Architect en nog geen plannen voor de voorjaarsvakantie? Hier een tip voor een uitstapje. Letterlijk, want voor dit werk van William Forsythe moet je naar het buitenland. En figuurlijk, omdat het over méér dan het aanschouwen van beeldende kunst en ruimte gaat; je komt zelf in beweging, Duchamp en Kafka komen even langs, en aan het einde heb je grote kans in Holleins Tortenstück te verdwalen.
‘In this particular exhibition you have to move to know. If you don’t move you won’t know something‘, zegt William Forsythe in het promotiefilmpje van het museum. Forsythe heeft vele jaren in Frankfurt als danser en choreograaf gewerkt en deze dubbelrol lijkt zijn aanpak te bepalen. Hij werkt met verbeelding en hij maakt de regels. De tentoonstelling William Forsythe The Fact of Matter bestaat uit Forsythe’s begaanbare installaties – de ‘choreographic objects’ – en door hem geselecteerde kunstwerken uit de vaste collectie van het museum. Door de werken-op-zich en door hun samenspel krijg je een idee op welke manieren Forsythe naar ruimte en beweging kijkt.
Forsythes installaties zijn specifiek ontworpen voor het eigenzinnige museum van Hans Hollein. Dit gebouw is het tegendeel van een neutrale achtergrond voor de kunst. Zo komt de driehoekige vorm van de kavel in vele zalen terug, is de route per verdieping anders en zijn de bijna veertig tentoonstellingsruimten uiterst verschillend van afmetingen. Forsythe benut deze uitdaging ten volle. Sterker nog, hij speelt het spel mee door zelf een eigenwijze ruimte aan het geheel toe te voegen.
‘Please maintain a distance of 1 meter from the wall or other visitors‘, staat op een van de witte wanden in een geheel lege ruimte. Deze zin is typerend voor de tentoonstelling: hier ben je bezoeker en acteur inéén. Het begint al in de centrale entreehal. Een camera filmt de bezoekers en op een groot, stralend helder scherm verschijnt de opname: vertraagd en vervormd, golvend en loom vloeiend. Zelf de meest serene bezoeker begint met draaiende bewegingen te experimenteren. Ook in de zaal tussen de at random aangestuurde slingers wordt je vanzelf een danser. In de ‘Jungle Gym’ zijn honderden gymnastiek-ringen op verschillende hoogten aan het plafond opgehangen. Probeer het eens, de ruimte lopend op de ringen te doorkruisen! Het is een oefening in lichaamsbeheersing binnen een extreem instabiele omgeving. De bezoeker is niet alleen onderdeel van de installatie maar ook fysiek actief. Helaas mag je je hier niet zo vrij bewegen als je zou willen. Er staan dan toch weer suppoosten die erop letten dat niet meer dan twee personen gelijktijdig in de Jungle spelen.
Abstracter wordt het op de tweede verdieping. Het werk ‘Aufwand’, misschien het beste vertaald met Inspanning, bestaat uit een uiterst zware, bijna niet te openen deur. Dit choreografische object leunt op een idee van Marcel Duchamp: de bezoeker voltooit het kunstwerk. Terwijl ik dit opschrijf, realiseer ik me dat de afmattende en herhalende bewegingen die nodig zijn om de veel te zware deur in beweging te krijgen, en het wegglijden op de gladde bodem zo uit de choreografie van een moderne dans zouden kunnen komen.
In de video Lectures from Improvisation Technologies laat de meester zelf zien hoe het lichaam van een danser geometrische figuren of ruimte kan verbeelden. Zo danst hij ‘een punt’, ‘een lijn’, ‘een balk’ en de ruimte om een geometrische figuur heen, ‘de leegte’. Ingevoegde grafische animaties van de geometrische lichamen verduidelijken de gesproken uitleg. Het onzichtbare wordt zichtbaar. En het is een inspirerende presentatiemethode.
Naast al die vluchtige en verbeelde ruimtes heeft Forsythe ook één ‘stabiele’ ruimte geschapen. Deze ruimte past perfect in Holleins concept van extravagante tentoonstellingsruimten – behalve dat je er niet in kunt staan. Oorspronkelijk zo laag ‘als een doodskist’ bedacht, is deze ‘zaal’ iets hoger uitgevoerd zodat je je er toch doorheen kunt bewegen, glijdend op je rug of moeizaam kruipend. De bewegingsruimte is beperkt. Fraai is het ongewone, gekaderde uitzicht vanuit die ruimte op de schoenen van de voorbijgangers: het spel van zien en niet gezien worden. Maar door het perspectief en de beklemmende laagte dacht ik ook aan Gregor Samsa in Kafka’s Gedaanteverwisseling. Latere studie van de beknopte tentoonstellingsgids leerde dat het thema van de gehele begane grond ‘vergankelijkheid’ bleek te zijn.
De door Forsythe gekozen werken uit de vaste collectie zeggen volgens mij vooral iets over hemzelf. Hier komt een persoon naar voren die in álles geïnteresseerd is: fotografie, video en sculptuur, concreet en abstract, toevallig en geconstrueerd, filosofisch en beeldend. Veel voorkomende thema’s zijn lijnen, beweging, licht en compositie. Maar het echte feest zijn de choreografische objecten die de bezoeker uitnodigen om te ‘dansen’ en met de bewegingen van het eigen lichaam te experimenteren. Zo, en door het samenspel met anderen, ontstaat ruimte. William Forsythe The Fact of Matter zorgt voor een speelse en verrassende ervaring.
Verrassend op een andere manier werkt Holleins museum. Aan het einde van de tentoonstelling op de derde verdieping aangekomen, wist ik even niet meer waar de terugweg was. Waarschijnlijk, bedacht ik later, ligt dat aan de steeds van de eigenlijk symmetrische opzet afwijkende positie van de trappen die dan ook nog per verdieping op een andere plek en verborgen liggen. Ergerlijker is dat ik thuis erachter kwam dat ik nogal wat kunstwerken niet had gezien. Ik was de ruimten gewoon niet tegengekomen. Nóg een tip dus: de plattegronden in de gids, die bij de entree verkrijgbaar is, zijn zeker niet overbodig.