Bouwen aan Heerlen is bouwen aan een stad waar je niet ondanks, maar dankzij de krimp wilt wonen, aldus Manon Deijkers.
De huidige ontwikkelingen in Heerlen worden gekenmerkt door krimp en vergrijzing. De stad is niet uniek in haar demografische ontwikkeling, het vormt echter wel een uitzonderlijk voorbeeld als zijnde een stedelijke regio die te maken heeft met krimp.
Zoekende naar een oplossing, lijkt het alsof Heerlen gewend is geraakt aan een grootste aanpak in triomfantelijke gebaren; wellicht een erfenis uit het welvarende verleden, zo getuigen de modernistische monumenten verspreid door het centrum. Maar de vraag of een dergelijke houding nog past bij de huidige ontwikkelingen, wordt ogenschijnlijk niet gesteld. Het in aanbouw zijnde treinstation is hiervan een – niet zo stille – getuige.
De staat van leegstand waarin Heerlen vervalt, is mijns inziens een directe uitnodiging om nog eens goed te kijken naar de kwaliteiten van de stad en de oplossing te vinden in een meer lokale aanpak. In deze catalogus aan mogelijkheden voor een eigentijdse aanpassing van de bestaande gebouwenvoorraad, wordt gezocht naar een antwoord op de vraag: ‘Hoe bouw je verder aan een krimpstad?’.
Een antwoord wordt gezocht in en lijnrecht tegenover het hart van beschreven ontwikkelingen. Gelegen naast de enorme bouwput waar straks het nieuwe treinstation zal gaan verrijzen, ligt een stukje verlaten stad. In al haar eerlijkheid, is deze plek aan de Stationstraat een waar visitekaartje voor de krimpende regio. Thema’s als het onbestemde en de achterkant spelen hier een terugkerende rol: Verbeeld door het patchwork aan uitbreidingen, trappen, schoorstenen, regenpijpen, waslijnen, rolluiken etc.
Het ligt misschien niet voor de hand deze context, gevuld door leegte en vergetelheid, als waardevolle plek te aanschouwen, maar dat wordt in dit visueel betoog verdedigd. Leegte omvat immers ook een uitdrukking van potentie, het refereert aan de verdere ontwikkeling die mogelijk is.
De vier case studies onderzoeken verschillende woonscenario’s op zorgvuldig geselecteerde kavels. Bovendien wordt gepleit voor een tweetal oefeningen in de openbare ruimte; beide ter ondersteuning van het woonplezier, maar opererend op verschillende schaalniveaus. Want het overschot aan ruimte en materiaal wordt gezien als een extra kwaliteit en tevens directe aanleiding om het wonen in het centrum te laten floreren. Een zestal studies gaat over het wonen aan een ondergewaardeerde of vergeten plek en pogen de charme van een dergelijke context, die van de achterkant, te laten zien.
Als geheel reflecteren de voorgestelde ontwerpopgaven in hun kleinschaligheid op de huidige perceptie van krimp, als zijnde een bedreiging. Heerlen probeert krimp te voorkomen, of het tenminste in te perken, door het te bestrijden met groei. Maar wil Heerlen zich kunnen manifesteren in tijden van krimp en vergrijzing, dan moet er gewerkt worden aan een stad waar men wil wonen, kan binden en mag groeien.
naam
Manon Deijkers
website
opleiding / studierichting
Technische Universiteit Eindhoven / Faculteit Bouwkunde
mentoren
Jos Bosman, Marcel Musch, Joost Glissenaar
wanneer begonnen met afstuderen
april 2015
wanneer klaar met afstuderen
februari 2016
favoriete ontwerper
Ik kwam recent op het spoor van de Engelse Hugh Strange. Maar vooral ook het werk van jonge Vlaamse architecten spreekt mij enorm aan. Eigenlijk is deze lijst te eindeloos om hier te benoemen.
favoriete project
Strange House van Hugh Strange
wat doe je nu
Momenteel ben ik docent aan de Academie van Bouwkunst in Maastricht (MMA), ben ik assistent curator
bij CASA Vertigo, werk is samen met NExAR aan workshops in het Midden-Oosten, en naast dat al ben ik
zojuist mijn zoektocht gestart naar een functie als praktiserend architect bij een fris bureau.
wat hoop/wil je als ontwerper in de nabije en/of in de verre toekomst bereiken
Mooie dingen maken met leuke mensen, en mijn eigen huis bouwen. Met leuke mensen