Feature

Architectuur die voorwaarden schept : Álvaro Siza in de Schilderswijk

Architect Álvaro Siza bracht op 12 maart jl. een bezoek aan de Haagse Schilderswijk waar hij in de jaren tachtig het sociale woningbouwproject Punt Komma realiseerde. Francien van Westrenen maakte deel uit van de groep die hem vergezelde. Een verhaal over de waarde van participatie en conflict.

Ruimtelijk Ontwikkelings Laboratorium in Scheveningen waar de woningen schaal 1 : 1 getest konden worden – foto: Fred van der Burg

Het is een bijna aandoenlijke handeling: Liesbeth Alferink die schijnbaar gedachteloos de Camel van Siza uittrapt terwijl ze achter hem aan loopt. In een flits ziet ze zichzelf terug in haar rol als projectleider, bemiddelaar en sigarettendover… Ze denkt met zichtbaar plezier terug aan die jaren waarin Siza haar, en alle andere betrokkenen, opnieuw leerde kijken naar de rijke Nederlandse woningbouwgeschiedenis en de waarde van de Schilderswijk. Waar de gemeentelijke stedenbouwers niets anders dan ellende zagen, vond Siza in beide aanknopingspunten voor een nieuwe architectuur. De situatie in de Schilderswijk is begin jaren tachtig schrijnend. Adri Duivesteijn, gemeenteraadslid voor de PvdA, woont in de wijk en houdt in die tijd een foto-dagboek bij. De foto’s laten een verkrotte, dichtgespijkerde, vervuilde en verwaarloosde wijk zien. Duivesteijn strijdt voor de verbetering van de wijk en krijgt in 1980 de kans om zich als wethouder Stadsontwikkeling met de wijk te bemoeien.

In april 1984 reist Duivesteijn naar Portugal om het tienjarig jubileum van de Anjerrevolutie mee te vieren. In zijn koffer zit de Wonen/TABK van eind ’83, gewijd aan de School van Porto.  Hem is op het hart gedrukt Álvaro Siza te bezoeken. Het lukt een afspraak met Siza te maken die hem een dag lang meeneemt langs diverse projecten in Porto. Pas na enig aandringen wil Siza stoppen bij Bairro da Bouça, het project uit de jaren zeventig waar hij met bewoners aan werkte. Siza is gedesillusioneerd over het onvoltooide project. Na het einde van SAAL (1) is hij tegengewerkt door de overheid die het project uiteindelijk stopzet. De bewoners maken het project zelf af door onder meer een trap aan de galerij te bouwen. Duivesteijn wordt gegrepen door de plek: een combinatie van bewonersbetrokkenheid en lokaal gewortelde architectuur. “Opeens was er leven, mensen liepen rond of zaten buiten, kinderen speelden op de trappen, de was wapperde, bewoners nodigden ons binnen uit.” In het vliegtuig terug besluit Duivesteijn de Portugese architect een opdracht te geven voor de Schilderswijk.

Siza bij Punt Komma, 2016 – foto auteur

Duivesteijn heeft dan net zijn campagne Stadsvernieuwing als Kulturele Aktiviteit gelanceerd. Het doel is om meer architectonische diversiteit en kwaliteit aan stadsvernieuwing toe te voegen, bewoners een stem te geven in deze vernieuwingsprocessen en de oude wijkstructuren als uitgangspunt voor de verandering te nemen. Stedelijke vernieuwing moet een culturele activiteit worden, waar buurt, gebouwen, gedeelde geschiedenis, diverse achtergronden en mentaliteit vanzelfsprekend deel van uitmaken. Met de campagne organiseert Duivesteijn feitelijk de kritiek op zichzelf en de gemeentelijke wijze van stedelijk vernieuwen. De campagne krijgt een eigen graffiti-achtig logo en bestaat uit festivals, debatten, tentoonstellingen, symposia, theatervoorstellingen en een aantal speciale bouwprojecten, waaronder dat van Siza in de Schilderswijk.

Siza sluit met zijn werkwijze naadloos aan bij de ideeën van Duivesteijn. Tijdens zijn eerste bezoek blijkt al dat de architect dwars door al die dichtgetimmerde ellende heen kijkt en een prachtige wijk ziet, met mooie lange straten, strakke gevels en een gevoel van gemeenschapszin.
Bewoners zijn vanaf het begin nauw betrokken bij het project. Siza gaat de huizen langs om hen te vragen naar hun levens, woonstijlen en ervaringen. Die verhalen vormen met Siza’s studie van de omgeving, de Haagse woningbouwgeschiedenis en zijn persoonlijke visie op architectuur, het uitgangspunt voor de woningen.

