‘Happy Garden’. De naam van het Chinese restaurant aan de kant van de weg in Margraten herinnert mij er maar weer aan hoe breed de invloed van de tuin op onze cultuur is. Ik ben op weg naar de buitenplaats Kasteel Wijlre (Zuid-Limburg) voor de tentoonstelling ‘What About a Garden’ die precies dit thema onderzoekt.
In ‘What about a Garden’ tonen drie alumni van de Jan van Eyck Academie in Maastricht hun fascinatie voor het idee van de tuin en de illusie van de ongerepte natuur. De tentoonstelling in het koetshuis van het kasteel is overzichtelijk. De enkele werken van Jason-Hendrik Hansma, Alesandro Bertelle en Stefan Peters zijn vervlochten met een selectie uit de voormalige Collectie Eijck (sinds 2012 onderdeel van de collectie van het Bonnefantenmuseum), waaronder werken van Donald Judd en Richard Long. Het is veelzeggend dat je daar bijna aan voorbij loopt.
Op de begane grond gaat alle aandacht uit naar de werken van de Nederlands- Australische Jason Hendrik Hansma. Vooral de kwetsbaarheid van ‘Seasons’ – twee op de grond geplaatste bronzen vaasjes, met in één daarvan een plantje dat dagelijks vervangen wordt – en ‘Seams’ – een nonchalant over een dun eikenhouten frame gedrapeerde zijden sjaal – maakt indruk. Hansma verkent met zijn werk de grens tussen object en levende materie. Deze lijkt hier in het koetshuis inderdaad op te schuiven; je krijgt de neiging om de objecten als een tuinman te koesteren en te verzorgen. Het is alsof de kunstenaar wil zeggen dat ook een volledig uit levenloze objecten bestaande tuin in zekere zin tot leven kan komen.
Op de bovenverdieping wordt de aandacht getrokken door ‘Stage 0513’, een videowerk van de Belgische Stefan Peters. Hierin wordt een schilderij in verschillende lagen uiteengelegd, lagen die als onafhankelijke voor- en achtergronden langs elkaar heen bewegen. Het resultaat biedt de sensatie van een rondwandeling door een weelderige tuin, waarbij de ruimte zich niet laat overzien en ondergeschikt is aan tijd en ritme. Feitelijk is het een ode aan de Engelse landschapsstijl.
Een paar stappen verder laat Peters met zijn ‘Chronicles’ juist zien hoe verbluffend eenvoudig mooie landschappen eigenlijk kunnen zijn. Als thumbnails biedt hij een hele serie van micro-landschappen aan, ieder opgebouwd uit slechts een paar kleine kwaststreken. Houd het simpel, zou de les voor de tuin- en landschapsontwerper kunnen zijn.
De Italiaan Alessandro Bertelle staat met ‘The E-garden of MA_1.2’ nog het verst af van de fysieke tuin. Het werk gaat puur over onze eigen reactie op de tuin en bestaat uit niets meer en niets minder dan een artificiële ademhaling. Hoe rustig deze ademhaling is, merk je pas als je op het bijbehorende matje je eigen ademhaling probeert te synchroniseren met de computer. De tuin als plek van contemplatie, maar dan zonder een tuin.
Wie na deze reflecties op de tuin de behoefte voelt om toch ook door een fysieke tuin te wandelen, wordt op de buitenplaats Kasteel Wijlre goed bediend. Waar de tentoonstelling de tuin een plek geeft in de kunst, geeft de in 1810 door de bekende Maastrichtse architect en stadsbouwmeester Mathias Soiron (1748-1834) ontworpen en rondom het kasteel aangelegde buitenruimte de kunst juist weer een plek in de tuin. Werken van Ad Dekkers en Giuseppe Penone gaan hier een intieme relatie aan met zowel de geometrie als de natuurlijke wildheid van de tuin. Mede door ‘What About a Garden’ toont de tuin zich in Wijlre als een waardevol én aantrekkelijk instrument voor onderzoek naar de relatie tussen cultuur en natuur. Ik neem aan dat men daar in de ‘Happy Garden’ niet anders tegenaan kijkt, maar ik heb mijn nieuwsgierigheid op de terugweg kunnen bedwingen.