Recensie

De wereld is mijn speelveld

‘Aan ons de vrijheid’ luidt de ondertitel van de grote New Babylon tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag. De oproep van de tentoonstellingsmaker om voorbij de grenzen te denken, te wonen, en te leven komt niet toevallig op een bijzonder moment. De discussies binnen fort Europa gaan vaak – verholen of in alle gênante openheid – over grenzen en de daarmee in een adem genoemde soevereiniteit. En welke Britse stemmer zou 23 juni niet gedacht hebben ‘aan ons de vrijheid’?

Leonard Freed, zonder titel (Constant in zijn atelier op Wittenburg, Amsterdam), 1967. Gemeentemuseum Den Haag. © Leonard Freed / Magnum / Hollandse Hoogte

Tussen 1956 en 1974 werkte beeldend kunstenaar Constant Nieuwenhuys aan New Babylon, een model voor een nieuwe samenlevingsvorm die gestalte kreeg in een enorme stroom aan schilderijen, tekeningen, lichtvoorstellingen, teksten en maquettes. De welvaartsmachine die na de oorlog op stoom kwam, met zijn versnellende industrialisering en automatisering, deed Constant vermoedde dat er op termijn geen menselijke arbeid meer nodig was. De homo faber, de werkende mens, zou plaatsmaken voor de homo ludens, de spelende mens. Niet meer plaats- en tijdsgebonden aan werk, kon hij zijn overmaat aan vrije tijd doorbrengen als nomade in zijn leefomgeving. Voor deze homo ludens ontwierp Constant ver boven de bestaande wereld van stad en landschap getild megastructuren, die met verplaatsbare wanden, trappen en bruggen zijn permanente en continu veranderende speelruimte zouden vormen. Een radicaal andere ‘stad’ bestaande uit sectoren die op de psycho-emotionele gesteldheid van haar dwalers aansluit – de droevige sector, de blauwe sector. De stad zou geen eigendom meer kennen, iedereen was vrij om de ruimte te gebruiken en te veranderen. New Babylon was een delirium van openbare ruimte.

Overzichtstentoonstellingen van New Babylon zijn schaars. In 1974 vond de laatste plaats in het Haagse Gemeentemuseum, om pas in 1998 weer terug te keren in het Rotterdamse Witte de With waar architect/schrijver Mark Wigley de tentoonstelling ‘Constant’s New Babylon, the Hyper-architecture of Desire’ samenstelde. Nu – bijna twintig jaar later – wordt het omvangrijke New Babylon archief van het Gemeente Museum opnieuw getoond. Voor een project zo omvangrijk, Constant wijdde twintig jaar van zijn leven aan het utopisch plan voor een ander leven, en voor een zo invloedrijk project is die schaarste vreemd. Het langlopende project neemt in het kunst- en architectuuronderwijs immers nog steeds een belangrijke plaats in.

New Babylon – Den Haag, 1964, waterverf op papier op spaanplaat, 220,2 x 286,7 cm. Gemeentemuseum Den Haag, Foto: Tom Haartsen. ©Constant / Fondation Constant c/o

De terugkeer
Niet alleen wordt New Babylon keer op keer ontdekt door een jonge generatie en herontdekt door andere, de aandacht stolt ook in onderzoek en publicaties. Rond de eeuwwisseling verscheen Mark Wigley’s overzichtswerk met de gelijknamige titel als zijn tentoonstelling, gaf uitgeverij IJzer  Rue Sauvage uit – een verzameling teksten van de Situationisten waartoe ook Constant behoorde en welke voedend waren voor New Babylon, en  schreef Simon Sadler zijn indrukwekkende The Situationist City (MIT, 1998). Toen en nu is de aandacht breder; ook de belangstelling voor het werk van andere verbeelders van andere werkelijkheden (Archigram, Archizoom, Superstudio, en de Japanse Metabolisten) flakkert op. Horen we vandaag niet vaak dat onze beroepspraktijk zich te veel zou richten op het gebouwde en het heden, en dat er een gebrek is aan toekomstvisies en grote plannen? In die realiteit landt ‘Aan ons de vrijheid’, want als er een project is dat groots is en de blik op de toekomst richt, dan is het New Babylon.

 

Psychogeografie
Is het nu zo dat de hernieuwde aandacht het fantasieloos opwarmen van dezelfde diepvriesmaaltijd is? Niets van dat alles. De tentoonstelling in 1998 zette Constant neer in de context van het Situationisme. De Internationale Situationniste was een groep kunstenaars rond Guy Debord die als kritiek op het modernisme de stad als een niet rationeel te scheiden entiteit van functies zag. Ze onderzocht nieuwe manieren om de emotionele betekenis van delen van de stad in kaart te brengen, zoals in de psychogeografie. Deze nieuwe, alternatieve cartografieën stolden in bijvoorbeeld de beroemde kaart van Parijs waar de stad opgeknipt werd in sferen opgeladen met emoties en symbolen; verbonden door pijlen en opnieuw in een ogenschijnlijke arbitraire ordening. Die fragmenten van de stad waren de voorbodes van de sectoren uit Constants New Babylon. De nieuwe ervaring van de stad was ook het doel van de methodes die de Situationisten ontwikkelden, zoals de dérive, een dwaaltocht door de nachtelijke stad waar een set van regels ervoor moesten zorgen dat de dwalers zich lieten leiden door de gevoelens die hun omgeving losmaakte.

