Recensie

Frau Architekt: ‘Een natuurlijk begrip voor de behoeftes van een huisvrouw’

Voor wie in de kerstvakantie tijd heeft voor een uitstapje naar Frankfurt: in het Deutsche Architekturmuseum is de uitstekende expositie Frau Architekt te zien. Een gelaagde tentoonstelling over het onderbelichte werk van architectes die op diverse wijzen gelezen kan worden.

De BBC photoshopte Patty Hopkins, co-founder van Hopkins Architects, uit de promotiefoto voor The Brits who Built the Modern World. Michael Hopkins staat links

De titel van de tentoonstelling kun je provocatief opvatten als: ‘Frau Doktor,’ zo werd in vroegere tijden in het Duitse taalgebied een vrouw aangesproken wiens echtgenoot arts was. Begin jaren ‘90, toen ik net klaar was met mijn studie in Berlijn, lette iedereen die niet hopeloos reactionair over wilde komen erop, je Architektin te noemen en niet Architekt. Toen ik een paar jaar later naar Nederland kwam, merkte ik tot mijn verbazing dat zelfs mijn vrouwelijke collega’s nauwelijks met hun positie binnen het vak bezig waren. Discussie over mannen- en vrouwenrollen op architectuurbureaus leek niet relevant.

Hierin lijkt verandering te komen. In maart 2017 publiceerde de Architectural Review de uitkomsten van een uitgebreide enquête over verschillen in inkomen en over discriminatie in architectenbureaus. Hieruit bleek dat mannen tijdens elke stap van hun carrière duidelijk meer gingen verdienen, in tegenstelling tot vrouwen. Vooral op het Europese vasteland blijkt het slecht gesteld te zijn met de financiële positie van vrouwen. Verder gaf meer dan de helft van de ondervraagde vrouwen aan, ‘seksisme, pesten en seksuele discriminatie’ tijdens haar werk ervaren te hebben. Een maand later organiseerde Het Nieuwe Instituut samen met de TU Delft Feminists een bijeenkomst waarin werd vastgesteld dat slechts vijftien van de circa 650 auteursarchieven die het instituut bezit van vrouwen zijn, en waarin de aandacht op het werk van vrouwelijke architecten werd gevestigd.

Indruk van de tentoonstelling “Frau Architekt” in DAM. Foto: Moritz Bernoully

Juist de bewustwording van het feit dat het werk van architectes in de allermeeste gevallen onzichtbaar blijft, is een van de centrale thema’s van de expositie in Frankfurt; waarbij het DAM zelfkritisch opmerkt dat van de rond 100 monografische tentoonstellingen, die men sinds de oprichting in 1984 organiseerde, maar vier over vrouwelijke architecten gingen. In de actuele tentoonstelling worden 22 Duitse architectes voorgesteld, werkzaam vanaf rond 1900 tot nu. De expositie is overzichtelijk opgebouwd. Per architecte worden zowel werkvoorbeelden als persoonlijke documenten getoond. Begeleidende teksten en foto’s plaatsen hun werk in een maatschappelijke en politieke context. In een aparte ruimte zijn recent gemaakte videoportretten te zien, waarin vrouwen over hun loopbaan, fascinaties en overwonnen moeilijkheden spreken.

Frau Architekt laat door diverse voorbeelden zien hoe architectes tot ‘de vrouw in de schaduw van …’ gemaakt werden. Marlene Poelzig, echtgenote van bouwmeester Hans Poelzig en ontwerpster van hun woonhuis, zat in 1930 tijdens het pannenbier met haar man en bouwvakkers aan tafel. Op de in het tijdschrift Bauwelt in 1984 gepubliceerde foto is zij afgeknipt; alleen haar arm en een stukje van haar hoed zijn nog zichtbaar. Terzijde: bovengenoemde uitgave van de Architectural Review laat zien dat de BBC de mede-oprichtster van Hopkins Architects, Patty Hopkins, uit een promotiefoto voor de documentaire The Brits who Built the Modern World fotoshopte. Dit gebeurde in 2014.

