Wat zou de wereld goed en mooi zijn als ze alleen wordt bevolkt door architecten. Het is een gedachte die in je op zou kunnen komen na een bezoek aan de 15e architectuurbiënnale in Venetië. Lara Schrijver, Marina van den Bergen en Francien van Westrenen over hun favoriete landenpaviljoens.
De door Alejandro Aravena gecureerde biënnale heeft als titel ‘Reporting from the front’ en als iconisch beeld een foto gemaakt door Britse auteur Bruce Chatwin. Op de foto zien we in een desolaat landschap een vrouw op een hoge trap staan. Doek om het hoofd, de jurk vrolijk wapperend om haar benen. Op de grond bevinden zich een tas, een groot vel papier, een meetlint en twee bundels touw. Chatwin maakte de foto van Duitse archeologe Maria Reiche terwijl ze geogliefen op een pampas in Peru bestudeert. Het beeld vat voor Aravena samen waar ‘Reporting from the front’ om gaat: inventiveness (vindingrijkheid) en pertinence (relevantie). Hij wil de biënnalebezoeker nieuwe inzichten bieden waarbij architectuur wordt opgevat als een discipline die vele gedaantes kan aannemen, maar altijd een culturele en artistieke component bezit. Het maakt deze biënnale tot een showcase van gerealiseerde en gedroomde projecten die allemaal als uiteindelijke doel hebben: “to improve the quality built environment and consequently people’s quality of life.” Hoe mooi en rechtvaardig kan de wereld worden?
Lara Schrijver
De biënnale dit jaar staat weer in het teken van het ouderwetse 20e-eeuwse sociaal engagement. In zekere zin leek het een verrassende wending na de uitgesproken architectonische insteek van 2014, maar sommige gewoontes zijn moeilijk te doorbreken. Als we collectief onze vragen hebben bij de legitimiteit van het vak, is de meest logische onderbouwing een urgente sociale vraag. Eenvoudigweg de rechtvaardiging zoeken in de ruimtelijke compositie, in momenten van schoonheid, of in het vakmanschap, lijkt te riskant in een wereld vol urgente problemen.
Toch zijn het juist de paviljoens die zich wat onttrokken hebben aan de ‘notes from the front’, en zich meer zuiver op de architectonische en stedenbouwkundige vraagstukken hebben gestort, die de moeite waard zijn om eens in alle rust te bekijken. Drie tips, ieder van deze paviljoens biedt een kader dat zich verhoudt tot de maatschappelijke relevantie van de architectuur, maar zich vooral verdiept in de ruimtelijke kwaliteiten.
Roemenië – Selfie Automaton
Hoewel de achtergrondtekst en de titel van het paviljoen een suggestieve lading meegeeft over de selfie-cultuur en het hedendaags spektakel, is de installatie in het paviljoen een fascinerend tafereel dat eerder doet denken aan de innovatieve mechanische objecten uit de Verlichting, zoals die bijvoorbeeld te zien zijn in het Parijse Musée des Arts et Metiers. In drie interactieve installaties wordt de gebruiker geprikkeld om te fietsen, in een kom te roeren, of handtrappers te gebruiken, zodat een reeks houten poppen zich gaat bewegen. Met name ook het gepiep en het geknars dat daarmee gepaard is zeer de moeite waard om te ondergaan. Wat het allemaal precies betekent weet ik niet, maar ik kan van harte aanraden om hier een half uur te zitten en de andere bezoekers te observeren. Missen wij misschien het contact met (en ook de klanken van) onze historische handgemaakte objecten?
> website
Spanje – Unfinished
Spanje geeft eenvoudig weer wat de economische crisis heeft betekend in de gebouwde omgeving. Niet door een klaagzang, noch door vingerwijzingen, maar door een droge, neutrale reeks foto’s die de stilgelegde ontwikkelingsprojecten documenteren. Uiteindelijk wordt hiermee de schoonheid van het onvoltooide regelrecht omarmd. Bovendien wordt in de tweede ruimte een aantal projecten getoond over hergebruik/herbestemming van gebouwen waar niets mee gebeurt in de nasleep van de crisis. ‘Notes from the front’ is in dit paviljoen een reeks beelden geworden waaruit de toeschouwer kan concluderen dat gebouwen een enorme invloed hebben op onze leefomgeving, en tegelijkertijd dat gebruikers op een weerbare en innovatieve manier om kunnen gaan met bijna elke vorm van gebouw.
Zuid-Korea – The FAR game: constraints sparking creativity
Het Zuid-Koreaanse paviljoen geeft een voor de toeschouwer heldere uiteenzetting van de problematiek in grote metropolen via de ‘FAR game’, waarbij FAR doelt op de Floor Area Ratio. De FAR game toont het spanningsveld tussen maximale winst enerzijds (zoveel mogelijk vloeroppervlak op een zo klein mogelijk kavel) en de leefbaarheid van de stad anderzijds, die bewaakt wordt door de stedenbouwkundige regelgeving. In het paviljoen wordt dit vraagstuk tastbaar in de modellen van grote stedelijke gebouwen, waarin gespeeld wordt met de daadwerkelijke footprint van een stedelijk gebouw, en de consequenties van bijvoorbeeld de buitenruimten die erin worden betrokken. Hiermee geeft Zuid-Korea een lichtvoetig en leesbaar beeld van de problematiek waar stedenbouwkundigen en architecten mee worstelen in megapolen.
> website
Alle drie verdienen een rustige aanschouwing – in het geval van Roemenië om even de geluiden te beluisteren en de poëzie van deze bewegende objecten die uitnodigen om mee te doen. Het Spaanse paviljoen juist om te kijken – om te zien wat de werkelijke resultaten zijn in tastbare, materiele, gebouwde zin van de economische crisis. En Zuid-Korea om eens mee te denken. Wat zou hier nog kunnen om de dichtbebouwde leefomgeving aanvaardbaar te maken?
