Ludwig Mies van der Rohe illustreerde zijn ruimtelijke ideeën met handgemaakte collages die nu beschouwd worden als autonome kunstwerken. Het MoMA in New York dat er een groot aantal van bezit, stelde ze ter beschikking voor een tentoonstelling die momenteel te zien is in het Ludwig Forum in Aken.

Mies van der Rohe, Resor House, 1937-1941. ©2016. MoMA, New York, Scala, Florence.
Als bijna geen andere kunstvorm reflecteren collages en fotomontages de tijdgeest en de esthetische principes van een levenshouding aan het begin van de twintigste eeuw. Industrialisatie, revolutie en oorlog zorgden voor een verschuiving in de manier waarop de moderne wereld werd ervaren, een verschuiving die ook tot uitdrukking kwam in de beeldende kunst, en in de beeldtaal van kranten en tijdschriften. Beïnvloed door Dada, De Stijl en het Constructivisme maakte Ludwig Mies van der Rohe (1886-1969) als geen andere architect gebruik van deze nieuwe beeldende technieken. Tussen 1910 en 1965 vervaardigde hij talloze fotomontages en collages om zijn ruimtelijke ideeën te visualiseren. Ze geven een goed inzicht in de manier waarop hij ruimte, kunst en architectuur samenbracht.
De tentoonstelling ‘Mies van der Rohe. Die Collagen aus dem MoMa’ voorziet de collages van gedegen achtergrondinformatie over het culturele leven van de periode waarin ze werden vervaardigd. Originele schilderijen en sculpturen die figureren in de collages zijn aanwezig, waarmee Mies van der Rohe’s bronnen zichtbaar te herleiden zijn. De expositie is bovendien uitgebreid met werk van hedendaagse fotografen en filmmakers, onder hen Thomas Ruff en Sarah Morris, van wie de prachtige film Points on a line is te zien.

Mies van der Rohe, Convention Hall. Chicago, Illinois, 1952-54. © 2016. MoMA, New York, Scala, Florence
Mies van der Rohe was een autodidact. Vanaf het begin van zijn carrière speelde moderne kunst een sleutelrol in zijn werk als architect. In Berlijn, waar hij heen trok na eerst bij een aantal ontwerpbureaus in zijn geboorteplaats Aken te hebben gewerkt, kwam hij in contact met invloedrijke kunstverzamelaars en opdrachtgevers en hij raakte bekend met talloze kunstenaars van wie hij er ook een aantal persoonlijk leerde kennen, zoals Paul Klee en Kurt Schwitters.
Kunst was voor Mies van der Rohe zo belangrijk dat hij er letterlijk van leefde. Naar eigen zeggen kwam hij in 1938 in New York aan zonder meubilair of iets, behalve met zijn schilderijen van Klee. Die hij ophing en dagelijks naar keek, zonder te eten… In zijn collages gebruikte hij fotofragmenten van die kunstwerken en speelde met de schaal ervan. De schilderkunst werd hiermee onderdeel van zijn kunst, de bouwkunst.
De collagetechniek is al goed zichtbaar in een prijsvraaginzending uit 1910 voor het monument voor Otto von Bismarck. Een montage van de maquettefoto op een omgevingsfoto waarover is doorgetekend, suggereert de impact van het project. Voor een kantoorgebouw aan de Friedrichstrasse in Berlijn (1922) werd een foto van de maquette op een straatfoto aangebracht, waardoor het onwaarschijnlijk ranke gebouw als realiteit verschijnt. Mies van der Rohe gebruikte de collages ook voor zijn visionaire ‘papieren architectuur’, bedoeld voor publicaties en exposities. Ragfijne in potlood getekende perspectieven beplakte hij met stukken houtfineer en omgevingsfoto’s. De collages vertonen de samenkomst van architectuur, kunst en landschap. Dit samenspel bereikt een hoogtepunt in de collages voor het Resor huis in Wyoming (1939). Het is niet meer te zeggen dat het gebouw onderwerp van studie is, de drie componenten lijken even belangrijk.
In zijn collages laat Mies van der Rohe een sluimerend verlangen zien waarin nagenoeg lege interieurs zijn verbonden met landschap. In zijn laatste gebouw, een reeks van lege ruimtes, wordt die ambitie goed zichtbaar. Het gebouw, de Berlijnse Staatsgalerie, is op te vatten als een glazen akropolis voor kunst, waarmee het de apotheose vormt van ruim vijftig jaar experimenteren met beeldende én bouwkunst.