Weinmiller Architekten: HVP Wohn- und Geschäftshaus aan het Hausvoigteiplatz, Berlin. Bron: Weinmiller Architekten

Margarethe Schütte-Lihotzky mocht van Ernst May de keukens van zijn prestigieuze sociale woningbouwprojecten in Frankfurt ontwerpen omdat ze ‘een natuurlijk begrip heeft voor de behoeftes van een huisvrouw’, zoals hij schreef in het getuigschrift na afloop van haar dienstbetrekking bij hem. Haar Frankfurter Küche werd beroemd, dat wel, maar uit de documenten in de tentoonstelling blijkt dat Schütte-Lihotzky veel méér heeft ontworpen. Het ontwerp van Gesine Weinmiller voor de verbouwing van de Reichstag in Berlijn werd bekroond met de tweede prijs na de gedeelde eerste plaats van Norman Foster, Pi de Bruijn en Santiago Calatrava. Gênant – ik had nog nooit van haar gehoord.

De tentoonstelling maakt resoluut een einde aan de mythe dat architectes zich vooral met interieurs en woningontwerpen bezig hielden. Deze mythe leeft overigens nog steeds: als ik mijn beroep noem, is vaker wel dan niet de eerste vraag: ‘interieurarchitect?” De in de expositie voorgestelde vrouwen werkten als bouwondernemer en stedenbouwkundige, waren experten voor specifieke constructiemethodes in beton en staal en ontwierpen kantoor- en culturele gebouwen. Interessant zijn in deze samenhang twee architectes die in de DDR werkten: Gertrud Schille, experte voor extreem dunne betonschillen van planetaria, en Iris Dullin-Grund. Dullin-Grund was overtuigde socialiste en keerde na een intermezzo in Hamburg terug naar de DDR. Ze werd stadsarchitecte van de gemeente Neubrandenburg, een in de Tweede Wereldoorlog nagenoeg compleet verwoeste stad. In de tentoonstelling zijn voor DDR-begrippen glamoureuze artikelen over haar werk en privéleven te zien. ‘Was de socialistische staatsvorm eigenlijk bevorderlijker voor de carrière van architectes?, vroeg Ellen Smit, curator bij Het Nieuwe Instituut, toen ik haar vertelde over mijn voorgenomen trip naar Frankfurt. Uit het videoportret van Dullin-Grund blijkt dat ze tegen dezelfde obstakels aanliep als haar westelijke collega’s. Toen hoogwaardigheidsbekleders haar bouwplaats in Neubrandenburg bezichtigden, was ze daarvan niet op de hoogte gesteld.

Architekte Iris Dullin-Grund. Titelblad “Die Frau von Heute,” 1961, Nr. 40

Anna Heringer is een van de hedendaagse architectes die in de videoportretten aan het woord komt. Haar ogen stralen als ze over haar werk vertelt. Door haar kennis van leembouw combineert ze twee fascinerende thema’s: ontwikkelingshulp en de schoonheid van architectuur. Dan wordt ze naar haar ervaringen als vrouwelijke architect gevraagd. In één keer verstrakt haar gezicht. Dit is zo aangrijpend dat ik niet meer op haar woorden let. Als ik weer luister, zegt ze: ‘Ik was eigenlijk geen feministe, maar nu ben ik ‘t. Het beroep van architect maakt dat je het wordt.’

Wellicht, zo stelt de lijvige catalogus Frau Architekt, is een van de redenen waarom het werk van vrouwen onzichtbaarder blijft, de ster-cultus in de architectenwereld. Vrouwen zouden minder in de promotie van hun eigen persoon geïnteresseerd zijn, net zomin als in de hiërarchische bureaustructuur die de voorwaarde is van een one-man-show. En: vrouwelijke architecten dragen nauwelijks hun archieven aan, aldus Ellen Smit. De tentoonstelling Frau Architekt zorgt voor zichtbaarheid in een vak dat nog steeds door mannen gedomineerd wordt – en daarmee voor een verbreding van de architectonische canon. Tevens laat de tentoonstelling iets zien wat we eigenlijk al behoorden te weten: het werk van vrouwen is net zo goed of slecht dan dat van mannen. Hoe nuttig Frau Architekt ook is, het zou fijn zijn als dit soort exposities in de toekomst niet meer nodig zouden zijn.