Op vakantie. Opeens ontwaart de reiziger een merkwaardig object. Ton Verstegen over De Prudential in Warschau (Polen).
De toren viel me direct op toen ik in 2015 vanuit mijn hotel de Swietokrzyska-straat inliep. Op de hoek met het Plein van de Warschau Opstand vormt hij een opvallende verschijning met zijn getrapte vorm, maar ook door het grauwe en geschonden uiterlijk. Hoog uit een raam steekt een bouwkraan, alsof er wordt gewerkt, maar verder zijn geen tekenen van bedrijvigheid te bespeuren. De gaten in het gebouw lijken sporen van kijkoperaties, alsof men de conditie van het binnenwerk wilde testen.
Tot vandaag worstelt men in Warschau met de snelle ideologische wisselingen die na de Tweede Wereldoorlog plaats vonden. Ook de Prudential ondervindt daarvan nog de gevolgen. De wolkenkrabber werd in 1931-1934 gebouwd in opdracht van de gelijknamige Britse verzekeringsmaatschappij, naar een ontwerp van architect Marcin Weinfeld en constructeur Stefan Bryla. Het was met zijn 66 meter toen het op een na hoogste gebouw van Europa, met elegante verticale lijnen die het ingenieuze staalskelet accentueerden. En met een interieur in art deco stijl naar het voorbeeld van de Manhattan wolkenkrabbers uit die dagen. Maar de Prudential was ook onderdeel van de bouwboom die van Warschau het Parijs van het noorden moest maken.
Na de oorlog kwam het gebouw letterlijk in de schaduw van het Paleis van Kunsten en Wetenschappen te staan. Dit immense gebouw was de achtste van de ‘zeven zusters’ die Stalin rond het centrum van Moskou liet bouwen. Polen kon dit ‘geschenk’ van Stalin niet weigeren, ook omdat bouwmaterialen en mankracht uit Moskou werden aangevoerd. De ‘zussen’ zetten de toon voor de door Moskou aan het Oostblok opgelegde bouwstijl van het socialistisch realisme. Dus ook aan de Prudential toen deze in 1950 werd herbouwd na in de oorlog ernstig te zijn beschadigd door de furieuze mortieraanvallen van de nazi’s. Het staalskelet bleef echter fier overeind en groeide uit tot symbool van het verzet tijdens de Warschau opstand van 1944. 83 dagen lang tot aan de capitulatie wapperde de Poolse vlag op het gebouw. Het karkas werd, opnieuw met Weinfeld als architect, herbouwd in socialistisch realistische stijl en in 1954 als hotel Warszawa in gebruik genomen.
De bevolking bleef echter hardnekkig van de Prudential spreken. De omslag die (modernistische) architecten na de oorlog maakten werd en wordt in Polen met milde ironie begroet. Men kon moeilijk anders is de redenering, zeker toen in 1949 SocReal door de Partij tot officiële stijl werd uitgeroepen; tot een lichte dooi intrad na de dood van Stalin in 1953. Toch waren er subtiele vormen van verzet, van gespeelde onderdanigheid tot overdreven correctheid. Architect Maciej Milobedzki van het vooraanstaande bureau JEMS architecten herinnert zich grappen van oudere collega’s als: “Misschien kun je nog wat kolommen toevoegen aan je ontwerp, kameraad.” Architect Weinfeld lijkt eerder een tactiek te hebben gevolgd van “intelligent meanderen tussen socialistisch realisme en modernisme”, zoals Grzegorz Piątek, schrijver van onder andere een mooie architectuurgids over Warschau, het noemt. Weinfeld handhaafde de getrapte vorm, maar verving de oude ingangspartij door een classicistische portico met kolommen voorzien van uitkragende kapitelen, ook al doorbrak hij daarmee de verticale belijning van weleer. Het interieur werd eveneens gerestyled met muurschilderingen en reliëfs zoals in die tijd waren voorgeschreven. De directe omgeving was inmiddels eveneens van bourgeois overgegaan in socialistische snit met grauwe, uniforme gebouwen en een plein dat was geofferd aan met hekken omzoomde parkeerplaatsen.
In 2002 ging het hotel dicht. Drie jaar later werd het aangekocht door ontwikkelaar Polimex-Mostostal die het wilde verbouwen tot viersterrenhotel met bovenin luxe appartementen. Bulanda Mucha architecten stond voor een moeilijke opgave, het bureau wilde het turbulente verleden van het gebouw niet negeren. Moest de vooroorlogse of naoorlogse bouw uitgangspunt zijn? Of misschien wel de ruïne van de jaren daartussen? Bulanda Mucha koos voor een compromis. De façade herkreeg in het ontwerp uit 2006 zijn vooroorlogse eenvoud en elegantie, de socialistische sculpturale elementen en reliëfs van na de oorlog kregen een plaats in een luxe, met glazen kap overdekt atrium. Dit werd de centrale publieke ruimte van het gebouw. Door de aanleg van een ondergrondse parkeergarage kon een deel van het plein voor het hotel zijn open en publieke karakter terugkrijgen.
De gemeente weigerde echter de bouwvergunning omdat de bestemming ‘hotel’ voor het hele gebouw gold. In 2009 werd het leegstaande gebouw voor 38 miljoen euro verkocht aan de machtige firma Likus in Krakow, die via de rechter alsnog uitvoering van het plan wist af te dwingen. De nieuwe eigenaar ging echter zo voortvarend te werk met de voorbereidende sloopwerkzaamheden dat de ontwerpers belast met het toezicht op de bouw – nog steeds Bulanda Mucha – overrompeld werden. Projectarchitect Andrzjew Bulanda vertelt door de telefoon dat hij van de pers moest horen van de ingrepen.
In 2011 werden de werkzaamheden stilgelegd. Toen pas drong tot de buitenwereld door hoe catastrofaal de ‘kijkoperaties’ en sloopwerkzaamheden waren. Het dak was deels verwijderd zodat de regen vrij spel had. Kunsthistorici constateerden dat waardevolle reliëfs en schilderingen uit de voormalige feestzaal waren gesloopt of ondeskundig verwijderd. Cultureel Warschau was geschokt, zeker na uitzending van een ‘video-ruïnetoer’ door het gebouw. De impasse duurt voort tot vandaag. Bulanda weet niet hoe het verder moet. Formeel geldt nog steeds zijn plan uit 2006 vertelt hij, maar hij heeft geen toegang meer tot het project. “De verantwoordelijkheid voor eventuele uitvoering ligt nu bij gemeentelijke instanties. Wat de eigenaar wil is onduidelijk, die hult zich in stilzwijgen.”
Naast kapitalistische hebzucht en opportunisme van de ontwikkelaar, lijken de perikelen ook het gevolg te zijn van de onzekerheid die de stadsplanners na de val van de muur beving, toen partijslogans als Socialistisch van inhoud, nationaal van vorm niet langer houvast boden. Rond de Stalintoren is inmiddels een Manhattan aan de Weichsel ontstaan bestaande uit een ring van hoogbouw, die de toren uit zijn isolement verlost; of hem aan het oog moet onttrekken zoals anderen beweren.
Hoe zal de Prudential stand houden in een klimaat dat zich beweegt tussen Neo-Manhattanisme en een modieuze hang naar het verleden, of dat nu naoorlogs socialistisch of vooroorlogs modernistisch was? Een ding is zeker, het staalskelet staat onverminderd garant voor de vorm van de Prudential, omdat het als enig onderdeel van het gebouw staat geregistreerd als monument.
fragment uit de ruim 23 minuten durende ‘video-ruïnetoer‘.