Roberto Aparicio Ronda en Elise Eeraerts van Studio Aparicio/Eeraerts uit Antwerpen ontvingen een uitnodiging voor het New Generations Festival. Een dagboekverslag.
De derde editie van het New Generations Festival vond plaats in Genoa, Italië. Aan de vorige editie in Firenze in 2014 hebben we (Roberto en ik) ook deelgenomen. Omdat dat een boeiende ervaring was, hebben we geen moment getwijfeld om op Gianpiero Venturini zijn uitnodiging voor de derde editie in te gaan. Helaas konden we vanwege een werk in uitvoering de allereerst dag voor de deelnemers niet meemaken en schoven we vrijdag aan.
Het doel van het New Generations Festival is het creëren van een Europees netwerk voor studenten en jonge professionals waarbinnen uitwisseling en samenwerking kan plaats vinden. Het een vrij experimenteel format waarbij gedurende 3 à 4 dagen een intens programma van overlappende workshops, discussiegroepen en werkpresentaties plaatsvindt. Het programma is zo vol, dat het niet mogelijk is alle events bij te wonen, hetgeen een heel grote dynamiek, en soms een beetje positieve chaos veroorzaakt. Bij elke editie wordt er een veelheid aan jonge architectenbureaus en aanverwanten uitgenodigd. Voor ons is het boeiendste aan onze deelname om te kijken waarmee onze generatiegenoten bezig zijn, en te luisteren naar hun ervaringen.
Het festival heeft vrij intieme setting. Hierdoor ontstaat een vertrouwelijke sfeer waarin je als deelnemer, maar ook als toeschouwer, een kijkje achter de schermen kan krijgen van elke praktijk. Het is altijd interessant om te kijken hoe anderen hun projecten uit de grond stampen, of ze al dan niet conventioneel te werk gaan, en hoe ze samenwerken met anderen. Het unieke aan het New Generations Festival is dat het niet noodzakelijk om het eindresultaat gaat, zoals gebruikelijk bij traditionele architectuurpresentaties, maar om alle voorafgaande processen, bedenkingen en experimenten. Deze werkzaamheden hebben vaak geen directe betrekking op de wijze waarop een concreet project bijvoorbeeld technisch of conceptueel tot stand gekomen is. Het gaat eerder om persoonlijke en diepgaandere intenties en strategieën, zoals bijvoorbeeld hoe het bureau tot stand gekomen is, hoe toeval soms (of vaak) een rol speelt, of hoe een bepaald project al dan niet succesvol is aangepakt.
Het thema van deze editie was ‘Beyond Architecture’ en ging uit van de constatering dat professionals die actief zijn in de (huidige) architectuurwereld ook vaak andere velden/disciplines, of strategieën exploreren. In de discussiegroepen bleek dat dit enerzijds gebeurde om de architectuurpraktijk gedeeltelijk financieel te ondersteunen (diversificatie als spreiding van risico’s). Anderzijds koos men ook voor diversificatie puur uit interesse voor andere gebieden – ecologie, artistieke roepingen – of omdat allerlei andere nieuwe benaderingen en ideeën uitgediept kunnen worden. Pragmatisch gezien zijn beide een gevolg van de crisis; hetgeen Gianpiero’s uitgangspunt is om samen te komen. Hij bevraagt hoe jonge architectuurbureaus sinds de crisis hun bestaan ontwikkeld hebben en hoe de praktijk sindsdien veranderd is.
Vrijdag, onze eerste dag op het festival, hebben we deelgenomen aan de discussiegroep ‘Architects Ground Zero’, gemodereerd door Chris Luth. De setting was het Museo de Sant’Agostino. De gesprekken vonden plaats midden in het museum tussen allerlei tentoongestelde kunstobjecten. Zulke ongewone settings zijn typisch voor het New Generations Festival. Het vormt een vreemde, maar inspirerende en informele context dan een gebruikelijke conferentieruimte.
Het thema Ground Zero verwijst naar de vernieuwde reconstructie van het architectenberoep sinds de crisis in 2008. Door de nieuwe werkelijkheid heeft het beroep zich bij bepaalde jonge bureaus aangepast door multidisciplinair te werken. Voorbeelden van deze aanpak zijn NAS-DRA, die inspelen op de vergrootte interesse van de maatschappij in ecologie. Hun projecten gaan bijvoorbeeld over de zuivering van de lucht in gebouwen, en het aanpakken van vervuiling in rivieren door middel van het integreren van specifieke plantsoorten. Maciej Siuda toonde een project dat eerder verband hield met experiment, onderzoek en tentoonstellen dan dat het gericht was op realisatie. Het ging om de deconstructie van een oud gebouw en de omzetting ervan naar een museale context. Niet alle deelnemers hadden voor de crisis al een eigen bureau, Maciej wel. Hij merkte op dat hij sinds de crisis wel minder projecten heeft en met minder mensen werkt, maar zich hierdoor wel op een hogere kwaliteit kan focussen.
