Opinie

Bimmen doen we allemaal

Het is de toekomst, zo wordt ons voorgehouden: co-makership. Samen moeten we het toch doen. Dat beweert zelfs Bouwend Nederland. Michiel Cohen over de gouden BIM-bergen.

BIM screenshot – DPR Construction – website buildipedia

Het is een mooie gedachte: door BIMmen behoren alle afstemmingsproblemen opeens tot het verleden. De constructeur weet direct precies wat de architect wil en doet; het hele ontwerpproces heeft een vloeiend verloop zonder verrassingen of onduidelijkheden. De SAR (Stichting Architecten Research) wilde dat ook. De ‘bouwknoop ontwarren’ maar dan met behulp van een onderling gefixeerde plaatsbepaling, het 10/20 raster. Dat moest alle bouwdelen op elkaar laten passen en daarmee de bouw vereenvoudigen. Alfred Bemis had in 1933 al aangetoond dat zoiets nooit kan werken door de verschillende materiaal maten en toleranties. Het SAR-methode heeft dan ook nooit gewerkt Gelukkig. Een enge droom.

Er wordt al een aantal jaar behoorlijk wat afgeBIMd. Iedereen die meetelt doet het, de BNA branchevereniging (voorheen de Bond van Nederlandse Architecten) heeft BIMmen inmiddels heilig verklaard.
Toch blijft het knagen. Even terug in de tijd. Waar komt dat BIMmen ook al weer vandaan? Als ik het mij goed herinner was het oorspronkelijk een wens van de bouwmaterialenhandel om op een eenvoudig wijze de benodigde hoeveelheden materialen uit een plan te kunnen uittrekken. Een gerechtvaardigde wens, want alleen al voor aanbestedingen en prijsvorming zou het een helderheid verschaffen die anders alleen maar met het Angelsaksische Quantity Surveyor-schap zou worden bereikt (1). En voor de inkoop van materialen is zoiets ook een geweldige ondersteuning. Nooit meer een schroef te weinig en mogelijk een logistiek voordeel van materiaallevering. Hoopvol dus.
En bovendien biedt het Building Information Model eindelijk de mogelijkheid om alle partijen in de voorbereiding van een project dezelfde informatie te laten delen. Dat is hard nodig want zelfs binnen de meeste bureaus is er van tekendiscipline nauwelijks sprake. Hoe tekeningen worden opgebouwd, hoe de maatvoering te doen en – eens te meer – hoe te detailleren wordt niet gedoceerd, niet toegepast en niet gewaardeerd.

Nu het toch over detailleren gaat, weet er nog iemand wat dat is? Echt 3D-detailleren in BIM gaat namelijk niet goed omdat de grootte van de bestanden dan exponentieel groeit. Daarmee is een heel groot deel van de beoogde voordelen wel erg twijfelachtig geworden. Immers de verstrekte informatie is dan nog steeds niet volledig want een detail wordt pas interessant waar het stopt. Overgangen en beëindigingen van bouwonderdelen bepalen in grote mate de hoeveelheid arbeid en materiaalgebruik, en daarmee de kosten van een bouwwerk.

afbeelding Glotman Simpson Consulting Engineers – website Buildipedia

Daarnaast blijft het dubieus dat de ‘progressie’ in het bouwvak wordt gedicteerd door softwareleveranciers; niet door de professionele noodzaak en behoefte, maar door Revit of Bentley. 3D programma’s voor architectuur hebben uiterst beperkte mogelijkheden voor technische uitwerking, terwijl constructeurs modules die mogelijkheden wel bieden. Vreemd toch dat iemand anders bepaalt wat je beroepsmatig wel of niet mag doen? (Mogelijk komt die beperking van mogelijkheden voort uit de Amerikaanse manier van ontwerpen en bouwen, daar zijn we ongewild dus dan wel afhankelijk van geworden.)
Het komt zoals gewoonlijk neer op het feit dat we – architecten, maar eigenlijk de hele bouwwereld – met zijn allen de storm maar op ons af laten komen: regelgeving, aanbestedingen en wat al niet meer. Afwachten en niet anticiperen.

Maar terug naar het Bouw Informatie Model. Hoewel ik veel enthousiaste verhalen hoor en jubelende publicaties lees, ontbreekt er bij alle informatie een objectieve vergelijking van de voor-, en nadelen van BIMmen. Het is net als met DBFMO contracten, je komt er niet echt achter of het allemaal geweldige voordelen heeft of dat het maar flauwekul is. De zoveelste modegril, kleren van de keizer?

Net als homeopathische ‘geneesmiddelen’ jarenlang in de lucht werden gehouden zonder dat ze iets aantoonbaar deden, worden ook bouwmaatregelen door de overheid gestimuleerd zonder enig bewijs van hun effectiviteit. Erger nog, er worden aantoonbaar foutieve ‘maatregelen’ in stand gehouden tegen beter weten in! (Isolatiegate).
BIMmen wordt ook door de overheid gestimuleerd. Vastgelegd in het Sectorplan Architecten kan men bij de BNA met korting een BIM-cursus volgen. Het doel van deze (tijdelijke) financiële overheidssteun voor alle werkenden in de branche: het versterken van competenties.

BIMmen lijkt nieuw, maar toch bestaan er al jarenlang 3D programma’s waar volledige gebouw-informatie in kan worden gestopt en uit kan worden gehaald. Die zijn natuurlijk te prijzig en gecompliceerd voor het standaard bouwproces. Dat standaard bouwproces heeft overigens voor het overgrote merendeel ook geen baat bij BIM. Bouwen is namelijk te prototypisch. Op de bouwplaats zie je er daarom niet veel effect van. Het blijft gewoon werken met platte tekeningen, waar meestal toch al nauwelijks naar wordt gekeken. Daar is de routine in Nederland niet naar. De bouwer bepaalt wel wat er moet gebeuren, voorbereid met BIM ontwerpproces of niet. Een bestek is bij ons maar een ruwe handleiding, geen nauwkeurig contractstuk.
Op de bouwplaats is er geen emplooi voor een nauwkeurige informatiebron. Dat wordt eerder gezien als bedreigend. De controleerbaarheid van het eindproduct bij oplevering is iets waar de hele branche schichtig van wordt.

Het is mogelijk om een BIM gestuurd proces voor productie van prefab onderdelen en de montage daarvan goed door te zetten naar een bouwplaats, maar zo’n manier van werken heeft in de totale bouwproductie vooralsnog een miniem klein aandeel. En zo blijft de branche nog steeds doen wat ze eerder ook al deed, en zij blijft daarmee nog steeds even belemmerend voor enig innovatief resultaat. Systematisch zoeken naar, en het onderzoeken van methodes ter verbetering van de informatie-uitwisseling in het bouwproces die nu eindelijk wel eens kunnen werken, zou een hoofdtaak van de bouwkunde en civiele afdelingen van de universiteiten moeten zijn. Zelfs als het neerkomt op een doorontwikkelde BIM. BIM 2.0. En misschien levert dat meer op: Architectuur 2.0.