Recensie

Uit liefde voor de postkaart

De Brusselse uitgeverij Plaizier, gespecialiseerd in ansichtkaartjes, kalenders, prenten en – in mindere mate – boeken, blaast dit jaar veertig kaarsjes uit. Een middelgrote tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten/Bozar overziet hun overdadige productie, met hoogst bijzondere aandacht voor Brussel. ‘Brussel is een Plaizier’ biedt een verblijdende, weemoedige en vooral verrijkende duik in wat de stad was en is.

De Brouckèreplein, Brussel – foto ©Cas Oorthuys/Nederlands Fotomuseum Rotterdam

C’était au temps où Bruxelles rêvait / C’était au temps du cinéma muet / C’était au temps où Bruxelles chantait / C’était au temps où Bruxelles bruxellait,” zong Jacques Brel in 1962 in ‘Bruxelles’.
Brussels? It’s like living in a hell hole!”: Trump in januari 2016.
Vandaag prijkt bovenaan in de statige, monumentale Hortahal van Bozar in grote, sierlijk krullende letters Bruxelles est un Plaizier/ Brussel is een Plaizier. In 1977 richtte het echtpaar Wijnand en Mieke Plaizier hun eigen uitgeverijtje op. Uit liefde voor de ansichtkaart (in België zeggen ze postkaart, en verder in de tekst zal ik ze ook zo benoemen) en de kalender. Uit liefde voor de fotografie, de ets en de tekening. Uit liefde voor humor en kunst. Uit liefde voor de kleine dingen van alledag. Uit liefde voor de mensheid. Uit liefde voor Brussel.
Net als hun eigen interesses en passies, variëren de onderwerpen, beelden en stijlen die ze op hun verschillende media reproduceren sterk: van iconische figuren (Tati, Laurel & Hardy, Elvis, Toots Tielemans & Chet Baker), over animatie en tekeningen tot geëngageerde humor en nog veel meer. Brussel – haar architectuur, dagelijks leven in de straat, geschiedenis en ontwikkeling – krijgt echter steeds een voorname plaats in hun realisaties toebedeelt.

Van 1977 tot vandaag produceerde het echtpaar een reeks haast ontelbare postkaartjes, kalenders, posters, prenten, boeken en andere uitgaves. Al dit fraais verkochten ze ook tot 2013 in het gelijknamige winkeltje Plaizier, een aangenaam, haast schattig etablissement volgestouwd met deze ‘papieren indrukken’, gelegen op een steenworp van de Brusselse Grote Markt. In deze vergevorderde digitale tijden blijft de uitgever dapper doorgaan en vinden de postkaarten en dies meer nog, steeds verspreiding via tal van winkels. In België, maar ook elders (ik stootte vorig jaar nog in Tokio op een hele reeks!). Plaizier is dus sinds lang een begrip in het Brusselse en in België, maar reikt tot ver daarbuiten. En zo zal het wellicht – en hopelijk! – nog wel een tijdje blijven.

Expo 58, Brussel – foto ©Sergysels Dietens

De aandacht van Wijnand en Mieke Plaizier voor Brussel, haar verleden, heden en mogelijke posities naar de toekomst toe, resulteerde in veertig jaar tijd in een losse – want op afzonderlijke A6-kartonnetjes gedrukte – kroniek van de Belgische hoofdstad en het leven van de man in de straat. Eentje die ontstond dankzij hun scherpe oog, eigenzinnig gevoel voor onderwerp, fotografie en kadrering alsook dankzij hun precieze en toegenegen vormgeving plus productie. In feite vormde het ‘archief’ van Plaizier zich door de jaren heen op een soortgelijke manier zoals een curator afgewogen zijn selectie (hoort te) maken. Hoog tijd dus voor een tentoonstelling!

“Deze opnames van een uiteenlopende reeks fotografen tonen elk op hun manier hoe de stad vroeger en vandaag gepercipieerd wordt, hoe ze ingrijpende wijzigingen onderging en hoe deze in beeld werden gebracht”, lezen we in de inleidende tekst van ‘Brussel is een Plaizier’. In het tentoonstelingsparcours komt/komen dan ook uitgebreid de stedelijke transformatie(s) van Brussel in beeld, gespreid over een periode van meer dan honderd jaar.
De tentoonstelling die over een handvol belendende kamers op de bovenverdieping van de Hortahal verspreid is, valt in twee delen uit elkaar, althans volgens de perstekst. Een eerste belooft een “stadswandeling doorheen Brussel”. Een tweede focust op thema’s eigen aan de stad: Expo ’58, Art Nouveau, de fascinatie voor de Grote Markt. In feite lopen de twee delen vlot door elkaar. Ook in de perstekst: “Deze beelden hebben immers meer dan een louter documentaire waarde, ze kanaliseren het collectieve geheugen, ze vormen getuigen van de manier waarop erg veel mensen zich Brussel herinneren en de stad ook koesteren.”

