Column

Groeten uit Montreuil: slow gentrification in Parijs Oost

Met onderzoeksproject ANA goes Europe onderzoeken we de rol van de architect in de toekomstige Europese woningbouwopgave. De wijze waarop wordt omgegaan met zaken als woonkwaliteit & verdichting, transformatie van de Grand Ensembles en gentrificatie zijn voor de Nederlandse praktijk leerzaam. De derde ansichtkaart komt uit Montreuil, een kleine gemeente in het oostelijke deel van de Métropole du Grand Paris.

Net buiten de Boulevard Périphérique ligt de Montrieul, een gemeente met ongeveer 100.000 inwoners met een sterk industrieel verleden en één van de laatste communistische burgemeesters in de regio. We zijn op bezoek bij Archi5. Deze architecten (althans 4 van 5 partners) wonen en werken in Montreuil. Archi5 heeft meerdere projecten in Montreuil gerealiseerd waarvan een groot deel in samenwerking met REI Habitat, een jonge ontwikkelaar die alleen in hout wil bouwen.

Montreuil is enorm in trek bij de zogenaamde Bobo’s (Bohemien Bourgeois) omdat het een zeer gemengd karakter heeft: een diversiteit aan sociale klassen en bedrijvigheid. En in de gemeente staat veel voormalige industriële bebouwing, van het soort dat zich goed leent voor transformatie naar lofts. Montreuil is kleinschalig, bijna dorps bij vlagen. Een niet onbelangrijke factor voor de populariteit van de gemeente is dat de woningprijzen hier met gemiddeld €5.000 per m2 een stuk lager liggen dan in Parijs (€10.000). Sinds 1975 is het aandeel hoger opgeleiden in Bas Montreuil, dat het dichtst tegen Parijs aan ligt vervijfvoudigd. Montreuil stuurt op slow gentrification, een hele geleidelijk transformatie waarin ruimte behouden blijft voor de oorspronkelijke bewoners en ondernemers, en gewaakt wordt voor een goede mix van hoge en lage inkomens.

Archi5 en REI Habitat richten zich op kleinschalige invullingen, in hout waar dat kan, met een sterk collectief karakter. Een van de medewerkers van Archi5 laat ons zijn net betrokken woning zien in het project Le Bourg. De zeer compacte woningen steken diep het blok in en liggen rond een ruime gemeenschappelijke tuin waarin de bestaande bomen zijn gehandhaafd.
Na Le Bourg hebben de architecten en de ontwikkelaar nog een aantal kleinschalige invullingen in dezelfde wijk gerealiseerd. Archi5 wordt nu vaker voor dit type projecten gevraagd omdat ze weten hoe het eraan toe gaat in Montreuil. En dat is noodzakelijk, want zeker niet alle voorstellen voor nieuwbouwprojecten worden goedgekeurd. Per project beoordeelt de gemeente in hoeverre het medewerking wil verlenen aan een nieuwe ontwikkeling. Hout lijkt een snaar te raken, zoals ook bouwen voor bijzondere doelgroepen. Naast het kantoor van Archi5 is net een woonproject met sociale woningen voor alleenstaande mannelijke immigranten gerealiseerd. Het project past in de visie van het gemeentebestuur om van Montreuil een inclusieve gemeente te maken.

De strategie van Montreuil om ieder voorstel te beoordelen op haar merite en de sociale betekenis voor de gemeente, is misschien wat onvoorspelbaar en daarmee riskant voor ontwikkelaars, maar het is ook interessant omdat het een langzame transformatie mogelijk maakt waarbij het eigen karakter van Montreuil behouden blijft. Het juist niet maken van een alomvattend masterplan biedt de mogelijkheid initiatieven te beoordelen op hun toegevoegde waarde voor de buurt. Een dergelijke strategie is een interessante referentie voor de transformatie van bestaande industriële gebieden in Nederland zoals het Hamerstraatgebied in Amsterdam, de Binckhorst in Den Haag en de Merwe-Vierhavens in Rotterdam.