Gezicht op New Babylonische sectoren, 1971, aquarel en potlood op fotomontage, 134,9 x 222,8 cm. Gemeentemuseum Den Haag, Foto: Tom Haartsen, ©Constant / Fondation Constant c/o Pictoright Amsterdam 2016

Kunstenaar of architect
In tegenstelling tot de tentoonstelling in 1998, legt het Gemeentemuseum Den Haag veel sterker de nadruk op het kunstenaarschap van Constant, zo besteed het meer aandacht aan het COBRA-lidmaatschap. New Babylon leest daardoor veel meer als een kunstzinnige productie en minder als architecturaal utopisch project dat onderlinge samenhang en een visie kent. Om die reden zien we in het Gemeentemuseum meer aandacht voor het project dat Constant samen van Aldo van Eyck (Coloride Ruimte) ondernam, welke in 1998 weggemoffeld leek in een hoekje van het Witte de With. Het Gemeentemuseum ruimt ook meer muur in voor zowel schilderijen uit de New Babylon-periode, als ouder COBRA-werk en later ‘krities’ werk van Constant.

De chronologische opzet van de tentoonstelling en het artistiek auteurschap zijn ook de valkuilen voor de Haagse tentoonstelling. De bezoeker moet moeite doen om te zien dat Constant niet in 1974 zomaar stopte met het werken aan New Babylon om zich te wijden aan nieuwe projecten als uitdrukking van het individuele kunstenaarschap. Door Constant te interpreteren als architect, planner, wellicht urba-tect, legde Mark Wigley in 1998 veel meer de innerlijke samenhang van het project New Babylon bloot. De maquettes zijn niet op zichzelf staand, maar vormen fragmenten van een steeds groter netwerk van sectoren. Kranten, wetten, en plankaarten van New Babylon laten zien dat voor Constant New Babylon zowel een what-if ontwerpend onderzoek was als dat het een te realiseren werkelijkheid was. De grens tussen de werkelijkheid van ruimtelijke ordening enerzijds en New Babylon als kunstproductie anderzijds is slechts klein.

Entrée du labyrinth (Ingang van het labyrint), 1972, olieverf op doek, 165,1 x 175,2 cm. Gemeentemuseum Den Haag. Foto: Tom Haartsen. ©Constant / Fondation Constant c/o Pictoright Amsterdam 2016

Reconstructies
Dat Constant New Babylon als een te realiseren werkelijkheid zag, blijkt uit de twee bijzondere reconstructies die het Gemeentemuseum liet maken: de ludieke trap en het labyrint dat Constant bouwde voor de laatste tentoonstelling in 1974. Bij gebrek aan duidelijke tekeningen zijn het labyrint en de trap een interpretatie van het origineel. Beide nodigen de museumbezoeker aan tot gebruik, het zijn aanstichters van ‘situaties’ in de S.I.-zin van het woord.
De trap bestaat uit vloerdelen die doen denken aan houten pallets, opgehangen op verschillende hoogten aan kettingen verbonden aan het plafond. Op een rustige dag in het museum, maakt de klim naar boven een flink kabaal van rammelende kettingen, afgewisseld met de stille verwensingen als je weer je hoofd stoot aan de trede boven je. Het is een keuze herrie te maken, de aandacht op je te vestigen, of afzien van het bereiken van het plafond van de zaal.

Het labyrint is opgebouwd uit witte wandpanelen en deuren van een en dezelfde breedte op een grid van 90 x 90 centimeter. De deuren werken als een tourniquet. Al na twee deuren voel je je geheel geïsoleerd van de wereld, het museum buiten het labyrint. Het is niet moeilijk in te beelden hoe verloren en geïsoleerd de homo ludens zich moet voelen in New Babylon waar zijn omgeving geheel bestaat uit verplaatsbare wanden. De interactie met de leefomgeving is doelloos en verwarrend. Zoals dichter Gilles Ivain hierover schrijft, nooit kan je meer terugkeren naar een plek die je kent. Als de bezoeker het Haagse labyrint betreedt, ervaart het aan de lijve de verveling, onbestemdheid en isolement van de spelende mens. Het zijn deze twee uitgevoerde delen van New Babylon die de tentoonstelling meerwaarde geven boven de tentoonstelling in Witte de With; de ervaring van het utopische plan gaat verder dan de compleetheid die Wigley wist te organiseren.

Schets voor hangende sector, 1964, potlood op papier, 44,9 x 64,9 cm, Gemeentemuseum Den Haag, Foto: Tom Haartsen, ©Constant / Fondation Constant c/o Pictoright Amsterdam

New Babylon bestaat
Wat moeten wij architecten en stedenbouwers met New Babylon? New Babylon is een kritiek op het architecturale en stedenbouwkundige systeem van ordening en scheiding. Meer dan dat biedt het weerstand tegen een sociaal-ruimtelijke conditie van segregatie en zet daar gelijkheid en spel tegenover. Tegelijkertijd realiseer ik me dat de homo ludens reeds bestaat. Immers overal om mij heen zie ik mensen spelen op hun smartphone, ontsnapt aan de fysieke werkelijkheid. De bouwmachine is – met de vastgoedcrisis als tijdelijke pauze – sinds 1956 steeds sneller gaan werken, de stad verandert in een hoog tempo en extrapolerend verandert de stad even snel als de sectoren van New Babylon. New Babylon is de Generieke Stad pur-sang, overal hetzelfde en zich uitstrekkend over de wereld. Enkel is de verdediging van beide ideeën geheel anders. Niet het socialistische gedachtengoed van Constant heeft de verveelde eindeloze herhaling van hetzelfde teweeg gebracht, maar het geaccelereerde globale kapitalisme. En zijn het in Europa vandaag niet diegene die in het laatste geloven die roepen ‘aan ons vrijheid’?

Het laddertje , 1949, olieverf op doek, 87,8 x 75,3 cm, Gemeentemuseum Den Haag, Foto: Tom Haartsen, ©Constant / Fondation Constant c/o Pictoright Amsterdam 2016