit complex is inderdaad veel compacter en dichter bij de metro, maar de architectonische interventies in de gebouwen en op het terrein zijn hetzelfde als twee jaar geleden, met geboorde gaten, doorzichten en een ecologische tuin. Doreen Heng Liu, de architect van de verbouwing, vertelde mij dat slechts 50% van de ambities zijn gerealiseerd?
Het verbouwingsproces is een beetje ingewikkeld en ook niet helemaal zuiver. Want Doreen is architect van deze renovatie en tegelijkertijd is zij ook een van onze curatoren. Het is ook onduidelijk welk deel van de biënnale na afloop behouden zal blijven en wat niet. Maar het is al wel bekend dat tweederde van het hoofdgebouw zal worden gesloopt. Wij hebben geprobeerd om de nadruk te leggen op het idee dat je dat karakteristieke hoofdgebouw moet sparen en hergebruiken.
Er moet een weg dwars door dat gebouw heen. Deze doorbraak staat op de gevel gemarkeerd. Persoonlijk vind ik dat die weg sowieso op de verkeerde plek ligt, maar als hij er toch moet komen waarom leg je die weg niet gewoon dwars door het gebouw heen? Ik heb nog foto’s laten zien van pakhuis De Zwijger in Amsterdam om te laten zien dat het ook anders kan. Ook dit is een stevig gebouw en kan dat volgens mij makkelijk hebben.

hoofdgebouw met daarop gemarkeerd de weg – foto auteur

Wat gebeurt er met het resterende deel, zijn daar al ideeën voor?
Nou, er is nog niet echt een idee, maar het is wel de bedoeling dat het een soort kunstcentrum moet worden. Er is nu voor deze biënnale een auditorium in een deel van het fabriekscomplex gemaakt en dat moet na afloop hergebruikt gaan worden. Er is een soort ideeënprijsvraag geweest die Doreen dus heeft gewonnen. Haar ontwerp geeft als indicatie beeldende kunst, muziek en dans…


Gebeurt er hier straks dan niet hetzelfde als met de vorige locatie?
Mijn persoonlijke voorkeur was eigenlijk om de biënnale in een ander OMA gebouw te laten plaats vinden, namelijk in de beurs want die staat nu helemaal leeg. Maar dat bleek geen optie. De kantoren zijn geloof ik wel verhuurd. Maar de hele krans rondom de toren die bestemd was voor de beurs wordt niet gebruikt. De functie was destijds gepland maar dat soort beurzen heb je nu niet meer. Dat gebeurt nu allemaal op een Bloomberg Terminal, een beursvloer hebben ze helemaal niet meer nodig.


De Beurs is inderdaad een heel spannende locatie, en bovendien middenin de stad.
Dat is voor de volgende biënnale. Ronald Rietveld presenteerde in 2010 met Vacant NL op de biënnale in Venetië een overzicht van de kantorenleegstand in Nederland. Het verhaal van leegstand begint hier nu ook te spelen. China is toe aan een Vacant China.

Shekou Round Table tijdens het openingsweekend – foto auteur

Aan leegstand is geen gebrek in China. In China’s nieuwste vijfjaren plan dat in december werd gepresenteerd wordt opnieuw sterk ingezet op ‘urban regeneration’. De ontwikkelingen binnen de vakwereld zijn bovendien op een belangrijk keerpunt, met heel veel bureaus die om werk verlegen zitten en zich moeten heroriënteren. Het is tot op zekere hoogte vergelijkbaar met wat afgelopen jaren in het Westen gebeurde. Tegelijkertijd zijn er in toenemende mate ernstige problemen met de leefomgeving. In hoeverre hebben jullie als curatoren gekeken naar wat er in China momenteel leeft binnen de vakwereld van architecten en stedenbouwers?
We hebben niet specifiek naar gekeken naar dat vijfjarenplan, maar bijvoorbeeld in de bijdrage PRD 2.0 wordt wel gekeken naar wat er komende tien jaar in Shenzhen staat te gebeuren en hoe dat anders kan. Je moet deze vraag eigenlijk aan Doreen stellen, haar onderdeel kijkt specifiek naar lokale kleinschalige bottom-up initiatieven. Voor het onderdeel PRD 2.0 heeft zij acht bureaus, waaronder INTI, gevraagd om na veldonderzoek scenario’s te bedenken waarin je de traditionele top-down planning van China zou kunnen combineren met bottom-up initiatieven. Dat is het idee, maar in hoever dat gelukt is moet jij zelf maar beoordelen.


Nog een laatste vraag: via de sociale media hoor ik dat er opnieuw erg veel Nederlanders op deze biënnale zijn afgekomen, net zoals bij de vorige editie. Is daar een bepaalde achterliggende reden voor?
Je hebt gelijk, er zijn hier verhoudingsgewijs erg veel Nederlanders. Voor mij is dat meer een ‘tribute‘, een compliment, aan wat er de afgelopen twintig jaar in Nederland is gebeurd op het gebied van hergebruik en het nadenken over de her-conceptualisering van gebouwen. Daar is een soort sfeer gecreëerd en een kennisbasis opgebouwd waardoor veel talentvolle mensen naar Nederland zijn gekomen om dit tot zich te nemen en verder te ontwikkelen. Ik roep al jarenlang dat Nederland het centrum van de architectuur en stedenbouw is. In Nederland zelf klagen mensen steen en been dat er niets gebeurt en dat alles hetzelfde is. Het gevoel dat er niets gebeurt komt juist doordat er veel gebeurt, maar in het hergebruik en niet in het maken van nieuwe gebouwen. De kennis van hergebruik en her-conceptualisering verspreidt zich nu over de hele wereld.