Met onderzoeksproject ANA goes Europe onderzoeken we de rol van de architect in de toekomstige Europese woningbouwopgave. Dit keer gaan we naar Parijs en haar buitenwijken. De wijze waarop wordt omgegaan met zaken als woonkwaliteit & verdichting, transformatie van de Grand Ensembles en gentrificatie zijn voor de Nederlandse praktijk leerzaam. In deze eerste ansichtkaart doen we verslag van de ontwikkelingen in de stad Parijs zelf.
Parijs is eigenlijk maar een kleine stad. Bij de Boulevard Périphérique houdt Parijs alweer op. Binnen deze ring, wonen 2,3 miljoen mensen op een oppervlak van 105 km2 oftewel ca 22.000 inwoners per km2. Ter vergelijking: de gemeente Amsterdam heeft 853.312 inwoners op een oppervlak van 219 km2 oftewel ca 4.000 inwoners per km2. En alsof het nog niet vol genoeg is, werkt de stad Parijs momenteel aan een aantal zeer complexe projecten om de compacte stad nog verder te verdichten.
La Métropole du Grand Paris
De woningmarkt van Parijs staat al jaren enorm onder druk. De gemiddelde koopprijs is nu €10.000 per m2. Voor de meeste gezinnen is dat niet te betalen. Gelukkig heeft Frankrijk een mooi systeem van sociale woningbouw dat veel omvangrijker is dan het onze. Frankrijk hanteert verschillende prijsniveaus afhankelijk van de samenstelling van het huishouden en het inkomen. Inkomens tot maar liefst €70.000 bruto per jaar kunnen aanspraak maken op een sociale huurwoning. Door dit systeem wordt een diverse en veel grotere groep mensen in staat gesteld in de stad te wonen. De sociale huurwoningen worden door verschillende woningbouwverenigingen gerealiseerd, maar zij kunnen de vraag niet aan. Ook hier zijn enorme wachtlijsten. Bij Paris Habitat, de grootste woningbouwvereniging van de stad staan er alleen al 180.000 mensen op de wachtlijst.
Het feit dat de gemeente Parijs zo klein is en omringd wordt door maar liefst 350 gemeentes met elk hun eigen bestuur verklaart ook de enorme contrasten in dichtheid binnen en buiten de ring. Parijs wil dolgraag zijn inwoners vasthouden en huisvesting bieden aan alle lagen van de bevolking. Dit is de reden dat onlangs de bestuurseenheid Métropole du Grand Paris is ingevoerd. Een samenwerking tussen 131 gemeentes waaronder Parijs met als doel om de krachten te versterken, de ongelijkheid tussen de verschillende gemeenten tegen te gaan, en de rol van de regio Parijs in de wereld te verstevigen.
Verdichten van de dichte stad
De stad Parijs heeft zichzelf tot doel gesteld het aandeel sociale woningen te verhogen van nu 21% naar 30% in 2030. Heel ambitieus, want er is bijna geen ruimte meer om te bouwen en alle resterende bouwlocaties zijn extreem complex. Op dit moment is een aantal locaties in ontwikkeling, (secteur Paul Meurice, Porte Pouchet, oude spooremplacementen) waarvan een groot deel pal tegen de Boulevard Périphérique aan liggen.
We spraken met Mélanie Moisain en Anna Carnac van Paris Batignolles, een organisatie die voor de stad Parijs de grote bouwprojecten managet. We spraken met hen over het beleid van de stad Parijs ten aanzien van woningbouw en over een aantal recente ontwikkelgebieden zoals Clichy Batignolles, een woningbouwproject op een voormalig spooremplacement. De ambities voor Clichy Batignolles zijn hoog: een park van maar liefst 10 ha, 50% sociale woningbouw, een flink programma aan kantoren en voorzieningen, het verplaatsen en overbouwen van het rangeerterrein, en een zeer hoge dichtheid, om enkele te noemen. Hoogbouw is hier geen optie, volgens bijna iedereen die we spraken kampt Parijs met een ernstig hoogbouwtrauma sinds de stad in de jaren ‘70 een aantal mega hoge torens in bestaande wijken heeft gebouwd. Het absolute hoogte (of diepte) punt daarvan vormt de Tour Montparnasse. Recentelijk heeft de stad besloten toch wel weer wat meer de hoogte in te willen gaan, maar dan zeker niet té hoog en heel zorgvuldig in het stedelijk weefsel ingepast. Door de verkoop van veel bouwgrond kan de stad Parijs ambitieuze ontwikkeling als Clichy Batignolles financieren.
Home, hybride hoogbouw
Een illustratief statement waarin alle ambities van de stad Parijs zichtbaar worden is het project Home, in Masséna-Bruneseau van de architecten Comte & Vollenweider Architectes en Hamonic + Masson & Associés. Dit hybride ‘torenblok’ bestaat uit een blokvolume dat de straatwanden volgt, een heldere grens tussen de openbare straat en het collectieve binnenterrein definieert, en publiek programma heeft in de plint, op de plint staan twee woontorens. De hoogste en meest prominente toren is gevuld met sociale woningen (€10-15/m2/mnd) en de lagere toren bevat koopappartementen (€10.000/m2). De bouwhoogte van de torens is met 50 meter weliswaar nog lang niet zo hoog als de voorgestelde woontorens in de Amsterdamse Sluisbuurt (125m) of in het centrum van Sloterdijk (90m), maar dit project laat wel zien dat het goed mogelijk is om nieuwe stedelijke typologieën te ontwikkelen die én inspelen op de behoefte aan hoge dichtheden, én nieuwe woonkwaliteiten zoals grote private buitenruimtes introduceren, én prettige stedelijke ruimtes kan genereren zoals goed functionerende openbare straten en collectieve hoven, én een sociale mix kan bewerkstelligen.