Het gesprek in onze discussiegroep was nog niet afgerond, maar wij moesten er vandoor om onze werkpresentatie te geven in de Chiesa di San Salvatore. Deze grote kerk naast het museum was alweer een geweldige locatie. We waren net op tijd om de presentatie van onze voorganger mee te pikken: Studio Matteo Ferroni. Matteo stelde zijn belangrijkste project voor: mobiele straatverlichting op zonne-energie, ontwikkeld en geproduceerd in en voor Mali, Afrika. Foto’s en filmpjes verbeeldden zijn project in deze niet voor de hand liggende context. Maar het was prachtig hoe onafhankelijk het project staat van de traditionele klant of firma, als eigen initiatief en hoe het hele project een enorm rijke ervaring voor hem geweest is. Daarna waren wij aan de beurt. Ons werkveld ligt tussen kunst en architectuur, omdat wij beiden andere achtergronden hebben – Roberto is opgeleid als architect en ik als kunstenaar. De nadruk legden we op ons laatste project dat de productie van bakstenen als sculptuur benadert. Bij dit project leggen we de nadruk op het proces : de manuele reproductie van modulaire componenten en de verbranding die buiten plaatsvindt in het landschap vanwaar de gebruikte aarde afkomstig is. Na de presentatie reageerden enkelen spontaan op dit laatste project. Het was nuttig om feedback te krijgen van generatiegenoten omdat zij vaker in een gelijkaardige context werken.
’s Avonds was er Pecha Kucha in Teatro della Tosse, een kleinere ruimte met een bar. Je kon er iets drinken en de andere deelnemers wat beter leren kennen. Na zo’n intense dag is het fijn om uiteindelijk wat bij te praten en de mensen die een interessant of verwant thema eerder op de dag presenteerden extra te kunnen bevragen. Nog later gingen we buiten iets drinken. Hoewel eind november lieten de temperaturen het toe ’s nachts buiten rond te hangen, dus hebben we van die gelegenheid gebruik gemaakt om in een latteria melk met rum te drinken met onze nieuwe vrienden.
Op zaterdag hebben we deelgenomen aan de discussiegroep ‘New Economies: Space Invader(s)’ van moderator Gonzalo Herrero Delicado. Dit maal werd de discussiegroep samengevoegd met die van Chris Luth, hetgeen in een hele grote groep sprekers resulteerde. Het tempo ging hierdoor omhoog, waardoor er veel input was maar nauwelijks ruimte voor een gesprek. Aan het woord kwam onder andere een ontwikkelaar van smart materials Despina Fragouli. Zij onderzoekt hoe men van planten op een ecologische wijze ‘plastic’ kan maken. Het Spaanse bureau Barrio+Balmaseda heeft aan in één jaar tijd aan meer dan twintig ontwerpwedstrijden deelgenomen. Ze hebben één wedstrijd gewonnen: het ontwerpen en realiseren van kinderdagverblijf in Italië, terwijl ze geen praktijkervaring hebben. Bij Orizzontale wisselden de leden van het collectief over de tijd en wordt er flexibel gewerkt volgens de aard en de hoeveelheid van de projecten. Kawahara Krause werkveld bevindt zich tussen architectuur, ruimtelijke installaties, en paviljoenen. Zij maakten bijvoorbeeld een ruimtelijke structuur om boeken tentoon te stellen, een klein, subtiel project dat niet onderdoet aan de grotere projecten die eerder typisch zijn aan de architectendiscipline.
’s Avonds werden de resultaten van de workshops getoond. We zagen een veelheid aan kleinschalige ruimtelijke experimenten. Daarnaast werd voor het thema ‘Bent’ een grote installatie uitgewerkt die zich in de publieke ruimte bevond. Deze bestond voornamelijk uit gebogen hout, wat verwijst naar de scheepsbouw, een activiteit die in Genoa door de tijd heen steeds verder uit het stadscentrum gedreven werd. Alle deelnemers gaven een kort woordje uitleg over wat de workshop voor hen betekende en deze ervaring hen geleerd heeft.
Hoewel het na de toelichting van de workshop al laat was, had nog niemand plannen voor het diner, er werd dus eerst nog wat gedronken. We liepen rond in de smalle steegjes van Genoa totdat we uiteindelijk een goede plaats vonden die een grote groep heerlijke Italiaanse specialiteiten kon bieden.
Zondagochtend maakten we ons klaar om terug naar huis te keren met onze nieuwe inzichten. Onze conclusie is, geloof ik, dat het een voordeel is dat architectuur een redelijk veelzijdige en gevarieerde discipline blijkt te zijn. Men kan zich in een onderdeel specialiseren, maar ook uitwijken naar contexten waarin architectuur een rol speelt, en die zijn talrijk. Het is een goede basis om te ontdekken in welke aspecten je geïnteresseerd bent. Een architect kan bouwen, maar het hoeft niet. Dat geeft op zich een aangenaam gevoel van vrijheid.