Allemaal ook urgente vragen, die een stuk dichter op de alledaagse werkelijkheid komen dan de stellingname van Denemarken ‘Beyond luxury’, dat als banier achter de tafels vol champagne hing.
Marina van den Bergen
Wat maakt de ene ‘good intention’ beter dan de andere ‘good intention’, er van uitgaande dat iedereen oprecht is? Geen idee. Daarom drie tips voor paviljoens waarvan ook de presentatie zelf iets teweeg brengt.
Egypte – Reframing back / imperative confrontations
In een black box worden op sprookjesachtige wijze projecten getoond; heel veel voorstellen die het leven van vele Egyptenaren kunnen verbeteren. De architecten lijken ze tegen de klippen op te produceren, maar onder invloed van allerlei factoren gebeurt er niets mee. De maquettes die in de lucht hangen, de vellen papier die vertrapt op de grond liggen vertellen zwijgend hoe frustrerend dit kan zijn.
> website
Griekenland – #thisisaco-op
De oplossing voor welke crisis dan ook is praten met elkaar, discussies aangaan, ideeën uitwisselen, elkaars standpunten respecteren, tot compromissen komen. De ideeën bevinden zich in het Griekse paviljoen rondom tegen de muren. In het midden van het paviljoen is een agora gemaakt. Tijdens het openingsweekend werd hier druk gediscussieerd over onder meer de opvang van Syrische bootvluchtelingen en de positie van de architect.
> website
Duitsland – Making Heimat. Germany, arrival country
Hoe vang je mensen op die vluchten voor oorlog en geweld? Gewoon door je huis open te stellen, letterlijk. In het Duitse paviljoen (Ernst Haiger, 1938) zijn in de buitenmuren grote openingen gemaakt. Van alle kanten kan men ongehinderd naar binnen lopen, dag en nacht. Geen deur of hek staat in de weg. Iedereen is welkom.
> website
Francien van Westrenen
Portugal – Neighbourhood. Where Alvaro meets Aldo
In de nooit voltooide vleugel van zijn woongebouw op Giudecca wordt Alvaro Siza geëerd met een presentatie over vier van zijn sociale woningbouwprojecten: de Punt Komma in de Schilderswijk Den Haag, Schlesisches Tor in Kreuzberg Berlijn, Bairro de Bouça in Porto en Campo di Marte in Guidecca Venetië. Achter de schutting, die met foto’s van ontmoetingen tussen bewoners en Siza beplakt is, is een eenvoudige en bijzondere presentatie ingericht die start bij de relatie tussen Alvaro Siza, Aldo Rossi en Venetië. Per project volgen een introductie, een model, een meeneem-brochure, een slideshow met documentatie en een mooi geschoten film van 30 minuten over de recente bezoeken van Siza aan de vier gebouwen. We zien hem kijken en praten met bewoners, waarvan sommigen er al vanaf de oplevering wonen. En horen Siza vertellen over zijn visie op architectuur. De opening werd gevierd met de bewoners van het voltooide deel van het complex en een lunch tussen de gebouwen van Rossi en Siza. De presentatie biedt dan ook meteen de kans deze projecten te bekijken.
Nederland – Blue. Architecture of UN peacekeeping missions
Malkit Shoshan maakte samen met Irma Boom een blauwe, terughoudend vormgegeven en serieuze presentatie naar aanleiding van haar speculatieve onderzoek (woorden van Guus Beumer, directeur van Het Nieuwe Instituut) naar de manier waarop militaire compounds ten behoeve van vredesmissies zo ontworpen kunnen worden dat ze een positieve bijdrage leveren aan de (toekomstige) stedelijke structuur van de plekken waar ze worden neergezet. Kamp Castor in Gao, Mali fungeert als case study. Shoshan werkte op locatie, tussen en met ‘blauwhelmen’ in een context die maar weinigen echt kennen en begrijpen. Over het veelomvattende en bijzondere onderzoek is uitgebreid te lezen in de mooi vormgegeven meeneem-brochure, en die ook te vinden is als insert van Volume #48, The Research Turn. In het Nederlandse paviljoen zijn lange teksten afwezig en doen foto’s, modellen, datavisualisaties, een spel, gefilmde interviews, palmbomen en een ronde Van Eyck zandbak het werk. Deze opening ging gepaard met ‘militaire aanwezigheid’ en een opzwepend optreden door een Malinese rapper en dj.
> website
> ArchiNed recensie Architectuurbiënnale Venetië: Ingebedde architecten – Gideon Boie (24-6-16)
Polen – Fair Building
Het Poolse paviljoen zet niet de architect maar de onderbelichte construction workers in de schijnwerpers met gefilmde interviews en portretten waarmee het illegaliteit, gevaar en onachtzaamheid op de bouw ter discussie wil stellen in de hoop op een fair trade mark voor gebouwen die aan een ethisch verantwoorde productie voldoen.
> facebookpagina
Het echte hoogtepunt ligt wat mij betreft ver weg van de biënnaleretoriek, bij Carlo Scarpa, de architect die zowel bouwde met licht, kleur en water als met metaal, hout en steen, en wiens functionele esthetiek gevoelige architectuur opleverde. De Fondazione Querini Stampalia (begane grond en tuin), Olivetti (display en interieur), Architectuur Universiteit (gevel en tuin) en Museo Correr (display) zijn geopend voor publiek. Een excuus om er te gaan kijken heb je niet nodig.
If the architecture is any good, a person who looks and listens will feel it’s good without noticing (Carlo Scarpa)