High-Rise, de film naar het gelijknamige boek van J.G. Ballard is bijna een jaar na de première op het filmfestival van Toronto nu ook in de Nederlandse bioscopen te zien. Een recensie van een Ballard-fan.
J.G. Ballards romans zijn briljant. Verpakt als sciencefiction of thriller raken ze grote maatschappelijke thema’s als populisme, invloed van de media op…, klimaatverandering, om enkele te noemen. Ballard voert die uiteindelijk terug naar de rode draad in zijn werk: sociale ontworteling en het destructieve (?) effect dat dit heeft op iemand. Zijn vaste ingrediënten: geweld, ‘mobs‘, opstand tegen de moderne wereld, en seks. Steeds maar weer blijkt de enige conclusie: de mens is intrinsiek een onaardig wezen, humanisme is allesbehalve vanzelfsprekend. In de romans worden dan ook geen oplossingen gegeven. Er zijn geen wijze levenslessen hoe het anders kan. Als de laatste bladzijde gelezen is, is de diepere oorzaak van het probleem niet aangepakt. En daar zit je dan, als een van die onaardige wezens.
De geweldsexplosie die begin augustus 2011 onverwachts en zonder duidelijke aanleiding in Engeland plaatsvond had zo uit een van Ballards romans kunnen komen. Duizenden mensen, waaronder leraren, studenten, werkelozen en secretaressen, mishandelden anderen en al plunderend en brandstichtend namen ze de hoofdstad en later ook andere steden in het land over. Een geweldsexplosie die even plotseling als ze was begonnen, ook weer afgelopen was. Life imitating art, want een winkelcentrum in een voorstad van Londen vormt in Ballards Kingdom Come (2006) het toneel van een etnische strijd tussen de bewoners van het plaatsje, een strijd die plots stopt als het hele winkelcentrum vernietigd is. In Super-Cannes (2000) gaat een internationaal gezelschap van hoog opgeleide werknemers en tevens bewoners van de lommerrijke high-tech campus Eden-Olympia zich in hun vrije tijd te buiten aan excessief geweld in de oude binnenstad van Cannes. En in High-Rise (1975) wordt alles samengevat in die beroemde eerste zin: “Later, as he sat on his balcony eating the dog, Dr. Robert Laing, reflected on the unusual events that had taken place within this huge appartment building during the previous three months.“
In zijn romans weet Ballard niet alleen de gemoedstoestand van zijn hoofdpersonages scherp neer te zetten, ook de omgeving waarin zich alles afspeelt wordt beeldend beschreven: de gebouwen, de straten, het landschap. Alle bovengenoemde elementen zijn terug te vinden in High-Rise. Het toneel is – de titel verklapt het al – een hoog flatgebouw. Het is een gebouw waarin gezinnen wonen, alleenstaanden, stellen, jong, oud, lagere middenklasse en hogere klassen. Er zijn gemeenschappelijke voorzieningen zoals een school, een restaurant, een zwembad en een supermarkt verspreid over het hele gebouw – de supermarkt bevindt zich, net als het zwembad ergens op een verdieping in het gebouw. De idealistische architect Anthony Royal (in de film gespeeld door een in wit geklede Jeremy Irons) ontwierp de toren als een verticaal dorp, waar een gemêleerde gemeenschap elkaar ontmoet in de gemeenschappelijke ruimtes en liften. Deze ontmoetingen moet zorgen voor een wederzijds begrip en uiteindelijk leiden tot een nieuwe socialere maatschappij. Dergelijke denkbeelden waren niet nieuw in de tijd dat Ballard zijn roman schreef. Vele gebouwen zijn nog steeds stille getuigen van dit geloof in de maakbaarheid van mensen en de positieve invloed die architectuur daarin kan hebben. De architect als god, de schepper, en in High-Rise woont Royal daarom ook boven in het penthouse.
Dat kan niet anders dan mislopen, natuurlijk. De Engelse klassenmaatschappij verdwijnt niet omdat een architect dat wil en een gebouw ontwerpt dat daartoe gelegenheid biedt. Het gebouw zelf, is aanleiding voor hevige klassenrellen. Technische mankementen treffen in eerste instantie vooral de onderste verdiepingen waar de lagere middenklasse woont met hun schare aan kinderen. Als het zwembad door de upper class bewoners van de bovenste verdiepingen tot verboden gebied voor de kinderen wordt uitgeroepen, breekt er opstand uit. Terwijl de meeste bewoners overdag nog gewoon naar hun werk gaan en modelburgers lijken, tonen ze ’s avonds en ’s nachts hun andere (werkelijke?) aard wanneer geweldsorgiën in de gangen, trappenhuizen en appartementen van het gebouw losbreken. Onderwijl bestudeert de architect zijn tekeningen van het complex in de hoop de fout te ontdekken die tot dit alles leidde.
Ondanks de seks, het geweld en een echt onsmakelijke scene in het begin van de film die, voor je het geval je ‘m vergeten bent, aan het einde van de film nogmaals herhaald wordt, is Ben Wheatley’s ‘High-Rise’ een hele brave film. De verhaallijn van de roman wordt netjes gevolgd, de toren is een fraaie betonkolos, en het verhaal speelt zich af in de tijd dat het boek gepubliceerd werd, de jaren zeventig. En dus ziet de kijker veel hippe interieurs, gave kleding, en een rokende hoogzwangere vrouw. Door er bijna een kostuumfilm van te maken, lijkt het alsof Wheatley de boodschap wil uitdragen dat alles waar Royal voor staat tot de geschiedenis gerekend kan, of zelfs moet, worden. Maar u heeft het mis mijnheer Wheatley. Ballard zelf mag misschien wel weinig geloof hebben gehad in de houdbaarheid van een open samenleving, en Royal is naar huidige maatstaven gewoon naïef, maar de meeste mensen ploeteren nog altijd voort in de hoop de wereld, op wat voor een manier dan ook, iets beter te maken, of in ieder geval het leven voor zichzelf en anderen iets dragelijker te maken. En verrassend genoeg slagen velen daarin.
Het is wachten op een regisseur die wel iets durft met Ballards meesterwerk. Tot die tijd…lees het boek, ter lering en vermaak.