Siza op bezoek bij een bewoonster van Punt Komma 2016 – foto ©Nicolò Galeazzi

Siza heeft tijdens zijn SAAL-jaren wel een eigen en reële kijk op participatie ontwikkeld. Voor Siza betekent participatie het accepteren van talloze en onvermijdelijke conflicten, en dus niet het uitvoeren van wat bewoners wensen. En die conflicten kwamen er, beaamt Liesbeth Alferink meteen. “Meer dan eens heb ik als bemiddelaar moeten optreden en een gefrustreerde Siza moeten kalmeren met een diner of avondwandeling en excuses van de bewoners.” De plattegronden kunnen door Siza en de bewoners op ware schaal getest en aangepast worden in het Ruimtelijk Ontwikkelings Laboratorium in Scheveningen. Twee zaken leveren veel conflict op: het Haagse Portiek en de schuifdeuren. Siza gelooft in architectuur die voorwaarden schept, niet in architectuur die onderdrukt. Met het open Haagse Portiek wil hij alle bewoners een eigen voordeur geven, en daarmee een relatie met de straat. Volgens hem creëert dat juist veiligheid, terwijl de woningcorporatie liever hekken plaatst. De bewoners vinden het vooral ouderwets. Ook de schuifdeuren zijn een bron van discussie. Siza wil schuifdeuren gebruiken om zo een grote diversiteit aan plattegronden mogelijk te maken, en om de hal als volwaardige kamer bij het huis te kunnen betrekken. Schuifdeuren maken diverse routings mogelijk en scheiden private en publieke ruimtes af. Dit laatste is met name in islamitische gezinnen een issue omdat de vrouw vaak tot een slaapkamer is veroordeeld als haar man andere mannen ontvangt. De schuifdeuren geven haar letterlijk bewegingsvrijheid. Met dit argument laadt Siza de verdenking op zich speciaal voor moslims te bouwen wat – ook in die tijd – de nodige opwinding teweeg brengt onder autochtone bewoners. Siza heeft dit altijd bestreden: het gaat niet over multi-cultureel bouwen, maar over het bouwen voor verschillende stadia en wijzen van leven en wonen.

Hoe genereus en ingenieus de ingreep van de schuifdeuren is, blijkt deze middag. Net als destijds gaat Siza de huizen langs om te vragen hoe mensen wonen. In drie van de vier woningen die Siza bezoekt zijn de schuifdeuren nog intact en functioneren ze zoals bedoeld: om meer dan één routing mogelijk te maken, om ruimtes af te kunnen sluiten of juist met elkaar te verbinden. En waar ze zijn vervangen door een muur valt meteen de beperking op: een kamer wordt er kleiner of donkerder door. Ook genereus – zeker voor sociale woningbouwbegrippen – zijn de grote vierkante ramen, door Siza gekozen om het Hollandse licht ruim baan te geven.

Ruimtelijk Ontwikkelings Laboratorium in Scheveningen waar de woningen schaal 1 : 1 getest konden worden. Siza is gesprek met een bewoonster Liesbeth Alferink – foto: Fred van der Burg

Siza lijkt zich in elk huis op z’n gemak te voelen, tussen de verfspullen bij de Syrische bewoner die aan het klussen is, op de rode bank bij een Angolese bewoonster, op z’n sokken bij een Turks echtpaar. Steeds weer stelt hij zich bescheiden en nieuwsgierig op: hoe lang woont u hier? Heeft u veel contact met de buren? Hoe bent u hier terecht gekomen? Wonen er meer Syriërs of Angolezen in dit blok? En wat vindt u van de woning? Voldoet het huis aan uw wensen? Het mooiste moment voor mij komt bij een Turks echtpaar dat al 32 jaar in de Punt Komma woont en nooit meer weg wil. Zes kinderen groeiden er op en alles is nog precies als toen: een grote keuken met schuifdeur naar woonkamer, de woonkamer met schuifdeur naar hal, drie slaapkamers boven en nog een beneden. Alles bevalt hen. Er is maar een ding dat de man anders had willen zien. Als hij bidt, en dat doet hij kennelijk in z’n eentje in de hal, dan moet dat met z’n gezicht naar het toilet omdat die op het oosten ligt. Siza luistert aandachtig, vraagt of hij het goed heeft begrepen. Staat dan op loopt naar de hal en kijkt. Je ziet hem denken en terugtekenen in zijn hoofd. De man heeft gelijk. Hier hebben andere zaken voorrang gekregen.

Op de vraag hoe het voor hem was om in Nederland te werken antwoordt Siza dat hij van een situatie van chaos, willekeur en informaliteit terecht kwam in een formele en geregelde situatie. Dat was niet alleen maar prettig, het stelde hem ook voor de vraag hoeveel vrijheid hij als architect nog had. Siza gelooft net als zijn leermeester Aldo Rossi in de autonomie van de architect. Híj houdt het potlood vast, niet de bewoners, gemeenteambtenaren, ontwikkelaar of corporatie. Het resultaat van deze autonome houding is dat de woningblokken er na 32 jaar opvallend goed uitzien. De straten stralen rust en eenheid uit, de persoonlijkheid van de bewoners komt pas binnen tot uitdrukking. Er is aandacht besteed aan de ruimtelijke kwaliteit en dat voel je als je er bent. “Of men het nu mooi vindt of niet, het is niet zomaar een gebouw. Het is diepgaand besproken, en dat is belangrijk”, aldus Siza.

Schilderswijk 1980, uit het fotodagboek van Adri Duivesteijn