‘Brussel is een Plaizier’ vervult me als – nu goed vijftien jaar ingeweken en wonende, voordien vaak bezoekende – Brusselaar met tal van emoties. Tijdens het tentoonstellingsbezoek spelen blijdschap, weemoed, verbazing en soms ergernis haasje over. Ik verblijd me met de bekende beelden, hetzij soms gefotografeerd vanuit onverwachte invalshoeken: details van het Hortamuseum in de Kasteleinswijk; de door mij al te vaak gefrequenteerde cafés Cirio, Au Soleil, Bar du Matin, Le Roi des Belges, l’Archiduc, Greenwich of Falstaff; Marcel Broodthaers die in 1974 een kameel in het PSK loodst (Paleis voor Schone Kunsten, de toenmalige naam van Bozar); de talrijke beelden van het Atomium en Expo ’58; de vrolijke airhostessen van Sabena in de wulpse en voortvarende jaren 1950 en ‘60.

Maison du Roi City Museum, Brussel – ©Plaizier

Maar verbazing is er ook. In overvloed. Bijvoorbeeld bij het beeld van de Helihavenlaan uit de jaren 1960, een Brusselse avenue waaraan de vandaag veelbesproken – omwille van de museale plannen en de inmenging van het Franse Pompidou – Citroën garage huist. Indertijd landden daar dus effectief helikopters! Ook verbazing over de Sabena Air Terminus, vlak voor het centraal station: een hallucinant beeld uit 1965 waaruit blijkt dat vlak voor het station destijds een enorme put met verschillende plateau’s was ingericht met parkings, tankstations, horeca en tal van andere bedrijvigheid.
Vandaag is dat een (gelukkig maar) autoluwe plek die gedomineerd wordt door een poeplelijk hotel dat Horta’s CS tracht te echoën. Ook het project Bruxelles Télésiège/ Stoeltjeslift Brussel verblijdt en verbaast: in verschillende postkaarten doorheen de tentoonstelling zien we een open téléférique over bekende plekken in de stad zweven, een utopisch en humoristisch voorstel van Project Citybranding als alternatief voor deze zo door koning auto gepeste grootstad.
En dan is er de weemoed. Omwille van de vele wijken die vernield werden teneinde de Noord-Zuid (trein)verbinding te realiseren in de jaren 1950 (enter bovendien de ergernis), omwille van de vergane, kleurige vrolijkheid van Expo ’58, of omwille van de verdwenen bruisende activiteiten rond het Brouckèreplein en de Anspachlaan (die levendige neonreclames uit de jaren 1950!). De weemoed en nostalgie wordt gelukkig getemperd met monter stemmende taferelen van het hedendaagse Brussel: skaters in de straten, een Afrikaanse vrouw voor het Beursgebouw die haar inkopen van supermarkt Delhaize op het hoofd draagt. Ook vandaag biedt deze stad dus veel mooie beelden!
Helaas hangt alles eigenlijk gewoon maar aan de muur in ‘Brussel is een Plaizier’. De scenografie van de tentoonstelling mocht voor mij dus best wat avontuurlijker. Curator Iwan Strauven en zijn team kozen ervoor deze welgeteld 700 postkaarten te etaleren in eenvoudige kartonnen kadertjes met een glasplaatje ervoor (een systeem dat teruggaat op een kadertje dat ze in Frankrijk op een rommelmarkt vonden, zo lezen we aan het eind van de tentoonstellingsroute). Deze in Bozar netjes uitgestalde berg van postkaarten wordt alleen her en der verlucht met een groter beeld alsook met Plaiziers kalenders, andere uitgaves en archiefmateriaal in vitrines.

Maar wat zou het? Gewoon focussen. Dit parcours biedt immers een verrijkende duik in wat deze stad was en is. Bovendien zijn de beelden vaak niet van de hand van de minste fotografen: Bastin & Evrard, Johan Jacobs, Willy Kessels, Ivan Put, Marie-Françoise Plissart. Zeker geen sterren van internationaal niveau, maar wel uitzonderlijk getalenteerd, precies in hun werk en uitpakkend met overtuigend materiaal. Ook zij zijn belangrijke bouwheren en -dame van het Brusselse collectieve visuele geheugen.
Brussels? It’s like living in a hell hole!”? Nee, mister president: Brussel is een Plaizier!